Waarom uitkomen voor hoogbegaafdheid zo lastig is

  • “Ik zeg nog eerder dat ik Asperger heb, dan dat ik hoogbegaafd ben.”

  • “… en weet je wat hij zei toen ik vertelde dat ik hoogbegaafd ben? Iedere gek zijn gebrek!”

  • “Ik herken mezelf volledig in wat je zei over hoogbegaafdheid, maar ik ben zeker niet hoogbegaafd.”

  • ”Voor ADHD hebben mensen begrip, maar tegen mijn prikkelgevoeligheid als hoogbegaafde wordt maar raar aangekeken, alsof ik me aanstel.”

  • “Niet iedereen reageerde even fijn toen ik aangaf hoogbegaafd te zijn. Ik kon merken dat sommigen me maar arrogant vonden, anderen reageerden juist afstandelijk of wat onzeker.”

  • “Ik heb geen IQ test gedaan, dus ik durf aan niemand te vertellen dat ik hoogbegaafd ben.”

Zomaar wat geluiden die ik de afgelopen weken heb gehoord. Dat er nog zo’n lading op het uitkomen voor hoogbegaafdheid zit, is de aanleiding om in deze blog de drie hoofdoorzaken hiervan uiteen te zetten. Het is ook een pleidooi om het zeker wél te doen, om het beestje bij de naam te noemen, en tegelijkertijd om ook het belang ervan niet te overschatten, wat geldt voor vrijwel alle labels en diagnoses.

uit de kast komen als hoogbegaafde

Samen met Sofie van de Waart in de pop-up studio bij de Gemeente Tilburg, 13 maart 2024.

Bij hoogbegaafdheid wordt er vaak gedacht aan superslimme mensen die moeiteloos door het leven gaan. Maar klopt dat beeld wel? Dit was de insteek van het radiointerview met Sofie van de Waart en mijzelf op 13 maart jongstleden ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid op NPO Radio 1. Direct aan begin kreeg ik van Jurgen van den Berg de vraag “Bent u superslim?” Al lijk ik daarop direct te antwoorden, ik dacht bliksemsnel na over waar ik nou goed aan deed. Dat ik de vraag met een helder “Ja.” beantwoordde, was heel bewust om een signaal af te geven aan de vele hoogbegaafden die moeite hebben om voor hun hoogbegaafdheid uit te komen: Aarzel niet langer, maar kom er gewoon voor uit.

Ook ik heb lang geaarzeld om publiek te gaan met mijn hoogbegaafdheid; dit ondanks dat ik het bewijs daarvoor op schrift had. Er zijn drie redenen waarom het zo lastig kan zijn. Eentje bevindt zich intern, in jezelf als hoogbegaafde, eentje in de buitenwereld en eentje is een weeffout in de terminologie die niet helpend is.

Zelftwijfel, perfectionisme en het stemmetje van binnen

Om succesvol te zijn in deze samenleving zijn executieve functies en zelfvertrouwen doorgaans belangrijker dan de inhoud en kwaliteit die je levert. Of zoals Peter Gillis pleegt te zeggen "de massa is kassa". Daar zijn hoogbegaafden vaak niet zo in thuis. Ze behoren niet tot de massa en worden regelmatig geplaagd door twijfel: “Is het wel echt goed genoeg wat ik doe en ben ik zelf wel goed genoeg?”. Dit stemmetje van binnen, de altijd aanstaande kritische zelfmonitoring, is een consequentie van het hebben van een hoog bewustzijnsniveau gecombineerd met perfectionisme en een gebrek aan succes gemeten naar de maatstaven van deze farmer’s world niet te vergeten. Want daarom komt juist het niet kunnen laten zien van een diploma of ondersteunende IQ test, zo hard binnen bij hoogbegaafden. Dat voelt aan als falen, als tekortschieten.

