
under construction
Je begaafdheid te gelde maken: ongepast of juist goed? Moeilijk of juist makkelijk?
Hoogbegaafden verhouden zich niet altijd makkelijk tot geld: praktisch, maar ook als concept. It’s a complex relationship. Waar geld in de maatschappij vaak als graadmeter voor succes wordt gezien, voelen veel hoogbegaafden aarzeling en weerstand om hun talenten te koppelen aan financieel voordeel. Ze willen bijdragen, vernieuwen, oplossen en creëren, maar onderhandelen over geld, tarieven bepalen of hun waarde claimen voelt ongemakkelijk of zelfs onnatuurlijk.
Hoogbegaafden en geld, een complexe relatie. Een blog voor wie toe is aan relatietherapie.
Een woord vooraf
Dit is alweer het 6e jaar dat we vanuit Your Evolving Self een long read publiceren ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid. Dirk Anton gaf in 2020 een autobiografische open kimono in ‘Hoogbegaafd, een vloek en een zegen’. In 2021 schreef Kim over de hoogbegaafde thuiszitter in ‘Slim maar niet op school’. De rollercoaster ride waarin ouders van hoogbegaafde kinderen kunnen belanden, was in 2022 het onderwerp van hun gezamenlijke blog ‘Wanneer de eerste steen valt’. Het jaar daarop schreven ze over ‘Hoogbegaafden als driver van vernieuwing’. De bijdrage van 2024 borduurde daarop voort met ‘Succesvol innoveren als hoogbegaafde’.
Dit jaar pakt Dirk Anton een thema bij de kop dat de afgelopen 9 jaar bij zijn inmiddels honderden individuele begeleidingen regelmatig aan bod is gekomen, maar niet vaak publiek wordt geadresseerd: geld. It makes the world go round, maar wat nu als je zelf een vierkantje bent…
Deze blog gaat in op de soms weerbarstige relatie tussen hoogbegaafden en geld, maar ook op hoe je die relatie kunt verbeteren en je begaafdheid verantwoord te gelde kunt maken, zodat je daadwerkelijk ontvangt wat je verdient.
Inleiding
Hoogbegaafden verhouden zich niet altijd makkelijk tot geld: praktisch, maar ook als concept. It’s a complex relationship. Waar geld in de maatschappij vaak als graadmeter voor succes wordt gezien, voelen veel hoogbegaafden aarzeling en weerstand om hun talenten te koppelen aan financieel voordeel. Ze willen bijdragen, vernieuwen, oplossen en creëren, maar onderhandelen over geld, tarieven bepalen of hun waarde claimen voelt ongemakkelijk of zelfs onnatuurlijk. Tegelijkertijd kan het enorm knagen, dat duidelijk minder getalenteerde en minder ethisch handelende mensen een veelvoud verdienen van wat ze zelf doen; dit aan zichzelf toegeven, is vaak al een uitdaging, omdat ze ook nog eens van zichzelf vinden dat ze ‘daar eigenlijk boven zouden moeten staan’.
Tijd om daar verandering in te brengen, want de wereld verdient de bijdrage van hoogbegaafden en zij verdienen een eerlijke vergoeding voor hun inbreng. Laten we, om dat te bewerkstelligen, beginnen bij het begin.
Over talenten, goud en zilver
De waarde die we aan geld hechten is door de geschiedenis heen sterk veranderd. Tot in de twintigste eeuw vertegenwoordigde elke munt of elk biljet een vaste hoeveelheid goud. Munten zelf bestonden vaak uit edelmetaal. Dit gaf geld een tastbare, objectieve waarde. Sinds het loslaten van de gouden standaard is geld steeds abstracter geworden — een systeem van vertrouwen en verwachting, maar ook van machtsongelijkheid en misbruik, zonder directe koppeling aan een fysieke waarde. Het is een (ver)rekeneenheid geworden.
Voor veel hoogbegaafden, die vaak behoefte hebben aan integriteit, betekenis en logica, heeft dit bijgedragen aan hun ongemak rondom geld. Als de waarde van geld vooral berust op perceptie en eenzijdig opgelegde economische spelregels, kan het moeilijk zijn om er je eigen waarde aan te koppelen. Dat met de druk op de knop uit het niets geld wordt gecreëerd voor een hypotheek waar je vervolgens nog 30 jaar hard voor moet werken om deze af te lossen, helpt ook niet. Meer dan eens heb ik hoogbegaafden horen aangeven, dat ze problemen hebben met het concept geld op zich en dat een ideale wereld zonder zou moeten kunnen. Wellicht zijn ze in dit verband hun tijd vooruit, maar voorlopig is geld nog een gegeven waar je je toe zult moeten verhouden.
© Max Jahrehorn, Oxider.
In de Romeinse tijd was een ‘Talent’, waar maar liefst 240 stuks van zo’n prachtige Solidus als op de foto tegenover stonden, een concrete valuta-eenheid met grote waarde. Omgerekend naar de huidige tijd vertegenwoordigt één talent de waarde van vele jaarsalarissen! Van hoogbegaafden wordt nog wel eens gezegd dat ze gezegend zijn met talenten en je zou dan ook verwachten dat ze makkelijk daarmee in hun onderhoud kunnen voorzien. Maar dat gaat niet vanzelf, zoals een treffende parabel uit de bijbel vertelt.
Photo by Etienne Girardet via Unsplash.com.
In de ‘Gelijkenis van de Talenten’ krijgen drie dienaren van hun heer elk een aantal talenten om te beheren. De twee die hun talenten investeren, verdubbelen hun waarde. De dienaar die zijn talent begraaft uit angst, die spaarde met andere woorden, kan geen rendement laten zien en wordt berispt; al gebiedt de eerlijkheid om te zeggen, dat de laatste dienaar maar één enkel talent had ontvangen en de anderen een veelvoud. Maar de boodschap is duidelijk:
Je talenten ontwikkelen waarde als je ze inzet, zichtbaar maakt en vermenigvuldigt.
Wanneer je je talenten verborgen houdt, zul je de waarde juist zien verdampen.
Hoogbegaafdheid krijgt dus pas echt waarde in een actieve, wederkerige relatie tot de wereld om je heen.
intermezzo: wanneer overexcitability de overhand krijgt
Al gaat deze blog over hoe je je begaafdheid te gelde maakt, het thema geld en hoogbegaafdheid zou niet compleet zijn zonder een intermezzo over de impact die overexcitability kan hebben op je omgang met geld. Overexcitability, een intense neurologische en emotionele respons op stimuli, is iets waar nogal wat hoogbegaafden mee behept zijn en wat ertoe kan leiden, dat je jezelf slecht kunt remmen waar het aankomt op geld uitgeven. Menig hoogbegaafde is in flinke financiële problemen gekomen hierdoor en het is dus iets om zeer serieus te nemen. Wellicht zelfs op te nemen in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren in het kader van preventie.
Overexcitability kan een kostbare hb-eigenschap worden.
Photo by Mohammad Metri via Unsplash.com
Menig klant van me heeft een schrikbarend grote verzameling boeken, (sport)schoenen, kleren, platen/CD’s, electronica, instrumenten, lego sets en dergelijke. Voordat je in stereotypen denkt: het betreft ook uitdrukkelijk mannen met een enorme schoenenverzameling. There’s an Imelda Marcos in some men too!
Zelf heb ik een uitdrukkelijke tik voor boeken, Italiaanse schoenen en jasjes. En helaas was ik een kind van het CD tijdperk, waardoor ik ook veel (veel!) geld heb uitgegeven aan CD’s. Lang leve streaming, al geeft dat niet dezelfde fix. 😉
Wanneer je iets ziet dat je intens weet te raken, absorbeert het je bewustzijn. Pas wanneer je datgene gekocht hebt, kun je het weer loslaten en keert de rust in je systeem weer terug. Totdat de volgende verleiding op je radar opduikt natuurlijk. Zeker de dopamine gevoelige, creatieve Gifted Hunters onder de begaafden, zullen dit fenomeen herkennen. Het helpt je bij het omgaan met zowel de alledaagse saaiheid, als de interne spanning die bepaalde zaken in je kunnen oproepen.
De 5 overexcitabilities hebben ieder een eigen invloed op hoe, en waaraan, je je geld uitgeeft:
1. Psychomotorische Overexcitability → Impulsieve Uitgaven
Deze mensen zoeken constant stimulatie, wat kan leiden tot impulsieve aankopen voor opwinding of afleiding.
Ze kunnen zich bezighouden met retailtherapy, waarbij ze dingen kopen puur om zich bezig te houden of zich beter te voelen.
2. Sensorische Overexcitability → Luxe of Ervaringsgerichte Uitgaven
Een grote waardering voor zintuiglijke ervaringen (aanraking, geur, esthetiek) kan leiden tot uitgaven aan luxeproducten zoals designerkleding, gastronomisch eten of high-end interieurartikelen.
Ze kunnen prioriteit geven aan comfort, schoonheid of verwennerij, maar ook aan reizen, uit eten gaan of wellness-ervaringen.
3. Intellectuele Overexcitability → Uitgaven aan Kennis en Onderzoek
Een onverzadigbare drang om te leren kan leiden tot overbesteding aan boeken, cursussen, technologie of educatieve tools.
Ze kunnen overbesteding rechtvaardigen als een “investering” in hun intellectuele groei, wat leidt tot stapels ongelezen boeken of ongebruikte abonnementen.
4. verbeeldende Overexcitability → Uitgaven aan Creatieve of Fantasievolle Bezigheden
Een rijke verbeelding kan leiden tot aankopen voor creatieve hobby’s, zoals kunstbenodigdheden, schrijfmaterialen, gaming of knutselspullen.
Ze kunnen bepaalde levensstijlen idealiseren en te veel uitgeven om een bepaalde esthetiek of droomwereld te creëren. Cosplay galore!
5. Emotionele Overexcitability → Uitgaven aan Anderen of Emotionele Troost
Zeer empathische mensen kunnen te veel uitgeven aan liefdadigheid, cadeaus voor anderen of het financieel ondersteunen van vrienden en familie. Dit is niet bepaald zonder risico.
Emotionele intensiteit kan, naast een overdaad aan comfort food, leiden tot retailtherapy als een manier om met stress om te gaan, waarbij spullen worden gekocht om emotionele pijn te verzachten.
Hier valt nog veel meer over te zeggen, onder andere over de relatie met het soms afwijkende tijdsbesef van overprikkelbare begaafden. Wellicht iets voor een volgende blog of het Gifted Hunter YouTube kanaal dat richting deze zomer online gaat. Laat zeker even weten wanneer dit onderwerp je aanspreekt en je op de mailinglijst wil komen. Je ontvangt dan bericht wanneer het kanaal live gaat.
Er zijn meerdere manieren om overexcitability je niet de financiële kop te laten kosten. hiermee om te gaan:
Je kunt jezelf van tevoren een niet onderhandelbaar maximum stellen wanneer je iets gaat kopen of gaat bieden op een veiling, of
jezelf een beloning bij afronding van een grote klus in het vooruitzicht stellen, of
uitsluitend met een personal shopper met vast budget 2x per jaar inkopen doen, waar het kleren of schoenen betreft.
De rode draad is dat je, voordat de overexcitability je in de greep heeft, zelf bepaalt wat een verantwoorde uitgave is, wat je makkelijk kunt missen, zonder dat het je financiële going concern en toekomst aantast.
Geld vragen: ongepast of juist goed?
Terug naar het hoofdonderwerp: je begaafdheid te gelde maken. Voor hoogbegaafden is geld zelden een doel op zich. Hun motivatie komt voort uit nieuwsgierigheid, zingeving en de drang om te vernieuwen. Dat maakt dat ze geld soms wantrouwen of er zelfs op neerkijken. Toch is er een directe relatie tussen je gevoel van eigenwaarde en de prijs die je durft te vragen voor je werk. Wie zichzelf niet voldoende waardeert, vindt het moeilijk om een passend tarief te vragen. Of, als werknemer, om een loonsverhoging of promotie. Solliciteren op een hogere functie kan je hierdoor ook onterecht afschrikken. Veel hoogbegaafden zien hun talenten als vanzelfsprekend, waardoor ze onderschatten hoeveel waarde ze daadwerkelijk toevoegen.
De lat wordt hoog gelegd ten aanzien van de eigen prestaties. Ze zijn niet snel tevreden en zijn, na het neerzetten van een mooie prestatie, zelf allang weer bezig met het volgende project. Ook dit helpt niet om je werk op waarde te schatten. Perfectionisme kan bovendien leiden tot langdurig sleutelen aan projecten, zonder dat hier direct inkomsten tegenover staan.
Daarnaast kan een te sterk rechtvaardigheidsgevoel, een te grote empathie, het moeilijk maken om stevige tarieven te vragen of een passend salaris, omdat hoogbegaafden hun diensten vaak willen leveren vanuit passie of maatschappelijke betrokkenheid. Eveneens in dit opzicht wordt de lat wel heel hoog gelegd door sommige hoogbegaafden. Hoe raar het ook klinkt, zelfs empathie kent een punt van afnemende meeropbrengst; teveel kan zelfs schadelijk worden voor de andere kant. Bijvoorbeeld doordat die te weinig zelf in beweging hoeft te komen, te weinig eigenaarschap hoeft te laten zien.
Door te zeer gericht te zijn op de ander, helemaal op zijn of haar (vermeend problematische) financiële situatie, kun je jezelf tekort gaan doen. Ook, of misschien wel juist, in de dienstverlenende beroepen is professionele distantie een absolute must voor wie optimaal resultaat wil afleveren. De lat mág dan niet alleen een stukje lager, het moet, in het belang van beide partijen. Juist het vragen van een gepast bedrag draagt bij aan een gezonde verhouding tussen werkgever en werknemer, dienstverlener en cliënt. Een gezonde relatie tot geld kan alleen bestaan bij een gezonde relatie tussen mensen. En vice versa.
Wanneer je de lat te hoog legt, maak je het jezelf onnodig moeilijk.
Photo by Randy Fath via Unsplash.com.
Ook kan een afkeer van routine en hiërarchie ertoe leiden dat hoogbegaafden minder goed passen binnen traditionele organisaties, waar stabiel inkomen vaak gegarandeerd is. Het vermogen om breed te denken en continu nieuwe interesses te ontwikkelen, maakt bovendien dat ze zichzelf soms versnipperen, waardoor focus op hun financiële positie ontbreekt. En om het maar even klip en klaar te stellen: Wie in loondienst is, moet het belang van de organisatie voorop zetten, en wel zoals dat is bepaald door het management. Wat je er zelf ook van vindt. Wanneer je andere ideeën hebt over wat zou moeten gebeuren, dan is het tijd voor een goed gesprek. Kun je elkaar daarin vinden, prima. Zo niet, trek dan je consequenties.
Ook zijn vele hoogbegaafden van mening, in een ideale wereld overigens terecht, dat hun prestaties maar voor zich moeten spreken. Jezelf etaleren of, oh gruwel, verkopen, is dan uit den boze. Niet zelden is de oorsprong van deze overtuiging te vinden in de vroege jeugd.
De invloed van biografie en context
Wat hoogbegaafden soms nog wel eens teveel hebben aan eigen-wijsheid, komen ze nogal eens tekort aan eigen-waarde en dat is niet zo vreemd. Wie zich van jongs af aan niet thuis heeft gevoeld binnen gezin, school en andere sociale settings, ontwikkelt zelden een gezond gevoel van eigenwaarde. Wanneer je anders denkt, voelt en handelt dan de mensen om je heen, kan dit leiden tot vervreemding en het gevoel dat je niet gewaardeerd wordt. Helemaal wanneer het onveilig was om jezelf in je volle glorie, kwetsbaarheid, breedte en diepte te laten zien. Het gebrek aan erkenning en begrip kan ertoe leiden dat je je eigen waarde niet ziet, omdat de spiegel die de omgeving biedt, vertroebeld is.
Wanneer je herhaaldelijk de boodschap krijgt dat je 'te moeilijk', 'te snel' of 'te anders' bent, ga je twijfelen aan jezelf, wat je eigenwaarde aantast. Dat maakt het moeilijk om in de volwassenheid een stevig financieel zelfbeeld te ontwikkelen. Wie zichzelf van jongs af aan heeft leren aanpassen of onzichtbaar maken, zal ook moeite hebben om haar talenten expliciet financieel te verzilveren. Daarom is het essentieel dat hoogbegaafden hun eigen biografie onderzoeken en actief werken aan een gezonde relatie met hun eigenwaarde en de waarde die ze leveren. Zelfreflectie en het zoeken naar gelijkgestemden is cruciaal om los te kunnen komen van externe maatstaven en je eigen talenten te leren herkennen en op waarde te schatten; een voorwaarde voor het kunnen laten floreren van je financiën.
Duik in je voorgeschiedenis en die van je ouders.
Photo by Roman Kraft via Unsplash.com
Het is ook de moeite waard om eens na te gaan wat het heersende geldparadigma was in je ouderlijk huis. Hoe stonden je ouders tegenover geld? Was het een belangrijk thema voor ze? Was er een tekort aan of was het juist ruim voorhanden? Kortom, wat voor boodschappen over geld gaven ze je mee?
