under construction

Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen

Aankondiging: nieuw boek van Kim Castenmiller

Kim heeft altijd al een speciale interesse gehad voor het onderwijs. Niet verrassend dus dat na schrijven van ‘Generatie Y aan het werk’ en ‘Geef je organisatie toekomst’, haar nieuwe boek gaat over het herzien van het onderwijssysteem.

In 2019 is ze gestart met haar derde boekproject dat naar verwachting in 2022 zal verschijnen. Haar eigen schoolloopbaan en de recentere ervaringen met school van haar kinderen waren de drijfveer om een bijdrage te gaan leveren aan de noodzakelijke vernieuwing van het onderwijssysteem. Dit functioneert niet meer en heeft meerdere tekortkomingen.

Kim heeft altijd al een speciale interesse gehad voor het onderwijs. Niet verrassend dus dat na schrijven van ‘Generatie Y aan het werk’ en ‘Geef je organisatie toekomst’, haar nieuwe boek gaat over het herzien van het onderwijssysteem.

In 2019 is ze gestart met haar derde boekproject dat naar verwachting in 2025 zal verschijnen. Haar eigen schoolloopbaan en de recentere ervaringen met school van haar kinderen waren de drijfveer om een bijdrage te gaan leveren aan de noodzakelijke vernieuwing van het onderwijssysteem. Dit functioneert niet meer en heeft meerdere tekortkomingen.

Voor dit nieuwe boek deed Kim gedegen en uitgebreid veldonderzoek door o.a. het interviewen van meer dan 125 mensen: professionals, beleidsmaker, ouders en natuurlijk leerlingen en studenten. Het boek verschijnt eind als gezegd medio 2025. In 2019 werd de noodzaak voor verandering in het onderwijs nog manifester door de vele stakingen en het lerarentekort. In 2020 zorgde de corona-uitbraak ervoor dat het onderwijsveld gedwongen werd in het maken van een stap van zichzelf opnieuw uitvinden.

Het bieden van goed en passend onderwijs aan hoogbegaafden is één van de onderwerpen waar Kim op in gaat, nadat zij ook stuitte op de thuiszittersproblematiek die voor een aanzienlijk deel voortkomt uit niet-passend onderwijs voor hoogbegaafden. Het is juist deze doelgroep die evolutionair gezien de voorhoede kan zijn in het de noodzakelijke maatschappelijke aanpassingen om te komen tot een leefbaardere wereld.

Read More
Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen

Themabijeenkomst jongvolwassenen en hoogbegaafdheid

Op donderdag 27 januari 2022 vond de eerste themabijeenkomst vanuit het programma Meer- en Hoogbegaafd van regio Tilburg en Midden-Brabant plaats. Wethouder Marcelle Hendrickx ging samen met Dirk Anton van Mulligen in gesprek met twee hoogbegaafde jongeren uit de Tilburgse regio, twee experts vanuit de wetenschap, de team coördinator van het regionaal team Leerplicht RMC en een Tilburgse ondernemer. Hier vind je het videoverslag.

Op donderdag 27 januari 2022 vond de eerste themabijeenkomst vanuit het programma Meer- en Hoogbegaafd van regio Tilburg en Midden-Brabant plaats. Wethouder Marcelle Hendrickx ging samen met Dirk Anton van Mulligen in gesprek met twee hoogbegaafde jongvolwassenen uit de Tilburgse regio, twee experts vanuit de wetenschap, de team coördinator van het regionaal team Leerplicht RMC en een Tilburgse ondernemer.

Het Brabants Dagblad besteedde uitgebreid aandacht aan deze bijeenkomst: “Tien procent van de leerlingen is meer - of hoogbegaafd. Zij passen vaak niet in het huidige onderwijssysteem. Dat moet anders, vinden ook hoogbegaafden zelf.”

Waar hoogbegaafde jongeren tegenaan lopen en hoe dat anders zou kunnen, kwam uitgebreid aan bod in het gesprek. Onderstaand videoverslag geeft een impressie van de bijeenkomst.

Dit is de weg. Deze verhalen moeten gedeeld worden om ermee aan de slag te gaan. Dat kun je niet van achter een bureau doen.
— Marcelle Hendrickx, wethouder Onderwijs, Cultuur en Jeugdzorg

Achtergrond van de bijeenkomst

In de periode januari – april 2021 vond in opdracht van de regio een analyse plaats waarbij het huidige onderwijs- en ondersteuningsaanbod in de totale keten van meer- en hoogbegaafde kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar afgezet is tegen de behoeften van meer- en hoogbegaafde kinderen, jongeren, hun ouders en onderwijsprofessionals.

De bevindingen zijn opgeschreven in een rapport en zijn de aanleiding geweest voor het opzetten van een programmatische aanpak om verder vorm en inhoud te geven aan de aanbevelingen vanuit het rapport. Het doel van het programma is meer ontwikkelmogelijkheden voor deze doelgroep. Lees meer in dit nieuwsbericht op de website van gemeente Tilburg.

Het rapport is op aanvraag beschikbaar. Stuur daarvoor een mail naar: info@yourevolvingself.nl.