Het is zonder meer frustrerend om te zien hoe anderen met veel bravoure en succes zichzelf verkopen, terwijl jij die meer in huis hebt, het zo lastig hebt. En juist succeservaringen heb je keihard nodig wanneer je niet bepaald gemiddeld bent. Op school, maar zeker ook later in het werkende leven.

Perfectionisme en het vermogen tot in detail scherp te zien, leiden onvermijdelijk tot (zelf)twijfel, wat niet bevorderlijk is voor het succesvol aan de man brengen van je idee, product of dienst. Je ziet altijd wat er beter kan. Of in jouw ogen beter moet! Dit geldt ook voor jezelf ‘vermarkten’. Er wordt meer en meer verwacht dat je jezelf presenteert, verkoopt en jezelf beschouwt als ‘Brand called You’. Alleen is de meetlat waar jij jezelf langs langs legt zo hoog, dat deze verlammend werkt. Je stemmetje vertelt je dat je nooit kunt voldoen aan het ideaalplaatje dat je voor ogen hebt, dat anderen je vast zullen uitlachen omdat ze ‘het’ niet zien. Deze dynamiek aan de binnenzijde van je persoon is een grote rem op het zelfbewust uitkomen voor je hoogbegaafdheid. Maar daarmee zijn we er nog niet. Ook de buitenwereld werkt niet altijd mee in dit opzicht. Het beeld dat de meeste mensen bij hoogbegaafdheid hebben, klopt (nog) niet.

Gebrek aan kennis, overvloed aan vooroordelen en verkeerde aannames

De tweede reden waarom het lastig kan zijn om uit de hb-kast te komen is extern: de mogelijke reactie van de buitenwereld. Het is een teken des tijds: ergens weinig tot niets over weten, maar wel een mening over hebben en deze stellig verkondigen. Zoals Clint Eastwood al zei: “Opinions are like assholes, everyone’s got one.” De twijfel die hoogbegaafden kenmerkt, lijkt anderen niet in de weg te zitten bij het hebben van een uitgesproken mening over hoogbegaafden, hoe onterecht ook. Dit is mede gerelateerd aan de volgende typisch Amerikaanse uitspraak: “Nobody likes a show-off.” Al te vaak wordt wat hoogbegaafden vanuit hun creatieve drang en interne motivatie laten zien, onterecht geïnterpreteerd als showing off. Niet ieder ego kan even goed omgaan met het feit dat anderen zo schijnbaar makkelijk helder stralen. Dat wordt snel als bedreigend ervaren.

 

Slide uit de Your Evolving Self Workshop Hoogbegaafdheid voor medewerkers en leidinggevenden. (c) Dirk Anton van Mulligen, 2024.

 

Wat ook niet helpt, is dat het gemiddelde beeld dat nogal wat mensen van hoogbegaafden hebben, gekoppeld is aan extreme prestaties in de exacte vakken. Denk Albert Einstein. Of dichter bij huis het wonderkind Laurent Simons. Al wat beter kloppend is wanneer er ook gedacht wordt aan mensen als Zaha Hadid, Martha Graham, Stromae of bijvoorbeeld Elon Musk. Het gelijkschakelen van hoogbegaafdheid aan breed erkende, uitzonderlijke prestaties in de wereld zoals die tot op heden is, is alleen niet terecht. Ver afwijken van de norm maakt het namelijk niet eenvoudig om je potentieel om te zetten. Zeker niet wanneer je meer generalistisch bent ingesteld, dan specialistisch in een gevraagd of populair vakgebied.