Ik heb nogal eens hoogbegaafden met een zeer kerkelijke opvoeding zien worstelen met geld (en met voor zichzelf opkomen en zichzelf laten zien overigens). Juist omdat ze zo sensitief, empathisch en ethisch zorgvuldig waren als kind, drukte de ouderlijke opvatting een bijna onuitwisbaar stempel op ze: geld vragen werd daardoor erg ingewikkeld en geld ontvangen zonder schuldgevoel of een gevoel van grote verplichting, evenzeer.
Met dienstbaarheid ten koste van jezelf is alleen niemand gediend. Het is dan ook zinvol om jezelf de vraag te stellen: Hoe zie ik geld eigenlijk? Als wortel van het kwaad, een noodzakelijk kwaad, een neutraal iets, een welkom middel of een geweldig doel op zich? Sta hier echt eens goed en wat langer bij stil wanneer je bij jezelf een lading op het onderwerp ervaart.
Een andere omgeving kan wonderen doen
Gedrag ontstaat in de context, maar de mindset die daaraan vooraf gaat, evenzeer. Het is enorm lastig om je houding ten aanzien van geld te veranderen, wanneer je in dezelfde kringen blijft verkeren. Wanneer je vooral mensen in je omgeving hebt die negatief tegenover geld staan of er niet verantwoord mee om kunnen gaan, kan het tijd zijn om verandering in je sociale omgeving aan te brengen.
Een cliënt die vele jaren vastzat in een vriendengroep die niet bepaald positief was en daar een stevige break mee gemaakt had, constateerde laatst dat “…voor het eerst de dingen lekker lopen in mijn leven. Ik ben het jaar zo goed begonnen, het stroomt. Wat ben ik daar blij mee!”
Je context van vroeger kun je niet meer veranderen, die van het heden en je toekomst wel.
Geld en de arbeidsmarkt
Hoogbegaafden beschikken vaak over kwaliteiten die hen in staat zouden moeten stellen om hoge posities in de samenleving te bekleden en succesvolle carrières op te bouwen. Toch blijkt dit in de praktijk niet altijd het geval te zijn, wat kan leiden tot gevoelens van frustratie, vooral wanneer zij zien dat anderen met ogenschijnlijk minder kwaliteiten financieel en professioneel succesvoller zijn.
Een van de redenen daarvoor is dat hoogbegaafden vaak hun tijd vooruit zijn. Ze zien ontwikkelingen aankomen voordat anderen ze opmerken. Ze hebben een complex denkvermogen, zien patronen, details en onderlinge verbanden en bedenken oplossingen die de massa nog niet begrijpt. Ze zien trends, mogelijkheden of risico’s vaak al lang voordat hun omgeving er oog voor heeft. Dit vooruitlopen op de troepen kan leiden tot onbegrip of zelfs weerstand. Ideeën worden als te complex, te vergezocht of te disruptief ervaren. Dat zorgt ervoor dat hun bijdragen in het hier en nu niet altijd worden herkend of gewaardeerd. In mijn hoogbegaafdheidsautobiografie trek ik de parallel met de Vloek van Cassandra (het goed zien, maar niet geloofd worden), want het kan zonder meer als een vloek aanvoelen om hiermee behept te zijn. Pas wanneer de omgeving de inzichten inhaalt, ontstaat er soms erkenning, al zijn ze zelf allang weer verder met hun denken, waardoor het behaalde gelijk als een Pyrrusoverwinning voelt. Voor hoogbegaafden betekent dit dat ze op hun intuïtie moeten vertrouwen en hun eigen koers durven varen, ook zonder directe bevestiging (feedback) uit hun omgeving.
Een ondersteunende vriendschap onder gelijken is onbetaalbaar.
Photo by Nonresident via Unsplash.com
Het besef dat je vooruitdenken een kracht is, helpt om je eigen waarde los te koppelen van de tijdelijke erkenning die je krijgt. Wanneer je minimaal één ontwikkelingsgelijke vriend(in), partner of collega hebt, is dit makkelijker te doen. Zo iemand zal je kunnen volgen en het helpt enorm wanneer er tenminste één iemand is, die je de boodschap mee kan geven: “Je bent niet gek. Je ziet het goed, maar bent gewoon je tijd vooruit. Blijf vertrouwen op jezelf en hou vol.”
Hoogbegaafden denken en functioneren als gezegd vaak anders dan hun collega's. Hun neiging om functieoverstijgend te werken en zelf werk te creëren omdat ze zien wat nodig is, kan botsen met traditionele bedrijfsstructuren. Bovendien functioneren hoogbegaafden doorgaans slecht in starre organisaties waarin loyaliteit, hiërarchie en conformiteit belangrijker zijn dan rechtvaardigheid en vernieuwing. Dat zorgt ervoor dat ze onder hun (potentieel salaris-)niveau werken, sneller uitstromen of hun bijdrage in informele rollen leveren. Tegelijkertijd zien ze als gezegd dat collega’s met minder talent financieel vaak succesvoller zijn — een pijnpunt dat hun gevoel van eigenwaarde, en daarmee hun relatie tot geld, nog verder onder druk zet: “ik zou het toch verder moeten hebben kunnen schoppen, ik had allang financieel onafhankelijk moeten kunnen zijn.” Deze gedachten zijn hen dan niet vreemd.
“We zullen onszelf echt moeten leren kennen, kennis en vaardigheden moeten ontwikkelen om voor onszelf te zorgen. De gebruikelijke maatschappelijke paden bieden geen garanties meer en je kunt er niet meer vanuit gaan dat de welvaartsstaat voor je zal zorgen bij ziekte en pensionering. Employment is dead or soon will be, chargerend gezegd. Actieve betrokkenheid bij je toekomst is noodzakelijk.”
De economische tijden zijn ingrijpend aan het veranderen, onze naoorlogse welvaartsstaat staat onder druk. Daarnaast veranderen geopolitieke en technologische ontwikkelingen (o.a. AI) de arbeidsmarkt en het landschap van onze toekomst ingrijpend. Niet alleen hoogbegaafden zullen beter voor zichzelf moeten leren opkomen. Employment is dead. Or soon will be. Dit kan zomaar eens een blessing in disguise kunnen blijken te zijn. Het dwingt ons allen ertoe om bewuster zelf aan het stuur te gaan staan van onze loopbaan. En dat biedt de kans om nu eindelijk eens te gaan doen wat je diep van binnen altijd eens wilde doen, maar niet durfde. Ja, je loopt meer risico, maar de opbrengst kan daardoor ook veel groter zijn; een prima optie wanneer je genoeg ervan hebt dat collega’s die disfunctioneren hetzelfde verdienen als jij. En laten we wel zijn, veel hoogbegaafden, zeker de Gifted Hunters onder ons, snakken naar feeling alive.
Mocht een meer ondernemende positie innemen nog erg spannend klinken, bedenk dan dat risico nemen iets anders is als onverantwoordelijk bezig zijn. Naast het onderwerp persoonlijke financiën, zou er wat mij betreft ook aan ondernemersvaardigheden aandacht moeten worden besteed bij de begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren. Jong geleerd…
Geld ontvangen: Moeilijk of juist makkelijk?
Wanneer je dit stuk tot hier hebt gelezen, ben je ongetwijfeld wel toe om te lezen wat je nu kunt doen om eindelijk eens te gaan ontvangen wat je vindt dat je verdient. Je hebt al gemerkt dat wachten tot iemand je waarde inziet en uit zichzelf doorkomt met een daarbij passende beloning, niet werkt. Gelukkig zijn er concrete stappen die je als hoogbegaafde kunt zetten om een gezondere relatie met geld op te bouwen en je talenten financieel te verzilveren:
1. Word echt goed in wat je doet en laat dat zien: Zet je kennis en unieke denkwijze in de etalage. Deel je inzichten, schrijf blogs, geef presentaties of start een eigen adviespraktijk. Zichtbaarheid vergroot je financiële kansen. Maar zorg er wel voor dat je écht goed in bent in wat je doet. Alleen ideeën, potentieel en AI-geproduceerde fabricaten zijn daarvoor onvoldoende; je zult aan de bak moeten en zelf vaardigheden moeten ontwikkelen. Je zult moeten investeren in jezelf en je kunde. Nu kunnen bij uitstek hoogbegaafden meesterschap bereiken in minder dan 10.000 uur wanneer ze heel bewust oefenen en trainen, maar helemaal zonder bloed, zweet, tranen en een substantiële tijdsinvestering lukt het ook hen niet.
“Bluffing your way into ‘xyz’ is not an option for the gifted.”
Wees niet bang voor het vragen van feedback of testimonials aan de mensen met wie je een puur professionele relatie onderhoudt: bazen, collega’s of klanten. Juist die geven je het meest objectieve beeld van de toegevoegde waarde die je voor ze hebt en wat je mogelijk nog te doen hebt om deze te vergroten. Omdat we geloven in de noodzaak om zelf het goede voorbeeld te geven, hebben we op onze homepage daarom ook vele testimonials opgenomen en de resultaten van een klantonderzoek. Transparant en zichtbaar. In het Your Evolving Self rapport hebben we dan ook niet voor niets deze quote opgenomen van Steve Martin: Be so good they cannot ignore you!
P. 110-111 uit: Geef je organisatie toekomst, Kim Castenmiller & Dirk Anton van Mulligen, 2012.
2. Ontwikkel je ondernemersvaardigheden. Ondernemerschap helpt je om creativiteit te koppelen aan praktische actie en commercieel bewustzijn. Door te leren hoe je je waarde zichtbaar maakt, hoe je diensten in de markt zet en hoe je onderhandelt over tarieven/salaris, wordt de kloof tussen talent en financiële opbrengst kleiner. Bovendien geeft ondernemerschap de vrijheid om zelf richting te geven aan werk dat aansluit bij je drang naar autonomie, innovatie en zingeving. Zo worden je unieke kwaliteiten niet alleen zichtbaar, maar ook gewaardeerd én beloond.
Leer dus hoe je je toegevoegde waarde vertaalt naar vermarktbare producten of diensten, en die vervolgens naar tarieven, de weerslag van je marktwaarde. Volg trainingen in onderhandelen, waardepropositie en ondernemerschap, zodat je naast inhoudelijk sterk ook commercieel vaardig wordt. Of zoek een ondernemende mentor en loop met deze eens een tijdje mee.
Ondernemers zijn zowel vasthoudend als flexibel en gelukkig kunnen hoogbegaafden doorgaans goed uit de voeten met een paradox! Intrapreneurship, ondernemerschap in loondienst, is een rol die past bij hoogbegaafden met een sterke behoefte aan financiële zekerheid. Zelfstandig ondernemerschap is een prima route voor hoogbegaafden die daar minder aan hechten, zoals bijvoorbeeld de zeer dynamische Thomas Kolmans uit de video over jongeren en hoogbegaafdheid in deze blog. En zoals Darwin al zei: het is niet de sterkste en ook niet de meest intelligente die overleeft; het is degene die zich het beste aan kan passen aan veranderende omstandigheden. Zeker in deze tijden is een meer ondernemende instelling een must voor iedereen geworden. Action begets action.
P. 58-59 uit: Geef je organisatie toekomst, Kim Castenmiller & Dirk Anton van Mulligen, 2012.
3. Bouw aan een waarde-vol netwerk: Zoek gelijkgestemden, mentoren en klanten die jouw waarde wél herkennen. Een netwerk dat jouw unieke bijdrage begrijpt, is goud waard. Dat doe je overigens niet met dertien in een dozijn door ChatGPT geschreven blogs of posts op LinkedIn of andere sociale media. Dat levert je ongetwijfeld likes op, maar het gaat hier om serieuze klandizie die je zoekt, om een serieuze relatie die je aan wil gaan. Kwaliteit boven kwantiteit. Verspil je kostbare tijd en energie niet aan gratuite wederzijdse bevestiging. Dat heeft een halfwaardetijd van hoogstens een paar seconden en draagt zeker niet bij aan het opbouwen en onderhouden van een echte relatie waarin over en weer waarde wordt uitgewisseld. Tijd is je meest kostbare bezit en te kostbaar om te verspillen aan dopaminehits. Spend your time wisely, preferably in real life.
P. 130-131 uit: Geef je organisatie toekomst, Kim Castenmiller & Dirk Anton van Mulligen, 2012.
4. Oefen met geld vragen: Begin klein en oefen met duidelijke tarieven en gesprekken over geld met je klant; of met je baas wanneer je in loondienst bent. Geld agenderen in periodieke gesprekken met je leidinggevende is volstrekt normaal of zou dat moeten zijn, zeker in deze inflatoire tijden. Hoe vaker je dit doet, hoe natuurlijker het wordt. Ga het dus juist niet uit de weg wanneer je je ongemakkelijk daarbij voelt. Is de interne spanning die je dat oplevert te groot, duik dan in je biografie en ga op zoek naar begeleiding daarbij; blijf niet hangen in wishful thinking of defaitisme.
Wanneer je echt goed (geworden) bent in wat je doet (zie 1.) dan kun je natuurlijk opslag of een hoger tarief gaan vragen. Zoals met zoveel zaken zul je er eerst voor moeten zorgen dat ‘je grip hebt, voordat je snelheid kunt maken.’ Dat kan een flinke uitdaging zijn voor hoogbegaafden, omdat ze van nature al zo’n hoge kloksnelheid hebben. Ze willen soms sneller dan de weerbarstige realiteit ze toelaat. Daar zul je rekening mee moeten houden. Keep at it, give it time and don’t forget to breathe.
P. 52-53 uit: Geef je organisatie toekomst, Kim Castenmiller & Dirk Anton van Mulligen, 2012.
5. Herpositioneer jezelf binnen je relatie met geld: Geld is geen vijand of noodzakelijk kwaad, maar een middel dat je vrijheid en ruimte geeft om te creëren en je eigen pad te volgen. Schrijf voor jezelf je ervaringen met geld als kind op, duik in het voorbeeld dat je ouders je gegeven hebben en hoe dat van invloed is op je huidige financiële situatie. Of het voorbeeld dat je hebt moeten missen en wat daar het gevolg van is.
Al staat dit in deze opsomming op nummer 5, dit kan zomaar het grootste effect hebben op je financiële toekomst. You don’t get the money you deserve but the money you think you deserve.
P. 150-151 uit: Geef je organisatie toekomst, Kim Castenmiller & Dirk Anton van Mulligen, 2012.
Hoe we je kunnen helpen
Hoogbegaafdheid en geld zijn thema’s die diep raken aan de identiteit en het levensverhaal van hoogbegaafden. Via het Your Evolving Self loopbaanontwikkelassessment helpen we hoogbegaafden om zicht te krijgen op hun eigen unieke talenten en drijfveren. We brengen niet alleen iemands creatieve kracht en vernieuwend vermogen in kaart, maar we onderzoeken ook de onderliggende patronen die het lastig maken om die talenten financieel te verzilveren; dit door het bekijken van je biografie door de lens van hoogbegaafdheid.
Daarnaast begeleiden we hoogbegaafden bij het vinden of creëren van een passende plek binnen organisaties of bij het ontwikkelen van een zelfstandige loopbaan. We helpen hen om de vertaalslag te maken van innovatieve ideeën naar concrete waarde voor hun omgeving, en om daarbij ook hun eigen waarde te onderkennen en uit te dragen. Door te werken aan eigenwaarde, zichtbaarheid, ondernemerschap en strategische positionering, leren we hoogbegaafden niet alleen hoe ze hun talenten effectief in kunnen zetten, maar ook hoe ze daar eerlijk voor beloond worden.
Ons boek Geef je organisatie toekomst is geschreven als een leadership journey voor ambitieuze en begaafde vernieuwers. Geen loze ‘volg deze stappen en succes is gegarandeerd’ belofte, maar een inspirerende verzameling aan stappen die je op jouw pad kunt zetten en die in de praktijk hun waarde hebben bewezen.
Je kunt uit ‘Geef je organisatie toekomst’ altijd weer wat halen dat op jouw context van toepassing is en je verder helpt om jezelf en je organisatie succesvol verder te ontwikkelen.
Klik hier voor onze promoties tijdens de Week van de Hoogbegaafdheid 2025
Tot slot
Onze toekomst heeft de beste en meest blije versie van jou hard nodig!
Photo by Kiana Bosman via Unsplash.com
Hoogbegaafden hoeven geen moeizame relatie met geld te hebben. Hoogbegaafdheid is namelijk veel meer dan een lijstje met kwaliteiten als: snelle denkers, creatieve probleemoplossers en een onverzadigbare nieuwsgierigheid. Het is een dynamisch potentieel dat, mits goed geïdentificeerd, begrepen en ontwikkeld, kan uitgroeien tot een krachtige motor voor persoonlijke, professionele én financiële groei.
Maar hoe laat je dit potentieel voor je werken? Het antwoord ligt in de verbinding en uiteindelijk integratie van:
je persoonlijkheid en je kenmerken van hoogbegaafdheid,
je unieke levensverhaal en daaruit voortkomende overtuigingen, en
de eisen van de hedendaagse (arbeids)markt.