Beelden kunnen hardnekkig zijn: zodra ze zich in je hoofd hebben genesteld, krijg je ze er maar moeilijk weer uit, ook wanneer ze verkeerd zijn. Wellicht is dat de ware boodschap van “Gij zult geen beeld maken.” Daarom zou het goed zijn, wanneer er veel meer bekendheid wordt gegeven aan wat hoogbegaafdheid is en wat het zeker niet is. Mij lijkt het goed om daar bij Biologie of Burgerschap op school al aandacht aan te besteden. Sowieso op de Pabo en in de zorg natuurlijk, maar ook bij opleidingen als Human Resources, Personeelszaken, Management en Organisatiekunde. Daarbij zou ik hoogbegaafdheid zeker niet alleen koppelen aan intelligentie, maar vooral laten aansluiten bij de definitie volgens het Delphi model:

 
Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens. Intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.
— Hoogbegaaafdheid volgens het Delphi model, Kooijman - Van Thiel, M. (red.) 2008.
 

Met deze omschrijving in het achterhoofd, wordt direct duidelijk dat er vele variaties van hoogbegaafdheid zijn. En dat er dus zeker niet een standaardbeeld is waar alle hoogbegaafden aan voldoen.

 

Slide uit de Your Evolving Self Workshop Hoogbegaafdheid voor medewerkers en leidinggevenden. (c) Dirk Anton van Mulligen, 2024.

 

Als hoogbegaafde kun je ook nog eens te maken krijgen met hardnekkige misvattingen die het lastig maken om voor je hoogbegaafdheid uit te komen. Om er twee uit te lichten die in het radio-interview aan bod kwamen:

  1. Hoogbegaafden kunnen alles goed en hebben geen ondersteuning nodig.

  2. Hoogbegaafden zijn sociaal onhandig.

Als hoogbegaafde kun je in veel gevallen ondersteuning juist wel heel goed gebruiken. Bijvoorbeeld bij het leren omgaan met je emotionele intensiteit, bij het snel verveeld raken, bij je perfectionisme of het worstelen met executieve functies. Voor sociale onhandigheid bij hoogbegaafdheid bestaat dan weer geen enkel wetenschappelijk bewijs. Of zoals Sofie van de Waart het zegt: “Hoogbegaafden zijn soms misschien sociaal minder begaafd, maar dat geldt net zo goed voor gewone mensen, dus dat hoeft niet per se samen te gaan met hoogbegaafd zijn."

Hoogbegaafd = uit de hoogte?

Het moet gezegd worden, de term hoogbegaafd associeert niet lekker: boven een ander staand, neerkijkend, superieur, arrogant, elitair etc. Mensen kunnen, wanneer je aangeeft hoogbegaafd te zijn, daardoor gaan verwachten dat je uit de hoogte gaat doen, het hoog in de bol hebt en dat is, terecht, een doodzonde in egalitair Nederland.

Ook zit er een weeffout in de term hoogbegaafdheid zelf, zo kwam tijdens een lunch bij de Gemeente Tilburg ter sprake. Maurice van Ham gaf aan dat hij de term ‘sterkbegaafd’ veel logischer zou vinden, aangezien aan de onderkant van de IQ curve wordt gesproken over zwakbegaafd. Toen hij het zei, dacht ik: “waarom heb ik dat niet eerder gezien!” Een Cruijff momentje.

Maar er is meer. Er zijn diverse intelligentiecurves met verschillende terminologieën in omloop. Zoals die hierboven. Mijn gevoel voor systemen, symmetrie en modellen krijgt hier de kriebels van. Op één curve worden namelijk verschillende spectra bij elkaar geveegd:

  1. beperkt <-> onbeperkt,

  2. zwak <-> sterk,

  3. normaal <-> abnormaal,

  4. minder <-> meer en

  5. laag <-> hoog!

Source: ‘Confused’ by Serise van Dyk on Unsplash

So which one is it?!?!?! It’s enough to leave you dazed and confused! Dit is verwarrend, onlogisch en eerlijk gezegd juist bij dit thema onbegrijpelijk. Het komt weinig intelligent over en is zeker niet in lijn met de grote aandacht voor patronen en details die juist hoogbegaafden plegen te hebben. Het is niet bepaald helpend bij het creëren van een helder beeld over hoogbegaafdheid.

Maurice van Ham, die het thema aansneed, gaf aan sterkbegaafd de juiste term te vinden en dat voelt voor mij nog wel als de beste. Dan ben je in elk geval meteen af van het idee boven een ander te staan. En woorden doen er toe, want zij triggeren de beelden in je hoofd.


 

Quote van Linda Silverman op een slide uit de Your Evolving Self Workshop Hoogbegaafdheid voor medewerkers en leidinggevenden.

 

Noem het beestje bij de naam

If it walks like a duck, swims like a duck and quacks like a duck, it probably is a duck. Om de vaardigheden te ontdekken waar Linda Silverman in bovenstaande quote over spreekt, zul je accuraat moeten vaststellen waar je over spreekt. Alleen dan kun je eventuele problemen onderbouwd gaan oplossen, het talent van hoogbegaafden ontdekken en tot bloei laten komen. Er is zoveel onderzoek gedaan naar hoogbegaafdheid, zoveel professionals hebben hier jarenlange ervaring mee opgedaan, dat er een stevige basis staat voor het goed kunnen ondersteunen van hoogbegaafden in onderwijs en werk. Ja, er is nog veel werk aan de winkel, maar dat zit hem meer in de verspreiding van kennis, inzichten en hulpmiddelen, dan in de kennis zelf. Daarom gebruik ik zelf de term hoogbegaafd, ook al heeft sterkbegaafd mijn persoonlijke voorkeur. Een omschrijving gebruiken als ‘anders bedraad’ om de verwachte acceptatiegraad van mijn coming out te verhogen, zal ik niet zo snel doen. Het is mij te eufemistisch. Nu van paard wisselen qua terminologie, zou zonde zijn van alles wat is opgebouwd en dat risico is best reëel.

‘Neurodiversiteit’ is goed bezig allerlei om barrières te slechten en bewustzijn te creëren voor verschillen in de mentale make-up tussen mensen. Dat het een actueel thema is bij veel HR afdelingen en Personeelszaken, is een groot pluspunt. Er kan eindelijk over gesproken worden en budgetten komen beschikbaar voor training en werkarrangementen op maat. We gaan, dat is in elk geval de intentie, eindelijk eens actief en positief gebruik maken van hoe alle breinen werken. Een goede zaak, ik ben er blij mee. Toch kleeft er wel het risico aan, dat neurodiversiteit een vergaarbak wordt, een containerbegrip waar van alles en nog wat onder geschaard kan worden. Wanneer iedereen neurodivers is, is niemand het. Plus wat zegt het dan überhaupt nog? De sensitiviteit van hoogbegaafden is echt anders dan die van hoogsensitieven, zo merk ik keer op keer bij begeleidingen. En vraagt dus ook om een wat andere benadering om er goed mee om te gaan.

Dat de misdiagnoses bij hoogbegaafdheid, met name ADHD en ASS, talrijk en alomtegenwoordig zijn, wist ik. Maar dat mijn post op LinkedIn hierover meer dan 27.000 keer bekeken en veel gedeeld zou worden, heeft me desondanks verrast. Het zou zonde zijn wanneer de specifieke aspecten van hoogbegaafdheid door het gebruik van de kapstok neurodiversiteit, ondergesneeuwd zouden raken. Of zouden leiden tot verkeerde diagnoses en daarmee menselijk leed.

 

Source: Unsplash.com

 

Er bestaat bovendien een klein, maar reëel, risico dat neurodivers, net zoals imposter syndrome, tot een excuus verwordt voor niet goed functioneren, een excuus voor het niet waarmaken van wat je voor ogen had en voor onaangepast gedrag. Je hoeft dan geen verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen aandeel want “je bent nu eenmaal zo (geworden)”. Neurodiversiteit wordt dan een reden die wordt gegeven om oorzaken niet bij jezelf te zoeken, niet met jezelf aan de slag te gaan en te blijven wijzen naar de buitenwereld die zich maar aan jou moet aanpassen. Wanneer ik deze neiging bij mijn cliënten waarneem, stel ik steevast de vraag: “Wil je door mij nu bevestigd worden in je gelijk of wil je gelukkig worden?