Door je eigen waarde te erkennen, je biografie onder de loep te nemen en praktische ondernemersvaardigheden te ontwikkelen, kun je je talenten omzetten in een gezonde financiële stroom. Geld is geen doel, maar een krachtig middel om je unieke bijdrage aan de wereld mogelijk te maken. Het is tijd om je talenten niet te begraven, maar te verzilveren — voor jezelf en voor de samenleving die jouw inbreng hard nodig heeft.
Veel plezier en succes daarbij!
Dirk Anton van Mulligen
© Maart 2025, alle rechten voorbehouden.
De Week van de Hoogbegaafdheid is inmiddels afgelopen. De acties zijn daarmee komen te vervallen.
Naschrift:
Het baanbrekende boek ‘De Onderwijstrilogie, met ons onderwijs de toekomst in’ van Kim Castenmiller verschijnt medio 2025.
Als altijd mijn #moderatiedisclaimer: Het is fijn wanneer een post goed ontvangen wordt en je een reactie achterlaat. Maar mocht daar dan weer geen commentaar op volgen, of wordt je reactie zelfs verwijderd, trek het je dan niet persoonlijk aan. Nieuwsgierig naar mijn moderatieprincipes? Dan kun je ze hier terugvinden. Bedankt voor je begrip!
Bannerfoto: Gouden Solidus van Valentinianus III, Romeinse keizer van 425-455. De munt is opgegraven in Sandby Borg, Zweden. © Max Jahrehorn, Oxider.
Waarom uitkomen voor hoogbegaafdheid nog zo lastig is
“Ik zeg nog eerder dat ik Asperger heb, dan dat ik hoogbegaafd ben.”
“… en weet je wat hij zei toen ik vertelde dat ik hoogbegaafd ben? Iedere gek zijn gebrek!”
“Ik herken mezelf volledig in wat je zei over hoogbegaafdheid, maar ik ben zeker niet hoogbegaafd.”
”Voor ADHD hebben mensen begrip, maar tegen mijn prikkelgevoeligheid als hoogbegaafde wordt raar aangekeken, alsof ik me aanstel.”
“Niet iedereen reageerde even fijn toen ik aangaf hoogbegaafd te zijn. Ik kon merken dat sommigen me maar arrogant vonden, anderen reageerden juist afstandelijk of wat onzeker.”
“Ik heb geen IQ test gedaan, dus ik durf aan niemand te vertellen dat ik hoogbegaafd ben.”
Zomaar wat geluiden die ik de afgelopen weken heb gehoord en niet hoefde te verzinnen om deze blog wat op te leuken! Dat er nog zo’n lading op het uitkomen voor hoogbegaafdheid zit, is voor mij de aanleiding om in deze blog de 3 hoofdoorzaken hiervan uiteen te zetten. Het is ook een pleidooi om het zeker wél te doen, om het beestje bij de naam te noemen, en tegelijkertijd om ook het belang ervan niet te overschatten, wat geldt voor vrijwel alle labels en diagnoses…
“Ik zeg nog eerder dat ik Asperger heb, dan dat ik hoogbegaafd ben.”
“… en weet je wat hij zei toen ik vertelde dat ik hoogbegaafd ben? Iedere gek zijn gebrek!”
“Ik herken mezelf volledig in wat je zei over hoogbegaafdheid, maar ik ben zeker niet hoogbegaafd.”
”Voor ADHD hebben mensen begrip, maar tegen mijn prikkelgevoeligheid als hoogbegaafde wordt maar raar aangekeken, alsof ik me aanstel.”
“Niet iedereen reageerde even fijn toen ik aangaf hoogbegaafd te zijn. Ik kon merken dat sommigen me maar arrogant vonden, anderen reageerden juist afstandelijk of wat onzeker.”
“Ik heb geen IQ test gedaan, dus ik durf aan niemand te vertellen dat ik hoogbegaafd ben.”
Zomaar wat geluiden die ik de afgelopen weken heb gehoord. Dat er nog zo’n lading op het uitkomen voor hoogbegaafdheid zit, is de aanleiding om in deze blog de drie hoofdoorzaken hiervan uiteen te zetten. Het is ook een pleidooi om het zeker wél te doen, om het beestje bij de naam te noemen, en tegelijkertijd om ook het belang ervan niet te overschatten, wat geldt voor vrijwel alle labels en diagnoses.
uit de kast komen als hoogbegaafde
Bij hoogbegaafdheid wordt er vaak gedacht aan superslimme mensen die moeiteloos door het leven gaan. Maar klopt dat beeld wel? Dit was de insteek van het radiointerview met Sofie van de Waart en mijzelf op 13 maart jongstleden ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid op NPO Radio 1. Direct aan begin kreeg ik van Jurgen van den Berg de vraag “Bent u superslim?” Al lijk ik daarop direct te antwoorden, ik dacht bliksemsnel na over waar ik nou goed aan deed. Dat ik de vraag met een helder “Ja.” beantwoordde, was heel bewust om een signaal af te geven aan de vele hoogbegaafden die moeite hebben om voor hun hoogbegaafdheid uit te komen: Aarzel niet langer, maar kom er gewoon voor uit.
Ook ik heb lang geaarzeld om publiek te gaan met mijn hoogbegaafdheid; dit ondanks dat ik het bewijs daarvoor op schrift had. Er zijn drie redenen waarom het zo lastig kan zijn. Eentje bevindt zich intern, in jezelf als hoogbegaafde, eentje in de buitenwereld en eentje is een weeffout in de terminologie die niet helpend is.
Zelftwijfel, perfectionisme en het stemmetje van binnen
Om succesvol te zijn in deze samenleving zijn executieve functies en zelfvertrouwen doorgaans belangrijker dan de inhoud en kwaliteit die je levert. Of zoals Peter Gillis pleegt te zeggen "de massa is kassa". Daar zijn hoogbegaafden vaak niet zo in thuis. Ze behoren niet tot de massa en worden regelmatig geplaagd door twijfel: “Is het wel echt goed genoeg wat ik doe en ben ik zelf wel goed genoeg?”. Dit stemmetje van binnen, de altijd aanstaande kritische zelfmonitoring, is een consequentie van het hebben van een hoog bewustzijnsniveau gecombineerd met perfectionisme en een gebrek aan succes gemeten naar de maatstaven van deze farmer’s world niet te vergeten. Want daarom komt juist het niet kunnen laten zien van een diploma of ondersteunende IQ test, zo hard binnen bij hoogbegaafden. Dat voelt aan als falen, als tekortschieten.
Het is zonder meer frustrerend om te zien hoe anderen met veel bravoure en succes zichzelf verkopen, terwijl jij die meer in huis hebt, het zo lastig hebt. En juist succeservaringen heb je keihard nodig wanneer je niet bepaald gemiddeld bent. Op school, maar zeker ook later in het werkende leven.
Perfectionisme en het vermogen tot in detail scherp te zien, leiden onvermijdelijk tot (zelf)twijfel, wat niet bevorderlijk is voor het succesvol aan de man brengen van je idee, product of dienst. Je ziet altijd wat er beter kan. Of in jouw ogen beter moet! Dit geldt ook voor jezelf ‘vermarkten’. Er wordt meer en meer verwacht dat je jezelf presenteert, verkoopt en jezelf beschouwt als ‘Brand called You’. Alleen is de meetlat waar jij jezelf langs langs legt zo hoog, dat deze verlammend werkt. Je stemmetje vertelt je dat je nooit kunt voldoen aan het ideaalplaatje dat je voor ogen hebt, dat anderen je vast zullen uitlachen omdat ze ‘het’ niet zien. Deze dynamiek aan de binnenzijde van je persoon is een grote rem op het zelfbewust uitkomen voor je hoogbegaafdheid. Maar daarmee zijn we er nog niet. Ook de buitenwereld werkt niet altijd mee in dit opzicht. Het beeld dat de meeste mensen bij hoogbegaafdheid hebben, klopt (nog) niet.
Gebrek aan kennis, overvloed aan vooroordelen en verkeerde aannames
De tweede reden waarom het lastig kan zijn om uit de hb-kast te komen is extern: de mogelijke reactie van de buitenwereld. Het is een teken des tijds: ergens weinig tot niets over weten, maar wel een mening over hebben en deze stellig verkondigen. Zoals Clint Eastwood al zei: “Opinions are like assholes, everyone’s got one.” De twijfel die hoogbegaafden kenmerkt, lijkt anderen niet in de weg te zitten bij het hebben van een uitgesproken mening over hoogbegaafden, hoe onterecht ook. Dit is mede gerelateerd aan de volgende typisch Amerikaanse uitspraak: “Nobody likes a show-off.” Al te vaak wordt wat hoogbegaafden vanuit hun creatieve drang en interne motivatie laten zien, onterecht geïnterpreteerd als showing off. Niet ieder ego kan even goed omgaan met het feit dat anderen zo schijnbaar makkelijk helder stralen. Dat wordt snel als bedreigend ervaren.
Wat ook niet helpt, is dat het gemiddelde beeld dat nogal wat mensen van hoogbegaafden hebben, gekoppeld is aan extreme prestaties in de exacte vakken. Denk Albert Einstein. Of dichter bij huis het wonderkind Laurent Simons. Al wat beter kloppend is wanneer er ook gedacht wordt aan mensen als Zaha Hadid, Martha Graham, Stromae of bijvoorbeeld Elon Musk. Het gelijkschakelen van hoogbegaafdheid aan breed erkende, uitzonderlijke prestaties in de wereld zoals die tot op heden is, is alleen niet terecht. Ver afwijken van de norm maakt het namelijk niet eenvoudig om je potentieel om te zetten. Zeker niet wanneer je meer generalistisch bent ingesteld, dan specialistisch in een gevraagd of populair vakgebied.
Beelden kunnen hardnekkig zijn: zodra ze zich in je hoofd hebben genesteld, krijg je ze er maar moeilijk weer uit, ook wanneer ze verkeerd zijn. Wellicht is dat de ware boodschap van “Gij zult geen beeld maken.” Daarom zou het goed zijn, wanneer er veel meer bekendheid wordt gegeven aan wat hoogbegaafdheid is en wat het zeker niet is. Mij lijkt het goed om daar bij Biologie of Burgerschap op school al aandacht aan te besteden. Sowieso op de Pabo en in de zorg natuurlijk, maar ook bij opleidingen als Human Resources, Personeelszaken, Management en Organisatiekunde. Daarbij zou ik hoogbegaafdheid zeker niet alleen koppelen aan intelligentie, maar vooral laten aansluiten bij de definitie volgens het Delphi model:
“Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens. Intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”
Met deze omschrijving in het achterhoofd, wordt direct duidelijk dat er vele variaties van hoogbegaafdheid zijn. En dat er dus zeker niet een standaardbeeld is waar alle hoogbegaafden aan voldoen.
Als hoogbegaafde kun je ook nog eens te maken krijgen met hardnekkige misvattingen die het lastig maken om voor je hoogbegaafdheid uit te komen. Om er twee uit te lichten die in het radio-interview aan bod kwamen:
Hoogbegaafden kunnen alles goed en hebben geen ondersteuning nodig.
Hoogbegaafden zijn sociaal onhandig.
Als hoogbegaafde kun je in veel gevallen ondersteuning juist wel heel goed gebruiken. Bijvoorbeeld bij het leren omgaan met je emotionele intensiteit, bij het snel verveeld raken, bij je perfectionisme of het worstelen met executieve functies. Voor sociale onhandigheid bij hoogbegaafdheid bestaat dan weer geen enkel wetenschappelijk bewijs. Of zoals Sofie van de Waart het zegt: “Hoogbegaafden zijn soms misschien sociaal minder begaafd, maar dat geldt net zo goed voor gewone mensen, dus dat hoeft niet per se samen te gaan met hoogbegaafd zijn."
Hoogbegaafd = uit de hoogte?
Het moet gezegd worden, de term hoogbegaafd associeert niet lekker: boven een ander staand, neerkijkend, superieur, arrogant, elitair etc. Mensen kunnen, wanneer je aangeeft hoogbegaafd te zijn, daardoor gaan verwachten dat je uit de hoogte gaat doen, het hoog in de bol hebt en dat is, terecht, een doodzonde in egalitair Nederland.
Ook zit er een weeffout in de term hoogbegaafdheid zelf, zo kwam tijdens een lunch bij de Gemeente Tilburg ter sprake. Maurice van Ham gaf aan dat hij de term ‘sterkbegaafd’ veel logischer zou vinden, aangezien aan de onderkant van de IQ curve wordt gesproken over zwakbegaafd. Toen hij het zei, dacht ik: “waarom heb ik dat niet eerder gezien!” Een Cruijff momentje.
Maar er is meer. Er zijn diverse intelligentiecurves met verschillende terminologieën in omloop. Zoals die hierboven. Mijn gevoel voor systemen, symmetrie en modellen krijgt hier de kriebels van. Op één curve worden namelijk verschillende spectra bij elkaar geveegd:
beperkt <-> onbeperkt,
zwak <-> sterk,
normaal <-> abnormaal,
minder <-> meer en
laag <-> hoog!
So which one is it?!?!?! It’s enough to leave you dazed and confused! Dit is verwarrend, onlogisch en eerlijk gezegd juist bij dit thema onbegrijpelijk. Het komt weinig intelligent over en is zeker niet in lijn met de grote aandacht voor patronen en details die juist hoogbegaafden plegen te hebben. Het is niet bepaald helpend bij het creëren van een helder beeld over hoogbegaafdheid.
Maurice van Ham, die het thema aansneed, gaf aan sterkbegaafd de juiste term te vinden en dat voelt voor mij nog wel als de beste. Dan ben je in elk geval meteen af van het idee boven een ander te staan. En woorden doen er toe, want zij triggeren de beelden in je hoofd.
Noem het beestje bij de naam
If it walks like a duck, swims like a duck and quacks like a duck, it probably is a duck. Om de vaardigheden te ontdekken waar Linda Silverman in bovenstaande quote over spreekt, zul je accuraat moeten vaststellen waar je over spreekt. Alleen dan kun je eventuele problemen onderbouwd gaan oplossen, het talent van hoogbegaafden ontdekken en tot bloei laten komen. Er is zoveel onderzoek gedaan naar hoogbegaafdheid, zoveel professionals hebben hier jarenlange ervaring mee opgedaan, dat er een stevige basis staat voor het goed kunnen ondersteunen van hoogbegaafden in onderwijs en werk. Ja, er is nog veel werk aan de winkel, maar dat zit hem meer in de verspreiding van kennis, inzichten en hulpmiddelen, dan in de kennis zelf. Daarom gebruik ik zelf de term hoogbegaafd, ook al heeft sterkbegaafd mijn persoonlijke voorkeur. Een omschrijving gebruiken als ‘anders bedraad’ om de verwachte acceptatiegraad van mijn coming out te verhogen, zal ik niet zo snel doen. Het is mij te eufemistisch. Nu van paard wisselen qua terminologie, zou zonde zijn van alles wat is opgebouwd en dat risico is best reëel.
‘Neurodiversiteit’ is goed bezig allerlei om barrières te slechten en bewustzijn te creëren voor verschillen in de mentale make-up tussen mensen. Dat het een actueel thema is bij veel HR afdelingen en Personeelszaken, is een groot pluspunt. Er kan eindelijk over gesproken worden en budgetten komen beschikbaar voor training en werkarrangementen op maat. We gaan, dat is in elk geval de intentie, eindelijk eens actief en positief gebruik maken van hoe alle breinen werken. Een goede zaak, ik ben er blij mee. Toch kleeft er wel het risico aan, dat neurodiversiteit een vergaarbak wordt, een containerbegrip waar van alles en nog wat onder geschaard kan worden. Wanneer iedereen neurodivers is, is niemand het. Plus wat zegt het dan überhaupt nog? De sensitiviteit van hoogbegaafden is echt anders dan die van hoogsensitieven, zo merk ik keer op keer bij begeleidingen. En vraagt dus ook om een wat andere benadering om er goed mee om te gaan.
Dat de misdiagnoses bij hoogbegaafdheid, met name ADHD en ASS, talrijk en alomtegenwoordig zijn, wist ik. Maar dat mijn post op LinkedIn hierover meer dan 27.000 keer bekeken en veel gedeeld zou worden, heeft me desondanks verrast. Het zou zonde zijn wanneer de specifieke aspecten van hoogbegaafdheid door het gebruik van de kapstok neurodiversiteit, ondergesneeuwd zouden raken. Of zouden leiden tot verkeerde diagnoses en daarmee menselijk leed.
Er bestaat bovendien een klein, maar reëel, risico dat neurodivers, net zoals imposter syndrome, tot een excuus verwordt voor niet goed functioneren, een excuus voor het niet waarmaken van wat je voor ogen had en voor onaangepast gedrag. Je hoeft dan geen verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen aandeel want “je bent nu eenmaal zo (geworden)”. Neurodiversiteit wordt dan een reden die wordt gegeven om oorzaken niet bij jezelf te zoeken, niet met jezelf aan de slag te gaan en te blijven wijzen naar de buitenwereld die zich maar aan jou moet aanpassen. Wanneer ik deze neiging bij mijn cliënten waarneem, stel ik steevast de vraag: “Wil je door mij nu bevestigd worden in je gelijk of wil je gelukkig worden?”