Succesvolle integratie van hoogbegaafden in het onderwijs of op de werkplek vraagt om tweerichtingsverkeer. De aanpassing moet van beide kanten komen. Bovendien is een externe locus of control, het zien van de buitenwereld als bepalend voor jouw levenservaringen, psychologisch gezien zeer onwenselijk. Het staat dan ook haaks op wat we met Your Evolving Self beogen: zelf als hoogbegaafde weer aan het stuur komen te staan van je persoonlijke en professionele leven, ongeacht de omstandigheden. Juist de groep hoogbegaafden waarbij het niet vanzelf gaat in onderwijs, relaties en werk, ontwikkelt snel een externe locus of control en die zul je naar binnen moeten verleggen, wil je daadwerkelijk resultaat boeken met je begeleiding.

 
Uitkomen voor hoogbegaafdheid gaat niet zozeer over jou, als wel over het accuraat benoemen van verschillen, waardoor helderheid ontstaat voor jezelf en de buitenwereld.
— Dirk Anton van Mulligen
 

Het is wat het is en niet anders. Hoe goed bedoeld ook, uitspraken als “iedereen is getalenteerd” of “we zijn allemaal gelijk” zijn niet alleen niet helpend, ze zijn misleidend. Verschillen bestaan, de natuur zit er vol mee. Dat ‘nicht war haben wollen’ zoals onze oosterburen zeggen, is een teken van een gebrek aan realiteitszin, aan gebrek aan een volwassen onderscheidend vermogen. Dat ieder mensenleven de moeite waard is, wil niet zeggen dat iedereen over een gelijkwaardig potentieel beschikt. Dat we allemaal deel uitmaken van dezelfde bron, wil niet zeggen dat we hetzelfde zijn. Juist niet, dat is namelijk de zin van dit al: de individuele ervaring als deel van het geheel. Zonder individuele kleuren geen regenboog per slot van rekening. Er bestaat geen werkelijk ‘samen’ zonder daadwerkelijk verschillende individuen. Anders praat je over een borg, over een hive-mind waarbinnen geen plaats is voor vrije wil of een geheel eigen kijk op de dingen. En de mensheid is bedoeld om zoveel meer te zijn.

Labels loslaten: pas nÁ bewezen diensten

Uitkomen voor hoogbegaafdheid raakt aan een discussie de steeds prominenter wordt, die van de zin en onzin van labels. Zo spreekt psychiater Jim van Os zich uitdrukkelijk uit tegen het gebruik van labels. Ik snap waar zijn redenatie vandaan komt. Diagnoses en labels komen weinig sympathiek over, alsof ze belangrijker zijn dan de mens die het betreft, en ze zijn zeker niet altijd helpend.

Binnen het onderwijs is bovendien maar al te vaak de realiteit, dat je geen aanspraak kunt maken op bepaalde faciliteiten, tegemoetkomingen en (financiële) support zonder een specifieke diagnose. Even langs een instantie gaan die je het gewenste label geeft, is dan, chargerend uiteraard, de weg die velen gaan. Een weg waardoor in het geval van hoogbegaafden, evenwel misdiagnoses kunnen ontstaan.

Er is dus genoeg dat tegen een star gebruik van labels spreekt. Toch lijkt het me niet handig om het kind met het badwater weg te gooien. Ik zie in de praktijk wel degelijk de meerwaarde van het label hoogbegaafd, juist omdat er zoveel onderzoek naar verricht is. Bij mijzelf en mijn cliënten zie ik de enorme meerwaarde die het herbezien van je biografie door de lens van hoogbegaafdheid, oplevert.