Succesvolle integratie van hoogbegaafden in het onderwijs of op de werkplek vraagt om tweerichtingsverkeer. De aanpassing moet van beide kanten komen. Bovendien is een externe locus of control, het zien van de buitenwereld als bepalend voor jouw levenservaringen, psychologisch gezien zeer onwenselijk. Het staat dan ook haaks op wat we met Your Evolving Self beogen: zelf als hoogbegaafde weer aan het stuur komen te staan van je persoonlijke en professionele leven, ongeacht de omstandigheden. Juist de groep hoogbegaafden waarbij het niet vanzelf gaat in onderwijs, relaties en werk, ontwikkelt snel een externe locus of control en die zul je naar binnen moeten verleggen, wil je daadwerkelijk resultaat boeken met je begeleiding.
“Uitkomen voor hoogbegaafdheid gaat niet zozeer over jou, als wel over het accuraat benoemen van verschillen, waardoor helderheid ontstaat voor jezelf en de buitenwereld.”
Het is wat het is en niet anders. Hoe goed bedoeld ook, uitspraken als “iedereen is getalenteerd” of “we zijn allemaal gelijk” zijn niet alleen niet helpend, ze zijn misleidend. Verschillen bestaan, de natuur zit er vol mee. Dat ‘nicht war haben wollen’ zoals onze oosterburen zeggen, is een teken van een gebrek aan realiteitszin, aan gebrek aan een volwassen onderscheidend vermogen. Dat ieder mensenleven de moeite waard is, wil niet zeggen dat iedereen over een gelijkwaardig potentieel beschikt. Dat we allemaal deel uitmaken van dezelfde bron, wil niet zeggen dat we hetzelfde zijn. Juist niet, dat is namelijk de zin van dit al: de individuele ervaring als deel van het geheel. Zonder individuele kleuren geen regenboog per slot van rekening. Er bestaat geen werkelijk ‘samen’ zonder daadwerkelijk verschillende individuen. Anders praat je over een borg, over een hive-mind waarbinnen geen plaats is voor vrije wil of een geheel eigen kijk op de dingen. En de mensheid is bedoeld om zoveel meer te zijn.
Labels loslaten: pas nÁ bewezen diensten
Uitkomen voor hoogbegaafdheid raakt aan een discussie de steeds prominenter wordt, die van de zin en onzin van labels. Zo spreekt psychiater Jim van Os zich uitdrukkelijk uit tegen het gebruik van labels. Ik snap waar zijn redenatie vandaan komt. Diagnoses en labels komen weinig sympathiek over, alsof ze belangrijker zijn dan de mens die het betreft, en ze zijn zeker niet altijd helpend.
Binnen het onderwijs is bovendien maar al te vaak de realiteit, dat je geen aanspraak kunt maken op bepaalde faciliteiten, tegemoetkomingen en (financiële) support zonder een specifieke diagnose. Even langs een instantie gaan die je het gewenste label geeft, is dan, chargerend uiteraard, de weg die velen gaan. Een weg waardoor in het geval van hoogbegaafden, evenwel misdiagnoses kunnen ontstaan.
Er is dus genoeg dat tegen een star gebruik van labels spreekt. Toch lijkt het me niet handig om het kind met het badwater weg te gooien. Ik zie in de praktijk wel degelijk de meerwaarde van het label hoogbegaafd, juist omdat er zoveel onderzoek naar verricht is. Bij mijzelf en mijn cliënten zie ik de enorme meerwaarde die het herbezien van je biografie door de lens van hoogbegaafdheid, oplevert.
Daarom gebruik ik zelf zonder aarzelen de term hoogbegaafd (en helaas niet sterkbegaafd, that ship has sailed). Niet zozeer voor mezelf, labels interesseren me an sich werkelijk niets, ik ervaar inmiddels vrijwel alleen maar voordelen van mijn hoogbegaafdheid en wat heb ik op mijn leeftijd nog te bewijzen dat mijn publicaties en mijn werk niet voor mij doen. Ik doe het om anderen aan te moedigen uit de kast te komen, om de juiste hulp en support te krijgen. Om zo zelf beter te snappen hoe ze in elkaar zitten en tot bloei kunnen komen. Om zo beter uit te kunnen leggen aan de buitenwereld (partner, baas, collega’s) hoe hun gebruiksaanwijzing eruit ziet.
“Labels en diagnoses kunnen beperken en stigmatiseren, maar ook helpend zijn. Zolang je er baat bij hebt en je jezelf er niet volledig mee identificeert, hoef je ze zeker niet los te laten.”
Vanzelfsprekend ben je meer dan welk label dan ook. Een diagnose kan een complex mens nooit volledig omvatten. Maar zolang je er baat bij hebt, zolang het helpend is, zou ik niet aarzelen om het te gebruiken. Zonder jezelf er volledig mee te identificeren uiteraard, zie het puur functioneel. Aarzel dan ook niet om uit te komen voor je hoogbegaafdheid. Na bewezen diensten kun je het label altijd nog vriendelijk bedanken en er weer afscheid van nemen.
Tot slot
Hoogbegaafd of niet, je bent als mens nooit klaar met ontwikkelen, je bent nooit af. Je kunt altijd weer nieuwe kanten van jezelf te ontdekken, zeker wanneer je omstandigheden flink veranderen. Het heden ten dage veelgehoorde cliché ‘worden wie je bent’ is een teken van een beperkte blik op het ontwikkelvermogen van de neuroplastische mens. Wie je kúnt worden, is veel meer dan wie je nu denkt te zijn of zou willen zijn in je fantasie. Meer dan wat het in de samenleving goed doet in een bepaald tijdsgewricht.
Je aansluiten bij de mutual admiration and validation society is sowieso een ticket voor een ongelukkig leven. De prijs voor een paar kortdurende feel good dopaminehits is het leven van een false self. Aangejaagd door de sociale media is dat helaas een route die velen, zeker van de jongere generaties, volgen. Om met El Leon te spreken: digital narcissism is real. En het is venijnig, zo valt bijvoorbeeld te zien op het illustere How can I make this about me twitteraccount. Maar ook terug te zien in het gebruik van drugs, antidepressiva, toenemende aantallen singles en de vlucht in publiek geëtaleerd deugactivisme.
Het cirkelgedicht parafraserend, is wat we met de Your Evolving Self ontwikkelbegeleiding beogen, juist de creatie van een Self-reconnect-lens. Weer bij je ware zelf komen, om vervolgens op de ontdekkingsreis te gaan die het leven zou moeten zijn. Op basis van je ware oorsprong, je ware identiteit, je ware potentieel én de bestaande realiteit. Los van opvoeding, trauma, tribe, trends, ideologieën, clicks, likes en andere externe invloeden en programmatuur. Want wie je kunt zijn, ligt besloten in je hogere zelf, niet in je ego en zeker niet in de waan van de dag, groepssentiment of de externe prikkels die je 24/7 via het beeldscherm kunnen bereiken.
En dát is nu eens echt wat het is.
Dirk Anton van Mulligen
© April 2024, alle rechten voorbehouden.
Bijzondere dank aan Noelle Kamminga voor het mogen opnemen van haar cirkelgedicht ‘Het zelf-fool-filtertje’. Noelle is neurowetenschapper en auteur van Breinfitness. Thanks Noelle!
Misvattingen over hoogbegaafdheid: Interview NPO Radio1
Op 13 maart 2024 werden Sofie van de Waart en Dirk Anton van Mulligen geïnterviewd door Jurgen van den Berg op Radio1 voor Omroep Max over hoogbegaafdheid en de misvattingen daarover. Dit ter gelegenheid van de week van de hoogbegaafdheid. In deze blog een korte samenvatting van het interview met aansluitend de link naar de video, zodat je het hele interview kunt terugluisteren en -kijken.
Op 13 maart 2024 werden Sofie van de Waart en Dirk Anton van Mulligen geïnterviewd door Jurgen van den Berg op Radio1 voor Omroep Max over hoogbegaafdheid en de misvattingen daarover. Dit ter gelegenheid van de week van de hoogbegaafdheid. In deze blog een korte samenvatting van het interview met aansluitend de link naar de video, zodat je het hele interview kunt terugluisteren en -kijken.
Bij hoogbegaafdheid wordt er vaak gedacht aan de stereotypen: superslimme mensen die moeiteloos door het leven gaan. Maar klopt dat beeld wel? Dirk Anton van Mulligen, een hoogbegaafde die andere hoogbegaafden begeleidt in hun loopbaan, en onderwijsspecialist Sofie van de Waart delen hun blik hierop in de Week van de Hoogbegaafdheid in Villa VdB.
Van Mulligen ontdekte pas op latere leeftijd zijn hoogbegaafdheid: "Het kwartje viel rond mijn 25e. Hoewel ik altijd bovengemiddeld slim was, realiseerde ik me het pas na een aannametest bij het Ministerie van Economische Zaken. De psycholoog, die tegen z'n pensioen aanzat, zei dat hij in al die jaren nog nooit iemand had gezien met zo'n hoge score op de test."
Nadelen
Hoogbegaafdheid brengt niet alleen voordelen met zich mee, benadrukt Van Mulligen: "Je doorziet dingen snel, maar daardoor ben je ook erg snel verveeld. Hoe meer ik verplicht in het gareel moest lopen, hoe slechter de prestaties werden. Veel hoogbegaafden, en ik als kind ook, kunnen heel sensitief zijn voor geluiden. Maar we kunnen ook erg emotioneel sensitief zijn."
Daarnaast is het beeld dat hoogbegaafde kinderen zonder zorgen door school gaan een misvatting, vertelt onderwijsspecialist Sofie van de Waart: "Het onderwijssysteem is vaak niet afgestemd op hun snelheid, waardoor ze kunnen vastlopen. Een hoogbegaafd kind zou in principe in 3 jaar de basisschooltijd kunnen afronden." Op school is herkenning dus cruciaal vertelt Van de Waart: "Ontwikkelingsgelijken zijn belangrijk voor het welzijn van hoogbegaafde kinderen." Om die reden richtte Van de Waart een speciale klas voor hoogbegaafde kinderen op.
Arbeidsmarkt
Op de arbeidsmarkt ervaren hoogbegaafden uitdagingen. Van Mulligen legt uit: "Ze hebben behoefte aan vrijheid en kunnen moeite hebben met autoriteit." Niet elke organisatie past bij hoogbegaafden: "Als baas van een hoogbegaafde moet je er goed mee om kunnen gaan. Zo hebben sommige hoogbegaafden een heel sterk rechtvaardigheidsgevoel. Nou, binnen grote organisaties zijn soms heel veel politieke spelletjes, procedures, protocollen.. Dat zijn allemaal van die dingen die niet zo heel goed passen bij hoogbegaafden. Heel veel hoogbegaafden willen op voet van gelijkheid vooral resultaatgericht werken en lekker snel. En dat kan soms wringen."
Sociaal onhandig?
Tot slot vertelt Van de Waart nog dat hoogbegaafdheid gaat niet gepaard met sociale onhandigheid, zoals vaak wordt gedacht: "Dat is een misvatting, daar is ook geen wetenschappelijk bewijs voor. Ze zijn soms misschien sociaal minder begaafd, maar dat geldt net zo goed voor gewone mensen, dus dat hoeft niet per se samen te gaan met hoogbegaafd zijn."
Kijk en luister hier het hele interview terug.
Succesvol innoveren als hoogbegaafde: geef het stokje door
“Het liefst zou ik bij een think tank willen werken.” Kreeg ik maar een euro voor elke keer dat ik dat gehoord heb. Veel hoogbegaafden zien een denktank als de ideale plaats om hun vernieuwende ideeën te laten landen. Daar doe je alleen jezelf mee tekort én maak je het jezelf te makkelijk. Het is té veilig en teveel op afstand. Denktanks produceren maar al te vaak analyses, modellen, ontwerpen, rapporten en scenario’s die niet alleen ver van de praktische realiteit staan, ze leiden maar beperkt tot concrete verbeteringen.
Een innovatief idee, briljante oplossing of vernieuwende creatie daadwerkelijk laten manifesteren in deze weerbarstige realiteit, is niet eenvoudig. Maar dat geeft wel het meeste voldoening, het heeft zin. En zingeving is niet voor niets waar de meeste hoogbegaafden door gedreven worden. Het is dus de moeite waard om er je energie in te steken.
In deze blog krijg je inzichten en handvatten die je daarbij kunnen helpen, o.a. door het omkeren van een Bell curve. Nieuwsgierig geworden? Lees dan vooral verder.
Blog ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid 9-17 maart 2024 van
Dirk Anton van Mulligen.
“Wanneer zien ze nu eindelijk eens wat ik te bieden heb” gevolgd door “Het liefst zou ik bij een think tank willen werken.” Kreeg ik maar een euro voor elke keer dat ik dat gehoord heb. Veel hoogbegaafden zien een denktank als de ideale plaats om hun vernieuwende ideeën te laten landen. Op het eerste gezicht ligt dat erg voor de hand, maar wanneer je er wat langer over nadenkt, wordt duidelijk dat je daar jezelf mee tekort doet én het jezelf te makkelijk maakt. Het is te veilig, te vrijblijvend en teveel op afstand. Denktanks produceren namelijk maar al te vaak analyses, modellen, ontwerpen, rapporten en scenario’s die niet alleen ver van de praktische realiteit staan, ze leiden maar beperkt tot concrete verbeteringen.
Een innovatief idee, briljante oplossing of vernieuwende creatie daadwerkelijk laten manifesteren in deze weerbarstige realiteit, is niet eenvoudig. Maar dat geeft wel het meeste voldoening, het heeft zin. En zingeving is niet voor niets waar de meeste hoogbegaafden door gedreven worden. Het is dus de moeite waard om er je energie in te steken.
In deze blog krijg je inzichten en handvatten die je daarbij kunnen helpen, o.a. door het omkeren van de Bell curve. Nieuwsgierig geworden? Lees dan vooral verder.
Een woord vooraf
Vier keer eerder publiceerden we vanuit Your Evolving Self ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid. Dirk Anton van Mulligen gaf in 2020 een autobiografische open kimono over hoe het is om hoogbegaafd te zijn in ‘Hoogbegaafd, een vloek en een zegen’. In 2021 schreef Kim Castenmiller over de hoogbegaafde thuiszitter in ‘Slim maar niet op school’. De rollercoaster ride waarin ouders van hoogbegaafde kinderen kunnen belanden, was in 2022 het onderwerp van hun gezamenlijke blog ‘Wanneer de eerste steen valt’. Vorig jaar schreven ze over ‘Hoogbegaafden als driver van vernieuwing’.
De bijdrage van dit jaar borduurt voort op deze laatste en op het boek ‘Geef je organisatie toekomst’ dat Kim en Dirk Anton samen schreven. De reden is simpel: de creatieve vernieuwingskracht die hoogbegaafden kunnen bieden, is harder nodig dan ooit. De Europese economie staat op een kantelpunt. Verdere de-industrialisatie zonder innovatieve, levensvatbare alternatieven bedreigt ons lange termijn welvaartsniveau. Ook ontmoeten we bijna dagelijks begaafden die aangeven zo ongeveer uit elkaar gaan te spatten, wanneer ze er niet snel in slagen hun vernieuwende ideeën de wereld in te brengen. Hoog tijd om door te pakken met het verwezenlijken van het innovatieve potentieel van hoogbegaafden.
Tot slot: innovatie kan betrekking hebben op een nieuwe technologie, maar hoeft dat zeker niet. Sociale vernieuwing, onderwijsinnovatie, nieuwe kunstvormen en dergelijke horen er zeker ook bij.
Hoogbegaafden als vernieuwers
De vernieuwende kracht van hoogbegaafden is al langer bekend. Zo schreef de nestrix van hoogbegaafdheid in Nederland Noks Nauta samen met Frans Corten en Sieuwke Ronner in 2006 een paper met de titel ‘Hoogbegaafde medewerkers: sleutel tot innovatie?’ Hun stelling ‘hoogbegaafden kunnen een unieke en substantiële bijdrage leveren aan innovaties in organisaties’ onderschrijf ik volledig. De vraag is natuurlijk waarom dat zo is en hoe je daadwerkelijk innovatief potentieel tot wasdom kunt brengen. Het vraagt namelijk om meer dan alleen het werk zo inrichten dat het de hoogbegaafde past. Voor het daadwerkelijk succesvol implementeren van een innovatie binnen en buiten de organisatie, komt veel meer kijken. Daarover lees je verderop.
Maar wat maakt hoogbegaafden nu zo innovatief aangelegd? Er komen in hoogbegaafden een paar hiervoor wezenlijke eigenschappen bij elkaar:
grote hoeveelheden informatie kunnen waarnemen en opnemen,
snel complexe patronen herkennen en (parallel) verwerken,
creatieve oplossingen kunnen verzinnen (bv. via divergentie of associatie),
perfectionisme (oftewel de drang tot steeds verder perfectioneren),
grote drang tot creatie en
een flinke dosis eigenzinnigheid.