Daarom gebruik ik zelf zonder aarzelen de term hoogbegaafd (en helaas niet sterkbegaafd, that ship has sailed). Niet zozeer voor mezelf, labels interesseren me an sich werkelijk niets, ik ervaar inmiddels vrijwel alleen maar voordelen van mijn hoogbegaafdheid en wat heb ik op mijn leeftijd nog te bewijzen dat mijn publicaties en mijn werk niet voor mij doen. Ik doe het om anderen aan te moedigen uit de kast te komen, om de juiste hulp en support te krijgen. Om zo zelf beter te snappen hoe ze in elkaar zitten en tot bloei kunnen komen. Om zo beter uit te kunnen leggen aan de buitenwereld (partner, baas, collega’s) hoe hun gebruiksaanwijzing eruit ziet.

Labels en diagnoses kunnen beperken en stigmatiseren, maar ook helpend zijn. Zolang je er baat bij hebt en je jezelf er niet volledig mee identificeert, hoef je ze zeker niet los te laten.

Vanzelfsprekend ben je meer dan welk label dan ook. Een diagnose kan een complex mens nooit volledig omvatten. Maar zolang je er baat bij hebt, zolang het helpend is, zou ik niet aarzelen om het te gebruiken. Zonder jezelf er volledig mee te identificeren uiteraard, zie het puur functioneel. Aarzel dan ook niet om uit te komen voor je hoogbegaafdheid. Na bewezen diensten kun je het label altijd nog vriendelijk bedanken en er weer afscheid van nemen.

Tot slot

Cirkelgedicht ‘Het zelf-fool-filtertje’ van Noelle Kamminga, 2024.

Hoogbegaafd of niet, je bent als mens nooit klaar met ontwikkelen, je bent nooit af. Je kunt altijd weer nieuwe kanten van jezelf te ontdekken, zeker wanneer je omstandigheden flink veranderen. Het heden ten dage veelgehoorde cliché ‘worden wie je bent’ is een teken van een beperkte blik op het ontwikkelvermogen van de neuroplastische mens. Wie je kúnt worden, is veel meer dan wie je nu denkt te zijn of zou willen zijn in je fantasie. Meer dan wat het in de samenleving goed doet in een bepaald tijdsgewricht.

Je aansluiten bij de mutual admiration and validation society is sowieso een ticket voor een ongelukkig leven. De prijs voor een paar kortdurende feel good dopaminehits is het leven van een false self. Aangejaagd door de sociale media is dat helaas een route die velen, zeker van de jongere generaties, volgen. Om met El Leon te spreken: digital narcissism is real. En het is venijnig, zo valt bijvoorbeeld te zien op het illustere How can I make this about me twitteraccount. Maar ook terug te zien in het gebruik van drugs, antidepressiva, toenemende aantallen singles en de vlucht in publiek geëtaleerd deugactivisme.

Het cirkelgedicht parafraserend, is wat we met de Your Evolving Self ontwikkelbegeleiding beogen, juist de creatie van een Self-reconnect-lens. Weer bij je ware zelf komen, om vervolgens op de ontdekkingsreis te gaan die het leven zou moeten zijn. Op basis van je ware oorsprong, je ware identiteit, je ware potentieel én de bestaande realiteit. Los van opvoeding, trauma, tribe, trends, ideologieën, clicks, likes en andere externe invloeden en programmatuur. Want wie je kunt zijn, ligt besloten in je hogere zelf, niet in je ego en zeker niet in de waan van de dag, groepssentiment of de externe prikkels die je 24/7 via het beeldscherm kunnen bereiken.

En dát is nu eens echt wat het is.

Dirk Anton van Mulligen
© April 2024, alle rechten voorbehouden.

Bijzondere dank aan Noelle Kamminga voor het mogen opnemen van haar cirkelgedicht ‘Het zelf-fool-filtertje’. Noelle is neurowetenschapper en auteur van Breinfitness. Thanks Noelle!