Toch dekt dit niet de volledige lading. Veel hoogbegaafden kennen het gevoel van divine discontent, de goddelijke ontevredenheid met wat is, maar al te goed. Dat strekt zich ook uit tot hun eigen prestaties. Ze zijn niet snel tevreden en vieren maar zelden wat ze bereikt hebben. Ze willen weer door, op naar het volgende avontuur, het volgende project, de volgende puzzel, de volgende uitdaging. Hun meest recente prestatie ligt voor hun gevoel al ver in het verleden. Ze hebben een toekomstgerichtheid die anderen niet, of zeker niet in die mate, lijken te bezitten. Ze kunnen waargenomen patronen makkelijk doortrekken in de tijd die nog komen gaat. Dit is zo inherent verbonden met hoogbegaafd zijn, dat ‘Vernieuwende drive’ één van de drie pijlers vormt van het Your Evolving Self ontwikkelassessment.
De overkoepelende gave die hoogbegaafden hebben en ze bij uitstek geschikt maakt voor innoveren is namelijk deze: het maximale potentieel zien van iets of iemand, de optimale uitkomst in een emerging future. Dit creëert het ware noorden van het kompas waar hoogbegaafden op varen. En wat overigens ook onvermijdelijk leidt tot teleurstelling: Een ideaal voor ogen vertaalt zich namelijk nooit zonder ‘compressieverliezen’ naar de materiële wereld. Of waar het het zien van het potentieel van mensen betreft: de vrije wil leidt ertoe dat velen er voor kiezen genoegen te nemen met ‘goed genoeg’ of zelfs volharden in keuzes die eigenlijk niet bij ze passen, tot schade en schande aan toe. Dit alles moeten aanzien, ervaren hoogbegaafden als zeer pijnlijk, net als de lange tijd die een manifestatieproces nu eenmaal vraagt.
En aangezien de toekomst immer im werden is, is het heel goed mogelijk dat wat op een gegeven moment een zeer haalbaar toekomstperspectief is, enige tijd later buiten bereik blijkt te liggen. Het plan waar je aan werkt, kan ineens achterhaald blijken te zijn. That’s the way the fortune cookie sometimes crumbles. Dit versterkt mogelijk gevoelde frustratie, wanhoop en irritatie. De toekomst wordt nu eenmaal gecreëerd vanuit de dynamische velden van possibility & probability. Daarop afgestemd zijn, is daarmee zowel een vloek als een zegen.
“The gifted are
’evolutionarily driven to create’
and
‘created to drive evolution’. ”
Het is geen toeval dat er steeds meer creatief-, meer- en hoogbegaafden komen. De extreme veranderdruk op de mensheid als geheel leidt daar onvermijdelijk toe. Hoogbegaafdheid is - hypothese waarschuwing - een adaptatie om de mensheid als geheel toekomstbestendig te maken voor de Information Age. Een naar voren gerichte activering, getriggerd door enorme veranderingen in omstandigheden, door een ongekende en massieve input van nieuwe informatie. Veel hoogbegaafde kinderen hebben niet voor niets een duidelijk gevoelde missie om de, vaak ook spirituele, ontwikkeling van de mensheid te versnellen. Dit, zodat we de door bomen van informatie het zicht op de wijsheid van het bos niet verliezen. Al op zeer jonge leeftijd hebben ze levensinzichten die ouderen versteld doen staan. Maar die ook net zo makkelijk door hen van tafel geveegd kunnen worden, waarmee de enorme waarde die deze kinderen voor de mensheid vertegenwoordigen, teniet wordt gedaan.
Het is aan de huidige volwassen hoogbegaafden, en dan denk ik met name aan die van de Generatie X (grofweg geboren tussen 1965-1980), om de evolutionaire weg voor toekomstige generaties te plaveien. Zij verbinden ervaring met, en gegrondheid in, de wereld zoals die was vóór het beeldschermtijdperk, met gevoel voor wat in de toekomst mogelijk gaat zijn. De voorheen als lost generation bekend staande generatie kan nog wel eens de beslissende brug naar een menselijke en leefbare toekomst blijken te zijn. De bel van haar call to action luidt nu luider dan ooit tevoren.
““What you need now are fresh, independent minds who have:
a heart for the matter,
a brain for the complexity and
the hands(-on) experience with the primary process.
(…)
the real innovators that look where no one else is looking.””
huidige Noodzaak tot innovatie
Wie het nieuws ook maar een beetje gevolgd heeft de afgelopen maanden, heeft Peter Wennink, de vertrekkende topman van het waarschijnlijk belangrijkste bedrijf van Nederland ASML, meerdere keren de alarmbel horen luiden. Zoals hier bij de opening van het lopende academische jaar op de TU/e:
Het probleem waar Wennink het over heeft is namelijk onmiskenbaar: Europa wordt steeds afhankelijker van dure energie uit de US en gaat/mag minder handel drijven met de BRICS landen. Mede hierdoor de-industrialiseert ons continent en koerst af op een kennisvlucht en een economische ramp die nog generaties lang zal doorwerken. Mogelijke afschaffing van de belastingvoordelen voor expats vormt maar het topje van de ijsberg van het vestigingsklimaat. Het voortbestaan van onze welvaartsstaat wordt bedreigd als nooit tevoren. Ondertussen bloeien economisch gezien andere landen buiten Europa steeds meer op. Helaas zijn onze politici nogal beleidsblind, the writing on the wall lijkt ze te ontgaan. Met als groot risico dat ze de writing pas kunnen lezen, wanneer het te laat is.
Peter Wennink ervaart nu de wanhoop die gepaard gaat met de Vloek van Cassandra: het niet geloofd worden, ook al is je voorspelling correct. Iets wat hoogbegaafden maar al te goed kennen en waarover ik al eerder schreef in mijn begaafdheidsautobiografie.
We kunnen niet langer wachten op de politiek en moeten zelf in actie komen, radicaal vernieuwen. Creatief en innovatief worden als nooit tevoren, want daar ligt traditioneel gezien de grote kracht van Europa. Dat ligt verankerd in het Europese DNA. Het ontsluiten van de enorme innovatieve kracht van hoogbegaafden is een belangrijke sleutel daartoe. Maar dan wél met beleid.
“The danger is to cling to comfort and custom at a time when events demand breaking away from both. But it is also foolish to jump at every startling moment. Darwin selects primarily for prudent fast-following.”
Naast de vloek van Cassandra kennen veel hoogbegaafden ook het grote ongeduld en de irritatie wanneer de ontwikkelingen in hun ogen te langzaam gaan. Ze ervaren dan een zodanig grote sense of urgency, dat ze de wijze woorden van Moore vergeten. Dat is begrijpelijk en frustrerend tegelijkertijd. Het vraagt om een flinke dosis emotioneel zelfmanagement om hier constructief mee om te gaan. Maar het zegt ook wat over het type vernieuwer dat ze zijn en welke positie binnen het (maatschappelijke) vernieuwingsproces ze het beste past.
Twee typen begaafden: gifted hunters en intelligent farmers
Sinds 2016 hebben vele honderden begaafden de weg gevonden naar het Your Evolving Self ontwikkelassessment. Daarbij kwam steeds duidelijker een beeld naar voren dat er grofweg qua persoonlijkheid twee typen hoogbegaafden zijn: de Intelligent Farmer en de Gifted Hunter. Naar aanleiding van dit inzicht en de zoektocht van wat daar de evolutionaire achtergrond van zou kunnen zijn, schreef ik de blog ‘A Gifted Hunter in a Farmer’s World’. Waar intelligentie een kwantitatief verschil tussen mensen kan duiden, doet deze indeling het meer kwalitatief. Het gaat dan ook vooral over hard wired persoonlijkheidskenmerken en de innerlijke belevingswereld.
De Intelligent Farmer is bovenmatig intelligent, goed in de executieve functies en in de basis school- & work smart. Door hun hoge intelligentie, snelheid, behoefte aan complexiteit en soms bijzondere interesses hebben Intelligent Farmers meer nodig dan op veel plekken geboden wordt. Wordt hierin voorzien, o.a. door te compacten en te verrijken binnen het onderwijs, dan zijn ze evenwel prima in staat om op hoog niveau in onze samenleving mee te draaien. Ze worden bijvoorbeeld als expert in een specifiek vakgebied of (top)manager. Met deze groep hoogbegaafden gaat het over het algemeen goed.
Gifted Hunters hebben het lastiger in de overgereguleerde samenleving van nu. Ze kampen vaker met overexcitabilities en zijn niet zelden visueel ingesteld en/of dyslectisch, wat lastig is op veel plekken. Vaak zijn ze ook meer associatief, creatief, complex en non-lineair in hun denken dan de Intelligent Farmer. Hier speelt overduidelijk meer dan alleen een hoge intelligentie gecombineerd met gevoeligheid en ADHD-trekjes. Meer dan het kampen met onhandige eigenschappen overgebleven uit vervlogen tijden, belichaamt de Gifted Hunter de vernieuwende, creatieve doelgerichtheid die nodig is om relevant te blijven in de tijd van automatisering en kunstmatige intelligentie.
Met het Your Evoling Self ontwikkelassessment zien we dat sommige begaafden pure gifted hunters zijn, anderen juist intelligent farmers. Maar vooral komen we mengvormen tegen, waarbij het ene of andere type wel duidelijk overheerst. Hoogbegaafden laten zich nu eenmaal slecht in een hokje vangen.😉 Het biedt in elk geval aanknopingspunten waarin en waar je het meeste tot je recht kunt komen.
Beide typen hebben namelijk een eigen rol te spelen in het realiseren van vernieuwing zoals we verderop zullen lezen. En beiden hebben elkaar nodig. Of zoals ik eerder schreef: “Want zoals de Gifted Hunter een Intelligent Farmer nodig heeft voor het opschalen, managen en bestendigen van zijn ‘vangst’, van zijn initiatieven, innovaties, creaties en oplossingen, hebben Farmers de Gifted Hunter anno nu nodig om hun Farmer’s World een toekomst te geven.” Om duidelijk te maken hoe dat zit, moeten we kijken naar de zogenaamde innovatie adoptie curve.
De Bell curve van vernieuwing
Wat we tegenwoordig kennen als de innovatie adoptie curve, was oorspronkelijk ontwikkeld door communicatiewetenschapper en socioloog Everett Rogers als de theorie van de Diffusie van innovatie. Deze curve toont hoe, met de tijd, het gebruik van een nieuwe technologie momentum krijgt en zich verspreidt door een organisatie. Het eindresultaat van dit proces is dat vrijwel iedereen in de organisatie de technologie gebruikt, de diffusie is dan voltooid. Later werd dit doorgetrokken naar hoe innovaties een markt veroveren en zelfs ideeën de wereld.
Rogers onderscheidde hierbij meerdere groepen, die ieder op heel eigen wijze omgaan met vernieuwing, en creëerde aan de hand daarvan deze curve:
Deze curve is van toepassing op elke vernieuwing, zowel binnen als buiten organisaties, zowel technologisch als maatschappelijk. Waar je ook kijkt, je kunt altijd deze groepen onderscheiden:
De innovators creëren een vernieuwing vanuit hun intrinsieke, creatieve motivatie, zij zijn de technologists,
de early adopters pikken deze vinding als eerste op omdat ze het potentieel van de vernieuwing zien, zij zijn visionairen,
de early majority omarmt de vernieuwing via gebleken voordelen bij anderen, deze groep bestaat uit pragmatici,
de late majority gaan deze pas omarmen wanneer ze ‘er steeds minder bij gaan horen zonder X of Y’ en de voordelen niet meer te ontkennen zijn, dit zijn de conservatieven, en
de laggards, ook wel sceptici, zijn zó veranderingsavers, dat ze pas naar het nieuwe overschakelen, wanneer het traditionele alternatief niet langer meer voorhanden is.
Zo’n 2,5% van de mensen is een innovator. 13,5% een early adopter. Dit zijn uiteraard de percentages die horen bij de standaardafwijking van de respectievelijke groepen. Naast leeftijd, inkomen, sociaal netwerk en lifestyle zijn vooral persoonlijkheidskenmerken en opleidingsniveau bepalend voor de groep tot welke iemand behoort.
Flipping the bell curve
To get the obvious out of the way: de bell curve van intelligentie is natuurlijk niet de enige factor die bepalend is voor begaafdheid. Ook vallen er kanttekeningen te zetten bij iq als maatstaf zelf. Daar hebben Kim en ik over geschreven in onze Analyse van de Hoogbegaafdheidsketen regio Midden-Brabant. Zie het gebruik van deze curve hier dan ook als een metafoor-plus: meer dan alleen een treffende vergelijking, maar ook weer niet absoluut geldend.
Nu we dat gehad hebben, kunnen we gaan doen wat je op dit punt waarschijnlijk wel ziet aankomen: de innovatie adoptie curve omkeren en deze afzetten tegen de intelligentiecurve. Aangezien de drang tot vernieuwing zo inherent verbonden is met begaafd zijn, is de werkhypothese ‘hoe begaafder, hoe vernieuwender’ zeker geen greep in het luchtledige. Hierdoor valt er juist veel op zijn plaats:
Door de innovatiecurve om te keren, zie je dat (uitzonderlijk) hoogbegaafden samenvallen met de innovators en dat past wonderwel. Ze zijn creatief, inhoudelijk gedreven, vernieuwingsgericht en beschikken doorgaans over een sterke gifted hunter kant. Zij zijn zeer geschikt voor experimentele en fundamentele innovatie, waarvoor ze voldoende ruimte, vrijheid, faciliteiten en mandaat moeten krijgen. Het zijn per slot van rekening baanbrekende hunters.
De meerbegaafden vormen op deze wijze de groep early adopters Ze zien de mogelijkheden van de toepassing van een vernieuwing, hebben visie en beschikken over een sterke intelligent farmer persoonlijkheid. Ze zijn geschikt voor het doorontwikkelen en perfectioneren van het bestaande en voor de meer planbare (deel)innovaties. Ze kunnen ook de verbinding leggen met de early majority binnen een organisatie en deze vanuit leidinggevende posities aansturen. Je ziet deze groep dan ook het meest terug in management development trajecten, dit zijn de high potentials binnen het systeem. Ze hebben de vernieuwende input van de creatieve innovators evenwel hard nodig om een voortrekkersrol te spelen en staan voor de uitdaging om de grote barrière tot het bereiken van de rest van de organisatie te slechten.
Persoonlijke observatie: Puur vanuit intelligentie bezien, vind je hoogbegaafden overigens absoluut in beide groepen terug. Hun persoonlijkheid en vernieuwingsgerichtheid, gifted hunter of intelligent farmer, zijn dan bepalend of diegene een innovator is of toch meer een early adopter.
de kloof overbruggen
Alleen een superieure technologie (als bedrijf) of de beste strategie (als think tank) ontwikkelen, is onvoldoende om deze in de praktijk te laten slagen. Het meest illustratieve voorbeeld hiervan is waarschijnlijk de briljante mislukking van het Video 2000 systeem van Philips.
“Er zijn cruciale verschillen tussen het zien van het potentieel van een technologie, het potentieel van de toepassing van die technologie en het daadwerkelijk op grote schaal gebruik gaan maken van die technologie.
Innovators zijn gericht op het eerste, Early Adopters op het tweede.
Beslissend is evenwel het bereiken van de Early Majority. ”
Om een vernieuwing daadwerkelijk breed geaccepteerd te krijgen, is het namelijk nodig om een kloof tussen de early adopters en de early majority, ook bekend staand als the chasm, te overbruggen.
Pas wanneer de early majority ‘om’ is, gaat een innovatie zich door de hele organisatie/samenleving verspreiden. En dat gaat niet vanzelf. Ieder van de vijf groepen vraagt om een andere aanpak om ze overtuigen van de meerwaarde van een vernieuwing. Om succesvol te zijn, zul je hier bewust rekening mee moeten houden.
“Five distinct groups can be identified and a good innovation plan caters for the differences between them and has different communication strategies for each group.”
Daarbij ziet Moore een fundamenteel verschil tussen de innovators en early adopters enerzijds, zeg maar de begaafden van een populatie, en de overige groepen anderzijds. De innovators zijn enorm inhoudelijk gedreven, ze zijn gefascineerd door de technologie, het idee, de abstractie zelf. Dat is wat ze enthousiast maakt. De early adopters worden enthousiast van de mogelijkheden die een nieuwe technologie biedt, de toepassing van de abstracte vinding. Beide groepen zijn daarmee gericht op inhoud, mogelijkheden, potentie en creatie. Dat ligt bij de overigen anders.
De early majority is bijvoorbeeld erg gevoelig voor social proof, voor sociale bevestiging, en voor de praktische & financiële voordelen voor henzelf. Zo steken hoogbegaafden zeker niet in elkaar. Ze hebben doorgaans juist moeite met zelfzucht en small talk, de op wederzijdse validatie gerichte, relatief betekenisloze uitwisseling tussen mensen. Ze zijn veelal immuun (allergisch?) voor influencers. Toch ligt hier de sleutel om de andere groepen te bereiken; een sleutel die van je vraagt om iets buiten je comfort zone te treden.
Oneerbiedig gezegd is de formule die je als hoogbegaafde moet hanteren om de kloof te overbruggen deze:
convincing the early majority
=
‘monkey see, monkey do’ x ‘what’s in it for me?’
Verwachten dat leden van de early majority direct herkennen hoe geweldig het is wat je uitgedacht hebt of de enorme potentie zien van een vernieuwing, is illusoir. Dat gaat niet gebeuren, dus zul je zelf slimmer te werk moeten gaan en de curve voor je laten werken.
geef tijdig het stokje door
Binnen de meeste maatschappelijke systemen is het helaas zo dat degene met de briljante vinding, zonder welke überhaupt niets nieuws van de grond zou komen, zelden degene is de grote oogst qua geld en erkenning gaat binnenhalen. De massa is kassa en dat is nu eenmaal niet de plek van vernieuwers. Frustrerend? Ja. Onterecht? Idem. Nu nog realiteit? Ook. Echt visionaire organisaties kunnen hier een beloningsmouw aan passen en zo het grote vernieuwingspotentieel van hun hoogbegaafde medewerkers, ontsluiten. Maar op de meeste plekken zul je daar nog lang op moeten wachten.
“Hoogbegaafden zijn de ideale eerste lopers van een innovatieëstaffette.”
Gelukkig kun je zelf vandaag al meer invloed nemen, door de curve voor je te laten werken en in te gaan zien dat het innovatieproces een estafette is. Deze race begint met je bewust worden van jouw sweet spot op de curve, het bepalen tot welke groep je behoort. Hierna kun je eenvoudig achterhalen wat je moet doen om succesvol het stokje door te geven aan de volgende groep.
Je zult dan wel je creatie moeten gaan overdragen en het idee moeten loslaten, dat jij degene gaat zijn die van A-Z de hele innovatie gaat begeleiden, dat jij alle credits gaat krijgen wanneer iets een succes wordt. Kun je jezelf daarmee verenigen, dan zijn dit je opties:
Zoek je hulp bij een technisch probleem waar je tegenaan loopt, en zoek je dus een innovator, dan zet je in op de inhoud. Op de uitdaging van de puzzel die moet worden opgelost, op de schoonheid van een idee of technologie. Je spreekt deze mensen aan op hun kennis, expertise en grote probleemoplossend vermogen.
Zoek je een iemand die je kan ondersteunen met geld, faciliteiten en politieke invloed of die bereid is om jouw ideeën te gaan uittesten, een early adopter met andere woorden, dan speel je in op hun visionaire kant. Je schetst de kleurrijke mogelijkheden van waar je aan werkt. Je prikkelt hun fantasie en geeft ze de kans om zelf als eerste te mogen werken met iets nieuws. Je geeft ze ook de kans om binnen de organisatie te gaan scoren met een nieuwe vinding.
Zoek je een voorhoede in de organisatie om een uitgetest plan bij te gaan uitrollen, de early majority, dan ga je werken met praktische voorbeelden die de meerwaarde aantonen en met interne change agents, die als ware influencers de organisatie gaan bewerken. Hier passen zaken als case studies, testimonials, town hall meetings en dergelijke.
Houd je vooral niet bezig met de late majority en de laggards. Deze groepen liggen te ver buiten je zone van naaste ontwikkeling. Daar kun je niets mee en moet je vooral aan anderen overlaten.
Jouw estafettestokje: bewijs dat het werkt
Niet alle ideeën zijn levensvatbaar, niet elke technologie heeft het in zich om de industriestandaard te worden. Het puur creatieve deel van een compleet innovatieproces moet dan ook worden afgesloten met het leveren van bewijs, met proof. Het is aan de vernieuwers om te bewijzen of iets wat in theorie mogelijk is, ook wel echt werkt in de praktijk. En of de markt wel echt op een bepaalde vernieuwing zit te wachten.
Herken je jezelf voornamelijk in de Innovator/Gifted Hunter, dan is het aan jou om een Proof of Concept (POC) of een Proof of Technology (POT) te leveren.
Een POC heeft tot doel de haalbaarheid en levensvatbaarheid van een idee, concept of oplossing onder reële omstandigheden aan te tonen. Het gaat vaak om het maken van een prototype of rudimentaire versie van het product of de dienst. Het belangrijkste doel van een POC is om het basisidee te valideren en te bepalen of het met succes kan worden geïmplementeerd. Dit kan inhouden dat er een vereenvoudigde versie van het product wordt gemaakt om de belangrijkste functies te testen.
Het doel van een POT is om aan te tonen dat de onderliggende technologieën of essentiële componenten van een oplossing naar behoren werken, en zo te bevestigen dat ze voldoen aan vooraf vastgestelde verwachtingen. Dit kan worden bereikt door prototypes te maken om aan te tonen dat deze technologieën in staat zijn om de specifieke taken uit te voeren waarvoor ze zijn ontworpen. Een POT is over het algemeen een voorwaarde voor de uitvoering van een groter project, omdat het ervoor zorgt dat de technologische basis solide is.
Herken je jezelf toch vooral als Early Adopter/Intelligent Farmer, dan is jouw uitaging het creëren een Proof of Value (POV).
Een POV richt zich op het aantonen van de zakelijke waarde en tastbare voordelen van een oplossing of technologie. In tegenstelling tot een POC, die zich richt op technische haalbaarheid, probeert een POV te laten zien hoe de oplossing concrete problemen kan oplossen en aanzienlijke voordelen kan opleveren voor het bedrijf of de eindgebruikers. Het gaat vaak om testen in real-life scenario's om efficiëntiewinsten, kostenbesparingen of andere voordelen te kwantificeren.
Heb je je proof geleverd en succesvol contact gemaakt de volgende loper, met jouw counterpart in de volgende innovatie adoptie groep, geef het stokje dan over en, belangrijk, laat het los. Helemaal. Jij hebt jouw deel gedaan, je hebt jouw deel van de estafette succesvol afgelegd. Het is nu aan anderen om het stokje verder te brengen. Dit is jouw eindpunt en of de laatste loper daadwerkelijk de finish van de innovatie-estafette gaat halen, zal nog moeten blijken. Such is life.
Vier je deelsucces en ga vooral weer verder met waar je zo goed in bent: creatieve oplossingen verzinnen en deze opkweken tot ze levensvatbaar zijn.
Tot slot
Mijn advies aan alle begaafden die de drive tot vernieuwing bij zichzelf herkennen en daar mee aan de slag willen gaan:
“Wees geen ‘onbegrepen genie’, wacht niet tot je ontdekt wordt en verstop jezelf zeker niet in een denktank.
De wereld heeft je creaties nu nodig.
Word echt goed in wat je kunt. Creëer wat je voelt dat je moet creëren, geef het stokje door en begin weer opnieuw. Leef je leven zoals het oorspronkelijk bedoeld is: een continue stroom van creëren en loslaten.”
Dirk Anton van Mulligen
© Maart 2024, alle rechten voorbehouden.
Wil je jouw innovatief vermogen als begaafde in kaart brengen en beter leren toepassen? Wil je de hb’ers in jouw organisatie spotten, ze versterken en ze de ruimte geven voor innovatie en outside-the-box oplossingen bij wicked problems? Wil je met je team aan de slag? Of heb je een andere vraag waar we je bij kunnen helpen? Neem dan zeker contact met ons op.
Bannerfoto van Belinda Fewings via Unsplash.com.
When the first domino falls: parenting gifted children
Discovering your child is gifted is often like the first domino to fall. A series of events are set in motion and life changes from one moment to the next into a quest, an obstacle course, a war of attrition and a rollercoaster all at the same time. During the interviews we did for the analysis of the giftedness chain in the Tilburg region and for the book on the state of education that Kim is working on, it became crystal clear how complex and confrontational parenting a gifted child can be. Especially when your gifted child is a mirror for you.
In this article we share the most important insights and challenges surrounding parenting gifted children, but we also give you tips on how you can keep things manageable and take care of yourself and your own development creating a two-way street. Learning to live with your own giftedness becomes more of a blessing for yourself, but also for your child(ren)…
©Julie Hagan, Dreamstime
Discovering your child is gifted is often like the first domino to fall. A series of events are set in motion and life changes from one moment to the next into a quest, an obstacle course, a war of attrition and a rollercoaster all at the same time. During the interviews we did for the analysis of the giftedness chain in the Tilburg region and for the book on the state of education that Kim is working on, it became crystal clear how complex and confrontational parenting a gifted child can be. Especially when your gifted child is a mirror for you.
In this article we share the most important insights and challenges surrounding parenting gifted children, but we also give you tips on how you can keep things manageable and take care of yourself and your own development creating a two-way street. Learning to live with your own giftedness becomes more of a blessing for yourself, but also for your child(ren).
a word in advance
We have been working together for many years and for a number of years now also explicitly on the subject of giftedness. We are both gifted ourselves and parents of gifted children. With all the challenges that come with it. We originally joined forces around organizational change, focusing on culture, collaboration and leadership. We look at people and organizations with an evolutionary perspective and increasingly see that existing systems have come to the end of their life cycle. Gifted people in particular can form the vanguard of much-needed fundamental innovation, but we will have to cherish and empower them. And give them room and opportunity. That is where our knowledge, skills and motivation come together.
We published twice before on the occasion of Giftedness Week. In 2020, Dirk Anton wrote about what it is like to be gifted in 'Highly gifted, a curse and a blessing'. In 2021, Kim wrote about the gifted homeschooler in 'Smart but not at school'. This year we are writing together about parenting gifted children and what can happen to you when that first domino falls. We deliberately write 'can', because in about a quarter to half of the cases the gifted child does well in all respects. But when that is not the case, the impact can be great. This blog was originally written in Dutch and can be found here.
THE CONFIRMATION: YOUR CHILD IS GIFTED
When you are told that your child is gifted, it is an end point and a starting point at the same time. The search 'for what is going on with my child' ends and another begins. We know from experience that the label of giftedness does not always mean that everything will change for your child. It is possible, but that also depends on why the school or you yourself wanted testing in the first place. Giftedness means a lot more than a high IQ. That soon becomes apparent. Many parents do their own research, inventing the wheel for themselves so to speak. Little is widely known and the level of knowledge about giftedness at schools varies enormously.
Because the reason for testing is often that 'something is not going well', most parents are very focused on finding solutions. Internet and Facebook groups are visited, books are read. And it often rains déjà vu’s for the parents. Their own educational past or struggles at work suddenly appear in a different perspective. And this starts a complex process: examining yourself and your own experiences and at the same time a search for how you can offer the best support to your child. We will first discuss the consequences of having one or more gifted children, after which we will also give some pieces of advice that can help.
INTENSIVE PARENTING
Giftedness doesn't stop at school. Raising a gifted child requires a lot of you. James T. Webb says, “Being a parent of a gifted child can be demanding, even exhausting at times, and it is a lot more difficult today than in the past.”[1]
Many parents long for the recognition that raising gifted children can really be a challenge. We have regularly heard parents sigh: “All that parenting advice from the environment, from friends to the well-known television programs and popular parenting books: they really don't work for our children.”
Raising a gifted child can be rocket science and mental martial arts at the same time. Especially when there are other impacting factors such as divorce, blended families or chronic illnesses. There are often more children in a family and they also deserve attention from their parents. If these children are also gifted or twice exceptional, the situation becomes even more complex and challenging. Being seen and recognized in this as parents is important. Understanding this on the part of external parties such as school but also others involved makes it easier to achieve a good partnership.
Getting support when raising gifted children is therefore not an unnecessary luxury. An approach that works well for the average child can be counterproductive for gifted children. Consider, for example, the widely used system of punishment and reward or PBS (Positive Behavior Support). This certainly applies to the twice exceptional children.[2] You will then have to choose a different, trauma-sensitive approach, such as an emotionally coaching upbringing or non-violent communication, and preferably together with teachers, so that the approach at home and at school is the same.
Supporting parents also means relieving parents of their worries. They already have so much on their plate that they should not be burdened with the financial consequences of getting the right support.
“A child is part of the family and if things don’t go well, it affects the entire family. Parents can benefit a lot from school when they are heard and understood about what it is like to have a gifted child. That recognition is very important.”
A gifted child can mess up everything in your life. What 'grand' plans you have, but also simply your daily activities. Many parents work less, or even one of the partners quits their job in order to be there for their child full-time. This can become necessary when your gifted child drops out of school. The increasing challenges at home can put a strain on relationships. Especially when, as a parent, you are also thinking about your own youth and you realize what you might have missed because of your giftedness or what trauma you have suffered as a consequence. There is also the impact on brothers or sisters, who are in danger of not being seen enough.
“So much happens in one day and you are also permanently involved in psychoeducation. The intensity is always there.”
What we have encountered several situations where parents became overloaded. Parenting a gifted child is sometimes very challenging. We also see cycles: your child gets stuck, is having a hard time and you start providing 200% support to keep your child afloat, seeking help, always exploring new possibilities, and that takes its toll. When you’ve regained some strength, your child get’s stuck again at another point and the cycle starts again.
But not only that. If you rely on a so-called PGB (a personal support budget), you have to consult with the MDO (multidisciplinary meetings): all this also takes the necessary time and energy. There are days when you have a day job in this apart from you actual job! Taking care of yourself, your own needs: that is not an option when there’s a crisis.
We see a clear parallel in what people experience when they are informal caregivers or mantelzorgers. If your child goes to school but always comes home tired, you run the risk of putting all your energy into cheering your child up at the end of a school day. This repeats itself the next day. On the weekend you are tired and empty. That pattern consumes energy.
standing up for your child
Do you have another choice? We don't think so. You keep going on for your child. And your child relies on you. If you are no longer your child's advocate, who will be?
“As parents, we are alone in this. No one understood us. You’re really on your own. For the professional, no matter how kind and committed, it is ultimately just work. For us it is our life.”
This can make you feel unseen and undervalued. Parents usually know more about giftedness than many experts. Especially if you are gifted yourself, you will keep digging until you know more and more. No specialized vocational education can compete with that. In addition, parents generally know their child best. Better than any system professional. During conversations you often quickly notice that your acquired expertise or insights about your child are not always appreciated. Parents are regularly seen as difficult, even though they simply stand up for their child.
“You can know all there is know about giftedness and still not understand any of it.”
It is often thought within school that teachers or other educational professionals such as internal supervisors or hb specialists are the professionals. Parents can quickly feel like they’re a ‘problem parent’. Especially the highly sensitive are prone to that. He or she senses perfectly that you are 'difficult' for the professional. And the professionals may have the view that they should know or know best, which means they are not (sufficiently) open to your input.
Mark Weghorst, changemaker at the Dutch Center for Youth Health, wrote a striking blog for the educational sector on this subject in 2017 with the title 'Need a solution? Create them with parents!': “The key question is whether you can keep parents out of the picture as a professional. Whether it is professional not to involve parents in your solutions.”
Research[3] shows that not listening to and cooperating with parents, or not listening enough, can stand in the way of appropriate education. While we know from the many conversations we have had that cooperation between schools and parents can contribute enormously to making the right adjustments.
your child as a mirror
A completely different challenge of having a gifted child is that you might have gotten a 24/7 mirror in your home just like that. Not infrequently, having a gifted child is the trigger to realize that you are gifted yourself. Thanks to your gifted child, many pieces of information are revealed about your own past, as we have already mentioned. Your biography can suddenly appear in a completely different light, which has a major impact. Many gifted adults come to see what they have had to endure and what the lack of good guidance has cost them in terms of opportunities, development, years of life and pure happiness. This requires processing and going through a grieving process.
“A complete reliving of my own lonely childhood.”
But it goes even further than that. Your child may also have the same character traits as you. That can be a lot of fun and cause a lot of hilarity, but it can just as often be very confrontational or intense. You can't ignore yourself and your children. Most gifted people have a high level of awareness and often have a head that keeps ruminating. This means examining incidents over and over again, thinking about them and looking at them from all sides.
three recommendations that can help
1. Getting professional support regarding one's own giftedness is not only in the interest of the parent. When parents recognize many of their child's experiences, this can easily lead to over-involvement through projection of their own experiences. It is good to be involved, but it is in the child's interest to separate your own life and the processing of the discovery of being gifted from that of your child. [4] James T. Webb, one of our favorite authors, writes:
It probably will come as no surprise that many parents of gifted children are also intellectually and creatively gifted themselves. […] Just like with gifted children, your passion, idealism, high quality standards, perfectionism and drive for action can work to your advantage, but can sometimes also get you into trouble. Chances are you've had some pleasant and not-so-pleasant experiences that have stemmed in some way from those character traits. [5]
Supporting parents in their giftedness can also help find 'the' solution for the gifted child in question.
2. Taking good care of yourself. The well-being of other family members is sometimes overlooked when the gifted child gets into trouble. The focus is on the child. That's what it's all about. Understandable, but not healthy nor balanced.
When your gifted child gets into trouble, you as a parent can get fully absorbed in it. Your world becomes smaller and smaller and revolves more and more around your child's problems, causing other social relationships to shift into the background. You also get the impression that you are the only one dealing with this.
Just as your child is a mirror to you, your example is the most important mirror to your child. Taking care of yourself is undoubtedly crucial in taking good care of your child. Gifted children in particular are sensitive to raising by example.
“We want our children to be able to handle life themselves and pursue their dreams. That they are happy about themselves and their life. And then we can finally let go.”
Sacrificing your own happiness is never a good example. Finding a mature middle ground is best for all parties. Yes, compromises will have to be made, but that’s inevitable.
3. Join a like-minded parent support group. Parents of gifted children all to often feel alienated and alone. Parenting a gifted child can become a lonely existence. Then it becomes very important to know that you are not alone in this. Parents of gifted individuals experience enormous relief when they finally meet other parents with whom they can share parenting experiences and practical solutions.[6] Finding the right support for your children is also essential and can provide the necessary relief. Often, a good care provider also offers relief for yourself in your role as a parent.
“We look for people who really understand our situation and with whom we click. Whether at school or at the sports club of our children. That brings us relief and then we’re better able to relax.”
Postscript
The report we wrote for the Tilburg region has given many parents recognition and insight into their situation. From the many emails and DM’s we’ve learned that parents feel understood. Finally. We also hear this in the conversations we have with gifted adults in our work, when the parent role is discussed. All in all, this is why we wanted to write an article with the parents' perspective at its core.
Would you like to read more? Send us an email and we can send you the report containing many more literature tips and the necessary in-depth and respect for giftedness and education. It’s also available in English (automated translation).
March 2022, Dirk Anton van Mulligen and Kim Castenmiller
© Dirk Anton van Mulligen MSc and Kim Castenmiller MSc
These blogs might interest you as well:
[1] A Parent’s Guide to Gifted Children, J.T. Webb et al., 2020, p. 230.
[2] How Incentive Systems Can Backfire with Gifted and 2e Kids, J.F. Skolnick, 2016. 2018.
[3] Impuls thuiszittersaanpak: Onderzoek naar het verhaal achter de cijfers en de ambities van het thuiszitterspact, Lubberman et al., 2019.
[4] Webb et al. (2020), p. 245
[5] Webb et al. (2020), p. 244-245
[6] https://www.sengifted.org/post/what-i-ve-learned-from-parents-of-gifted-children
Highly Gifted: a Curse and a Blessing (autobiography)
Some three years ago I wrote about my journey of discovery into integrating giftedness into my life in Dutch. Opening my kimono so wide was pretty scary but worth it: I received a wealth of beautiful reactions. It helped a lot of people to identify things within themselves that were previously a mystery to them. The feeling of recognition many people mentioned was a definite indicator of how isolated a lot of gifted people still feel. The time has come to translate my giftedness autobiography into English. Being gifted is so much more than just having a good set of brains. It is a way of being that permeates your life down to the very core and thus to be taken seriously. For me it’s clear that there is still a world to be won around giftedness. Something I hope to contribute to with my work and writings…
Some three years ago I wrote about my journey of discovery into integrating giftedness into my life in Dutch. Opening my kimono so wide was pretty scary but worth it: I received a wealth of beautiful reactions. It helped a lot of people to identify things within themselves that were previously a mystery to them. The feeling of recognition many people mentioned was a definite indicator of how isolated a lot of gifted people still feel. The time has come to translate my giftedness autobiography into English. Being gifted is so much more than just having a good set of brains. It is a way of being that permeates your life down to the very core and thus to be taken seriously. For me it’s clear that there is still a world to be won around giftedness. Something I hope to contribute to with my work and writings.
highly gifted
It didn’t completely arise out of nowhere. My mother followed so-called HBS-B secondary education during and immediately after the war, which was not exactly standard for a girl at that time. It also wasn’t standard for the family she came from so that going to university was not an option for her. My father successfully completed Electrical Engineering Polytechnic despite suffering from PTSD as a result of WWII and very severe dyslexia. After which he would never touch a book again. Not so in my case.
As a small child I was especially full of life, eager to learn and sensitive. I absorbed the information from my environment, as it were, processed it and forgot almost nothing. Learning came naturally. My sensitivity meant that I could be quickly and deeply affected by people and events. What others could easily shake off could really unnerve me. Even something as simple as a clothing label could irritate me so much that I couldn't proceed until it was cut out. My sensitivity made me dependent on my environment to feel safe and well. And that in turn was the prerequisite for learning, creating and performing. A delicate and fragile position to be in. Fortunately, I found a supportive environment at my primary school.
Primary Education
In retrospect, it was a great gift that I ended up at CNS Jason in Eindhoven. A small school with very civilized, morally upstanding and knowledgeable teachers. Simply put, very decent people with an eye for children and their hearts in the right place. One teacher stood out for me, Nic Goederond. He brought his own unique didactic creativity into the school and, for example, let us listen to Pink Floyd's album Ummagumma. And then let us paint the images we conjured up in our minds. Awesome.
As a dreamy type, I had no shortage of those images. However it did require more skill than I had at the time to transfer what my mind's eye saw so clearly, onto paper. I could (and still can) conceive much more than I could realize. That caused me a lot of frustration. Patience was not my strong suit. When I had something clear in mind and couldn't translate it perfectly straight away or when it would take a long time, I often left it at that. This also did not really help me with my piano lessons, although the talent for playing was certainly there.
It was very fortunate I was given the opportunity at school to follow my own interests. When I finished the required work in class I was allowed to go to the school’s documentation center: a kind of paper cross-over between Google and Wikipedia. That motivated me enormously. All I had to do was complete my tasks as quickly as possible and that suited me really well. The fact that I was offered that opportunity was fantastic. On the one hand I fully belonged to the class, on the other hand I could remain true to my individual needs. I could follow my own interests in what felt like my own environment. Books were a rich source of information to me. I have always been a very fast reader and could usually immediately see on a page where the interesting information would be. It must have been something in the way texts were built up.
My school results were very good without any real effort on my part. My parents went to talk about this at school, asking "Do we have to do anything about this?" The only thing I noticed from their visit was that afterwards, despite being a young August-born student, I ended up in a higher class together with a few others. It was called a transitional class at the time. This was why I could take a so-called CITO test, the Dutch SAT, in my second to last year, the current group 7. That resulted in the maximum score of 550 points, just like a year later in my final year when it was ‘for real’. I was proud of that, but also frustrated by the few mistakes I had made. That kept nagging. It did pave the way to go to the very well-regarded Lorentz Lyceum in Eindhoven.
Secundary education
There the freedom to follow my interests completely disappeared and that definitely affected my results. The school was very competitive and emotionally cold at the time. Exactly what didn't suit me. On top of that in my third year my mother died, which completely shattered the ground under my feet. Obviously this had a major impact on my results. There was no support at all from school during this intense period and at the end of the year I was given the choice: to spend an extra year in the 3rd class of the Gymnasium or proceed to the 4th class of the Atheneum. I chose the latter.
For me, the sobering conclusion of that step was that I was not as smart as I thought I was. In retrospect, it's nonsense, of course, but that's how it felt. I finished the rest of my secondary school years with largely unremarkable results without significant effort. At no point did I have to learn how to study. I only started working for tests at the very last minute. Often only during the break beforehand. At least then the pressure was high enough for me to concentrate and to pose a motivating challenge for me. Later I understood that in this way I evoked a hyperfocus within myself that more gifted people seem to posses.
A giftedness reflection in retrospect: it was at the Lorentz Lyceum that I was surrounded by the most, and the most gifted, gifted people during my life to date. I had so many smart class- and school mates that their level of intellectual functioning for a long time would be my base line expectancy (or perhaps hope?) for people. I honestly thought that that was normal. You could discuss a wide variety of subjects without having to explain every minute detail. And the majority was pretty fast mentally. Being among equals in this respect definitely is a big plus in my book.
I did peak result wise in my second to last year. I felt good about myself and had an ideal buddy to hang out with in a certain classmate (Hi Edwin!). We motivated each other to work quickly and well. Mathematics in particular became a pleasure. During that time I learned that I am not a solo player, nor a real team player, but above all a duo player. By sparring with an equal partner, I get the best out of myself and I also know how to help others excel. Something that I would later turn into my profession.
A good example from my school years that taught me a lot about how difficult it sometimes can be to be gifted was my Dutch oral exam.
After the book 'The Tears of the Acacias' by the great Dutch author W.F. Hermans hit me like a ton of bricks in the most positive sense, I started reading a lot more of him. Unfortunately, you were officially not allowed to have two books by the same author on your mandatory reading list. However, after some negotiating we agreed that I could create a WFH-centric book list. However, the teacher demanded that I delve deeper into the connections between the books and the writer himself. I went all out for that and ultimately managed to say more about the books, the author and Creative Nihilism than the teachers themselves. My grade? A measly 7 out of 10. I can still see the sour face of one of the two in front of me. Standing out does not necessarily make you popular in the Netherlands, as ironically W.F. Hermans himself had also experienced and which led him to move to Paris and Brussels.
Years later, by chance, I was in Berlin when an evening lecture on Dutch studies was dedicated to Hermans at the Freie Universität. I went there with fellow Hermans enthusiast Vincent Campman. Although univited, we were welcome and had a wonderful evening. Free flowing discussion, shared passion, depth, analysis and ample room for all attendees and viewpoints. Exactly what academic education should be, but what I did not find during my own years at university.
University
I really had no idea what to study. With my Atheneum-B I had a wide choice, but nothing really appealed to me. Ultimately, I started doing what so many of my generation did: Economics at Erasmus University in Rotterdam. Full of expectations, I went to Rotterdam at the age of just 17 and I immediately liked living by myself in flat which was specially made for students. However, during my propaedeutic year I discovered that thinking for myself was not really the intention of academic ecudation. Not even at the university whose creed is Cedo Nulli ('I'm not inferior to anyone'). At least at the time it wasn’t.
For the Introduction to Philosophy course, a paper had to be written based on certain literature. I sat down, formulated my own thoughts and wrote a paper. That was clearly not the intention. I received an unsubstantiated 6/10 for my piece, which was checked by student assistants (not the professor), while fellow students who provided a mere summary of the literature scored a 7 or higher. I deserved more for the effort alone.
Later that year I had a run-in with a bully teaching Macroeconomics. The concept of fractional banking for creating money seemed fragile and irresponsibly risky to me. I couldn't imagine that it seriously worked like that, that no one would have noticed that this was asking for big problems as chickens always come home to roost. His response was that I did not understand the principle. How could I be so stupid. This was of course well before the banking crisis of 2008. After this incident, I was internally done with my studies.
Even during my university period I did not have to learn how to study. I attended as few lectures as possible and went my own way. Mainly a lot of talking, reading (non-fiction), moderate partying and listening to music. It wasn't until just before exams that I opened my books and got to work. It is clear that my results were therefore not brilliant. The highlight was passing the Financing and Investment exam, which was so poorly made by the students that it even made it into a national newspaper. I was one of the thirty…
It was at university that my feeling of being fundamentally different from others was greatest. Bigger than at my primary and secondary school, while I was undoubtedly surrounded by smart people (but not at the same level as on the Lorentz Lyceum) who seemed to be on clear life paths. Afterwards I understood that it had more to do with the characterological side of giftedness than with IQ. For me anyway.
For many of my fellow students, a job at a multinational such as Shell, ABN Amro, Unilever or one of the leading consultancy firms was the big ambition. I didn't share that with them. Even now I actually had no idea what I really wanted to do. Most jobs seemed very boring to me. I did work for a small consultancy firm before finishing my studies, I worked in Rotterdam and The Hague for some 2-2,5 years in total, but despite great colleagues I didn’t feel the urge to return there after getting my degree.
In the meantime the economy took a downturn, unemployment was high and my girlfriend at the time came across an advertisement from the Ministry of Economic Affairs and I thought "Ah well, I'll write an application letter. Let's see what happens." This was my first job application after graduating and I was promptly hired. But not before I had undergone an extensive assessment at the Rijks Psychologische Dienst (RPD Advies or National Psychological Institute). An obligation for future civil servants with an academic degree.
Assessment
The assessment which included an intelligence test took a whole day and took place at RPD Advies in The Hague. The assessor was a Mr. Hardenberg, an older test psychologist nearing the end of his career. I was really looking forward to it and was able to work in hyper focus all day. The result was impressive: I completed one subtest within time and another exactly when the time expired. Something that really shouldn't have been possible according to the assessor.
I also eased through the other parts of the assessment and apparently I didn’t make too many mistakes either. As far as intelligence was concerned, according to Mr. Hardenberg I scored the highest score he had seen in his 30-year career with the RPD. His judgement was: uitmuntend (meaning something like excellent, sublime or superb), with an IQ north of 145 (the test wasn’t suited to determine the exact number).
Compared to the academic norm group, my worst subtest score was still in the top 5%. My best subtests were among the absolute best scores recorded. He spoke equally highly about the other assessment components (Social Behavior, Expression Skills, Stability and Work Attitude). The fact that my profile was so harmoniously high across the board was a revelation to him. To me it was rather baffling. I honestly didn't expect this given my grades in school and at university.
The assessment elicited Mr. Hardenberg's statement: "Mr. Van Mulligen, with your capabilities you can become whatever you want." I didn't really know what to make of that statement. In any case, it ensured that I was hired at Economic Affairs and that was a bonus. That experience was not a complete success, however. Despite good reviews and great colleagues, I later developed a bore-out. The understimulation and the feeling of being completely out of place became too painful to tolerate any longer.
Inner unrest and demotivation led me to take a full career assessment on my own initiative in Leerdam with a former Royal Dutch Shell assessor. I now hoped to gain clarity about what kind of work and working environment would specifically suit me. The outcome was virtually identical to that of the previous assessment. This time I was told that "if you stay at Economic Affairs, you will definitely become Secretary-General." For me, a horrifying scenario that contributed to my decision to leave. The only useful new information I received was that my profile would be a great fit for a consultant type role.
The enthusiasm that both assessors had towards my person did not resonate internally at all. It's not something to be jealous of. Because the paradox teaches that when everything is possible, usually nothing is. And how in Aeon's name do you find your place in a world when you are so far removed from the norm.
a curse
I could write a book about the downside of being gifted, the curse, but that goes too far for this blog. When I look back on my journey to the here and now, the most important negative aspects apart from the obvious boredom have been: irritation, frustration and loneliness. I have deliberately placed them in order of increasing impact for me. Irritation sticks to the outside of you, but frustration and certainly loneliness deeply impact the very core of your being.
Irritation
I am extremely sensitive to stimuli, something that makes me susceptible to annoyance and irritation. I mentioned before the labels on my clothes as a child. But an itchy turtleneck or shoes that just don't quite fit perfectly are also issues that demand my attention to such an extent that they first have to be resolved before I can continue. But there's more. Some examples:
Loud and shrill noises. Uninspired music made purely for money. Logically inconsistent models. Stacks that you can tell are going to fall over. Writers who pump up a single insight into a 240-page book filled with fluff. Parking cars and bicycles in such a way that they hinder others. Litter. News programs full of opinions. Advertising, marketing and influencer nonsense. Intellectual laziness of screenwriters. False sentiment. Narcissists. Ideologists. Loudly displayed stupidity. Infatuation with royal families, actors, athletes and politicians. Ugly Belgian houses...
Do I have to continue? I think it's the downside of having a very sensitive nervous system. Seriously, it is really no fun to be so trigger-happy in a stimulus-rich society. But over the years, I became more and more tired of allowing my peace of mind to be affected by things over which I have little influence over in the first place. The following insight has helped me enormously:
“Getting annoyed means losing your precious energy and peace of mind to the (perceived) shortcomings of others. This is to your own detriment and won’t improve the way they function anyhow.”
I also started thinking about what my irritations had to say about myself, because then I could possibly make some adjustments. They told me that I attach great importance to integrity, authenticity, sincerity, depth, originality, maturity, respect and care. Things that I have not been able, nor willing, to really make any concessions on, even though that would have made my life that much easier.
My strategy for dealing with my irritations is that I try to set a good example as much as possible and at the same time shield myself from major annoyances. As Dutch group Doe Maar already sang, "there is a switch on your TV". The image I use for my coping style is that of a cell membrane. Permeable to what nourishes you, closed to what is harmful. A semi-permeable lifestyle so to speak.😉
It is important for me to stay connected to my environment. The majority of people is of good will and cutting me off from them would only make me less happy. I simply like people too much for that. In this context, the second best move of my life is moving to a small wooded village in De Kempen region. The people and environment fit me like a glove. Friendly people. It is not without reason that the expression 'The contented man' comes from here.
The topic of irritation would not be complete without talking about mental speed. When this is high, as it is in my case, irritation about the relative mental slowness in others is always right around the corner. Switching quickly, abstracting, combining, analyzing and concluding is what I like. Preferably without any surrounding nonsense. Straight to the heart of the matter, do my thing, and then move on. In the past, when I was forced to operate below my processing speed, it irritated me immensely. That was at the expense of my sharpness and I experienced it as a valuable loss of time. Then I would quickly be done with the subject or person and my thoughts would wander off. In general, irritation and boredom with the mundane, which is so evidently a drawback of being gifted that I didn’t devote a separate paragraph to it, tend to overlap.
“In many classrooms and workplaces being gifted is like using a sports car for taxi rides to the airport. That’s not what it’s built for. You won’t develop enough speed to create the necessary downforce to keep you glued to the road.
This is a paradox of giftedness:
The gifted only become grounded at speeds where others lose their grip.”
The meetings at the Ministry of Economic Affairs therefore presented a major challenge for me. I regularly had to fight against sleepiness. Literally. In addition, this kind of policy work involves matters such as 'nudging', 'testing the waters' and 'bargaining’. The terms alone were anathema to me. The delay it gave to processes, as well. Of course I understand that that's just how it works, but it just didn't suit me. I loved, and love, working in a concentrated, fast and solution-oriented manner and then being free to persue other things. My decision to leave the ministry was therefore a good one. The role of consultant did indeed suit me better. Times of crisis and intensity are also more my thing than times of going concern.
It may sound paradoxical, but for me this has nothing to do with impatience. Under certain circumstances I can have a lot of patience. In addition, growing older has the advantage that it becomes easier to accept that people are the way they are. With all their quirks & features. When it comes to the really important things in life, love & happiness and death & sadness, we are all equal. In addition, I cannot expect someone else to go faster than he or she is able to do, so it is my responsibility (and yes, predicament) to slow down and speak relateable language. So be it. By the way, accepting others as they are, first requires accepting yourself as you are. And that's not always easy.
Frustration
In the early 2000s, I taught a Stress Management & Organizational Health master’s course at the Benelux University Center. I had given this module the title 'Dehumanization of Society' and it dealt with the social (health and stress wise) impact of the combination of (information)technology, media, neoliberalism and globalization. That resulted in some sceptic looks. Surely this was an exaggeration: “Developments wouldn't go that fast and in that direction, now would they?” However, when I now open the syllabus again and look at where humanity stands right now, I was pretty accurate.
Being able to predict well, or simply connecting the dots looking forward in life, is something that more gifted people know how to do well. During my studies, we sometimes watched Wheel of Fortune in the dorm room, and more than once I guessed the answer before even a single letter was visible. This was not a form of clairvoyance, but just an educated guess.
To recognize patterns I only need a few points and little time. The problem is that not everyone is able to do that. Most people only start to see the big picture when there is only a single dot that still needs to be connected. The consequence is that you will not be believed if you tell people too early what you see coming. Not even when it is in the interests of those people themselves. This frustration is also known as the Curse of Cassandra.
“In real life A-students always end up working for C-students.”
During my high school years, I thought that the smartest would achieve the most in society. I have since learned that this is not the case and that Robert Kyosaki is right. In this respect, the Law of Diminishing Returns applies to IQ. A higher IQ provides many societal benefits, but this effect reaches its zenith at around 130 points (educated guess alert!), after which it decreases considerably. Especially if you are more of a generalist than a specialist with an in-demand expertise.
To be successful in society, executive functions and self-confidence are usually more important than the content and quality you deliver. And as Dutch entrepreneur Marcel Boekhoorn likes to say, "The mass brings you the cash." Something that I, and many content-driven gifted people like me, am not very much at ease with. We do not belong to the crowd and are regularly plagued by doubt. Is what I do really good enough and am I good enough myself?
Without a doubt it is certainly frustrating to see how others sell their services with great aplomb and success, while you are having a hard time with what you consider to be a more qualitative offer. Perfectionism and the ability to see clearly in detail inevitably lead to (self)doubt, which is not conducive to successfully marketing your idea, product or service. The yardstick you measure yourself against is so high that it can be paralyzing. You don't proceed or sometimes don't even start things, because you know that they can never live up to the ideal you have in mind. Bertrand Russell's quote speaks volumes in this regard.
Doubt has bothered me for a long time. Offerings for the masses are indeed what brings home the cash and for me the conclusion after many frustrating years is: become a niche player. Working (internationally) with gifted professionals is such a niche for me. The mutual recognition and understanding helps enormously.
For me, the greatest frustration of being gifted is that my potential has only been realized to a very limited extent. Career wise, I should have achieved much more than I did, I should have been able to play the piano much better than I can now, I should have been fluent in many more languages, etc. That's what I think anyway. In this sense, having a single distinct talent is a lot more practical than having an above-average talent for many things. Especially around middle age, the reality that much of your potential will always remain unrealized becomes downright painful. You simply no longer have enough time and energy left for realization. You also need the benefit of benevolent times to realize some specific things.
I once helped an older stuck multi-talent. To get him moving again, I guided him through a grieving process. Letting him say goodbye to what could have been, but was not. In order to then be able to look at what was still possible in the resulting time and space. That process has brought him peace of mind and renewed energy. And me too.
Loneliness
There is a simple litmus test for determining giftedness: are you a fan of House MD or not? 😉 An incredibly good and layered hospital series about the very gifted, albeit socially rather maladjusted, main character Gregory House; a role tailor-made for gifted multi-talented Hugh Laurie. I've always been a fan, but especially since the episode Ignorance is bliss.
This episode is about a bicycle courier who is admitted to hospital. It turns out to be a (former) genius who was so hampered by his intelligence that he medicalized himself more stupidly. To finally be able to be happy, with a loving relationship. The video clip below shows it better than I can tell it.
In a diluted form, this man's dilemma is recognizable to me, although robotripping would never be an option for me to consider. Now I certainly don't emulate him, because his example is far too extreme for that, I am not nearly intelligent enough and I am defined by much more than just my intelligence. Mensa membership is not for me and I certainly don't draw flux capacitors in my spare time. For me the determining factor is consciousness. I am aware of myself and my surroundings at all times, participating and spectating are intertwined in me. This makes me see things from multiple points of view simultaneously and that gives a feeling of distance from people who are more singularly present in the here and now, people who mainly 'participate'. The fact that many cannot imagine that something like this even exists and can be painful can be found in the comments below the video. Proving the whole point of the episode, ironically enough.
The concept of ‘a spiritual being having a human experience’ is a tangible reality for me. This, more than my intelligence, is what often made me feel so lonely. And what made me jealous of people who seemed to be able to just live their lives. Ignorance has long seemed like pure bliss to me. A glass of Italian wine certainly gave me an inkling of what that would be like. Thankfully I’m not of the easily addicted kind, otherwise...
Also, even, or perhaps especially, as a spiritual being having a human experience it is vital to be seen. To be recognized and acknowledged. To get yourself reflected back through the circumstances and people around you. I already mentioned my second best move in life. My best move in this regard is definitely my partner. She is just as responsible and aware as I am. When I have to choose between being happy or being right, I choose happiness without hesitation. My feeling of loneliness is definitely a thing of the past.
My story about loneliness as the downside of giftedness would not be complete without mentioning my best friend Vincent Campman. His presence in my life has made my sense of loneliness manageable. He is at least as intelligent as I am and from day one, about 40 years ago, there was mutual recognition. Our contact has always been extremely intensive, even though he lives abroad for decades now. We can express the full scope of our interests to one another. Also, he is the only person with whom I do not have to hold anything back, slow down, explain myself or dumb down the message. With no one have I laughed as much, experienced so many special things and had deep conversations as with him. Especially in Berlin, which started in 1989. Experiencing the stellar rise of Kruder+Dorfmeister and Jazzanova in the Berlin clubs together firsthand was quite something. Thank you Vincent for your continued presence in my life. On to the next 40 years and to whatever may lay beyond that.
Because we fully understand each other, we can switch, combine and freely associate very quickly. When others saw us in action, it was as if they saw water burning. Our weekly phone calls made the loneliness bearable. A weekly shot of recognition and confirmation that allowed us both to cope with the daily grind of the Farmer’s World.
Professionally, I have been able to alleviate loneliness by seeking collaboration with my gifted colleagues and independent thinkers & competent doers Kim Castenmiller and Paul de Bruijn. My advice for those who do not have such people in their environment, keep looking and once you have found them, keep investing in the relationship.
a blessing
Humor
Can you enjoy your giftedness? In my case, the answer to that question is a resounding yes. A lot. Ever since I was young, I have seen the humor in a lot of what happens around me and even in what didn’t happen. Humor, which is different from just having fun or laughing a lot out of habit, is indispensable to me. It makes my life more lively and has helped me enormously to deal with less pleasant events.
From my high school days I can remember that I regularly saw things happening in my mind's eye that would greatly improve the boring setting. Often with an absurdist character. A bit along the lines of "if x-or-y happened now, that would be great." Then I had to laugh internally, often up to the point of having trouble containing myself. Having an eye for alternative scenarios and unlikely events is certainly what lies behind this.
In his book The Art of Creation, Arthur Koestler examined the concept of humor in depth and came up with the picture shown. This is completely in line with my experience. Too tempting not to explain this further here. If I ever give a lecture about giftedness, I might however do so based on this provocative sketch by Koefnoen (alert: not for the easily offended). A sketch that also shows the art of omission. Always nice when there is room left for you to fill in the blanks yourself.
My sense of humor not only helps me myself, it also plays an important role in my work to keep the sometimes heavy issues easy to digest. Being able to laugh about an intense experience is a sign that it can be fully integrated. The picture is complete. Nothing can dispel the darkness as well as the laughter that rounds off a process of (self)reflection.
Associative thinking
Closely related to humor is associative thinking. The ability to do this characterizes me very much. My mind is frequently associating and I enjoy that a lot. Because I have read and otherwise absorbed a lot in my life, I have a large reservoir of knowledge to associate with. Associations with matters not directly related to the subject are a strength that I use in brainstorming and development sessions. I’ve regularly participated in public brainstorming sessions, such as a CERN Hackathon on the High Tech Campus, purely for my pleasure.
Associative thinking not only helps me to come up with new ideas that will hopefully be useful to others, but also to be able to capture complex customer dilemma’s with one image in my daily work. To be honest, I have to say that the developing an idea into a concrete product or even a company does not really interest me. Generating exciting ideas, developing a certain vision and advising or sparring at regular intervals during the follow-up suits me better.
awareness
What does continue to fascinate me is analyzing matters at the highest level of abstraction, that of consciousness, of pure thought. Like many with me, I am driven by the question to which the answer is 42. What goes on behind the scenes is much more interesting to me than the issue at hand. The meaning of things, the why question, is ultimately the highest level at which you can approach a problem. When you find the correct interpretation at the highest level, solving the issue itself is either no longer necessary or a matter of simple elaboration. When the click in consciousness is there, the underlying pattern is fundamentally and permanently rearranged. I can feel when something like this happens. It's what Christopher Fuchs, the founder of QBism, calls it collapsing the wave function by updating your beliefs. I purposefully use the word 'feeling' here, because this perception is not a mental phenomenon. I really experience having this ability as a gift.
Intuitive grasp
Another gift that I really enjoy is that of the intuitive grasp. Knowing intuitively how something works. Sometimes even whether something is true or not, because truth is considerably less subjective than most people think. For that intuitive grasp, I don't necessarily have to understand the intermediate steps, the insight is just there all of a sudden. This allows me to extract the essence from things of which I do not know or understand the finer points. Like Q(uantum)B(ayesian)ism mentioned above. When I have found what I am looking for, the details, the intermediate steps, no longer interest me. That makes me unsuitable for science as it is usually practiced: reductionist, linear and too much left-brain driven. Explaining how I arrive at a certain insight is not always easy for me. But not being in school anymore I’m not bothered by that. QBism is the most correct for me and I’m perfectly happy to leave it at that. I have no interest whatsoever in convincing others of that.
SupergeneralisM
I also experience it as a blessing that, as a kind of super generalist, I am able to connect with people from very different backgrounds and professional fields. From humanities, exact- to social sciences, but also with a CEO, artist, top athlete, shaman, sufi or kabbalist and importantly the people next door. In my work this is a big plus. In order to be able to develop and advise people at a higher level, you must be able to understand their work and empathize with their world. A generic advisor or coach will always falls short in this respect. I have often guided gifted people who were relieved and happy that there was finally someone who understood what they were talking about, could understand from their own experience how they felt and could clearly express what they were thinking but had a hard time formulating themselves. No diploma or certificate, often indicating nothing more than that you’re able to follow protocols and jump through desired hoops, can compete with that.
Years ago I had the pleasure of giving a lecture at the International Institute of Biophysics in Neuss. There I spoke extensively with the biophysicist Fritz-Albert Popp about the essence of health from an energetic perspective: coherence. Few people have made me think as much as this visionary and he was happy that someone really understood what he was about. He certainly had the gift of suddenly seeing how something worked, but was sometimes a bit hasty in his evidence, which made him not without controversy from a scientific point of view. This is often the fate of true innovators. Being able to have these kinds of conversations has enriched my life enormously.
memory
I benefit greatly from my memory. Remembering comes naturally, although my memory has become more selective over the years. Now it depends more on whether something interests me or not. This was of course very useful at school and later at university, but it is just as pleasant in social interactions. When you remember people's personal matters and refer to them when you meet again, it is often a pleasant surprise for the other person. Many of my colleagues write down notebooks during, or immediately after, conversations with clients. I tried that, thought I should do that because it was the professional thing to do, but I never got it ingrained. The reason is that I like to pay my full attention during conversations and that I can trust that when I see my conversation partner(s) again, the information simply is there again. The times in my life I've been told "Huh, you remember all that?!" or "I'm jealous of your memory" are many.
For me it is as if files automatically come back online in a certain setting or with a certain person. I am now convinced that your memory is not located in your brain, but in an information field around you that is accessed via your brain. That's how I experience it anyway.
intense enjoyment
Saving the best for last... The greatest blessing that giftedness brings is the ability to enjoy intensely. And that extends to literally all areas of life. It is the positive side of the combination of sensitivity, intensity and complexity. There is so much to enjoy in life, but you have to notice it. That's where it starts. In addition, it is also a matter of resolution, the amount of information/details that you can extract from something. It's as if mine is higher than average. For example, I have attended many wine tastings in my life and noticed that the richness and differences that I could taste were not observed by everyone. The same goes for high-end audio equipment, where small tweaks can lead to a completely different listening experience. But of course I also enjoy my children when they are absorbed in their play, walk through the sprinkler in the garden, surprise me with a statement, score a goal with their 'wrong' leg or achieve something they have worked hard for. Things like that touch me deeply and make me very happy.
The intensity with which I experience something like this, I absorb the experience, as it were, means that I become saturated faster than anyone else. Mass events and long sessions of anything are not for me. I will always prefer short/little/quality over long/lot/quantity. But I never saw that as a problem. The hunt for the original and unique, no matter how small, is much more satisfying to me.
For example, I once came across a slim book by J. Ruth Gendler, The Book of Qualities. A veritable hunting trophy. In it she describes qualities as persons with a brief sketch of the situation. That alone is a brilliant thought. But how she then manages to capture the core of a quality with just a few strokes of her pen is in a class of its own. You might shake your head in disbelief, but I am really touched by this. Pure wisdom wrapped in an evocative aphorism. After consuming one or two of such qualities, I am saturated. My soul feels nourished.
“I recall when I was small, how I spent my days alone,
The busy world was not for me, so I went and found my own.”
Previously I talked about the loneliness that I have experienced so often and for so long. Just like everyone else, it is important for me to feel connected, to know that I am not alone in how I experience the world. I had a major breakthrough in this area during my studies in Rotterdam. Through Henri, Vincent's brother, I came into contact with Steely Dan's album Can't buy a thrill. That was such a relief to hear. Music that was really well composed and really appealed to me. Although I didn't know exactly why at the time. At the Donner bookstore (does it still exist?) I looked for other Steely Dan albums. I ended up with The Royal Scam and the CD was put on for me to listen to. That's how it was back then, at a counter with headphones on your ears. I will never forget that experience. I was blown away and literally moved to tears, that's how much this music resonated with me. It made me feel like if you could draw music from my DNA, it would sound like this. I listened in disbelief. I was, and still am, extremely happy that there were people who could make this at all. Kudos to Donald Fagen and Walter Becker for that.
What appeals to me about Steely Dan's music is that beneath a sometimes simple first impression, there is a world of depth, complexity and harmony. Their music is extremely layered, there is a lot to enjoy. Many lines are woven together into a coherent whole. Including cryptic texts full of acerbic wit. The craftsmanship is also at an all-time high, both in terms of composition and arrangements and in terms of execution. Complex harmony, or is it harmonic complexity 😉, is what characterizes their music.
A good example of this is the song Josie, a catchy and deceptively simple sounding song, which contains more chords than in the complete works of most artists. In the deconstruction video below, Donald Fagen, the master himself, talks about the structure and the chords used. Without exaggerating, years have passed in which I listened to this song every day. And I still get excited about the chord sequence from 01:30 min.
If you want to hear the song as a whole, you will find a live performance here with the exceptionally cool, but sadly recently deceased Walter Becker on guitar.
This statement by Fagen towards the end of the video says a lot about what, for me, distinguishes being gifted from being highly intelligent. Something can be oh so cleverly put together, but it doesn't do anything for me ‘if it ain't funky’. You have to be able to feel it. Music should give you energy and a good vibe, make you happy. Just as giftedness is about more than just intellect, clever abstraction or sharp insight.
“A lot has to do with feel...”
“Intelligence is soulless without (he)art.”
For me, being gifted is an overarching experience that connects head, heart and hands. Whether you want to or not. Ultimately, the challenge for every gifted person is to unite within yourself, literally within your body, the full scope and complexity of who you are into a coherent whole. Integration of your complete Self. But that’s not easy. It took me about 30 years to arrive at that point, but: I've found my Home at Last.
Dirk Anton van Mulligen