Kim Castenmiller, programmamanager a.i. Meer- en Hoogbegaafdheid Regio Tilburg

Read More
Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen

Your Evolving Self webinar

Op 29 april 2021 verzorgde Dirk Anton van Mulligen een webinar over Your Evolving Self voor de alumni van de Fontys opleidingen HRM en Toegepaste Psychologie. Hier vind je de videoregistratie.

Your Evolving Self is een research informed assessment voor persoonlijke en professionele ontwikkeling, met name gericht op creatief-, meer- en hoogbegaafde mensen. Het helpt ze zichzelf beter te leren kennen en een plek te vinden in de samenleving waar ze zich thuisvoelen en tot bloei kunnen komen.

Op 29 april 2021 verzorgde Dirk Anton van Mulligen een webinar hierover voor de alumni van de Fontys opleidingen HRM en Toegepaste Psychologie. Dank aan Fontys HRM/TP voor het hosten van dit hybride event. In het bijzonder dank aan: Nus Waleson voor de introductie en afsluiting, Henry Molenaar voor de uitnodiging, Angela van Hoek voor de organisatie en Mariëlle Rosendaal voor de registratie.

Read More
Kim Castenmiller Kim Castenmiller

Slim, maar niet op school

“Voor mijn nieuwe boek zoek ik nog ouders die met hun kind zijn vastgelopen in het huidige onderwijssysteem.” Deze oproep deed ik bijna anderhalf jaar geleden hier op LinkedIn. Ik had ouders in gedachten waarvan de kinderen wel naar school gaan maar waarbij het eigenlijk niet werkt, in lijn met mijn eigen ervaringen. Ik dacht nog niet direct aan de thuiszitters. Dat veranderde toen ik de eerste reacties binnenkreeg. Het afgelopen anderhalf jaar ben ik vervolgens met heel veel ouders in contact gekomen van wie één of meerdere kinderen thuiszit of een of meerdere perioden thuis heeft gezeten. De rode draad? Het ging in alle gevallen om hoogbegaafde of uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen…

© Kyryl Gorlov, Dreamstime

“Voor mijn nieuwe boek zoek ik nog ouders die met hun kind zijn vastgelopen in het huidige onderwijssysteem.” Deze oproep deed ik bijna anderhalf jaar geleden hier op LinkedIn. Ik had ouders in gedachten waarvan de kinderen wel naar school gaan maar waarbij het eigenlijk niet werkt, in lijn met mijn eigen ervaringen. Ik dacht nog niet direct aan de thuiszitters. Dat veranderde toen ik de eerste reacties binnenkreeg. Het afgelopen anderhalf jaar ben ik vervolgens met heel veel ouders in contact gekomen van wie één of meerdere kinderen thuiszit of een of meerdere perioden thuis heeft gezeten. De rode draad? Het ging in alle gevallen om hoogbegaafde of uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen. 

Dé thuiszitter bestaat niet.

Nu ben ik voor mijn boek dieper in het thuiszittersvraagstuk gedoken en daaruit heb ik in elk geval twee conclusies kunnen trekken.

  1. Allereerst: ‘de’ thuiszitter bestaat niet. Er zijn geen goede cijfers beschikbaar over de groep thuiszitters en vooral ook hoe de samenstelling eruit ziet. De definitie die de overheid hanteert is sinds de komst van het thuiszitterspact gaandeweg veranderd (Boomsma, 2020). De overheid heeft wel een poging gedaan om zicht te krijgen op wie de thuiszitters zijn door op zoek te gaan naar de ‘verhalen achter de cijfers’.

  2. Een tweede conclusie was: er zijn kinderen die thuis hebben gezeten of nog thuiszitten, maar die buiten de officiële cijfers vallen. Ouderverenigingen spreken van ‘verborgen thuiszitters’.

Inmiddels gaf onderwijsminister Slob in zijn laatste kamerbrief over de thuiszitters impliciet te kennen gegeven liever afscheid nemen van de term ‘thuiszitters’. Zijn motief, dat het niet aan de kinderen ligt, is niet verkeerd, maar er zit ook een risico in wanneer we deze term los gaan laten. Juist omdat er steeds meer aandacht voor deze groep komt, net als het besef dat het wel eens om heel wat meer kinderen kan gaan dan de cijfers van de overheid weerspiegelen. En zo verdwijnt weer wat we nét goed in beeld beginnen te krijgen. Daarbij is het stimuleren van ‘aanwezigheid’ op school ook de oplossing niet. Zeker voor de groep hoogbegaafde en uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen is het veel beter om te kijken naar het huidige onderwijsaanbod, echt kritisch te zijn en af te vragen: is er niet fundamenteel iets anders nodig?

Wat is hoogbegaafd?

Hoogbegaafdheid is een complex concept. In de wetenschap is er geen overeenstemming over ‘de’ definitie. Er zijn verschillende modellen en zienswijzen beschikbaar die wel een licht werpen op hoogbegaafdheid. Inmiddels is men het er wel over eens dat hoogbegaafdheid meer behelst dan enkel een hoog IQ (voor hoogbegaafdheid wordt uitgegaan van 130+ en bij uitzonderlijk hoogbegaafd 145+). De Belgische professor Kieboom introduceerde het begrip ‘zijnsluik’ waardoor naast het cognitieve aspect van hoogbegaafdheid de ‘zijnskant’ meer in het licht kwam staan. Hoogbegaafd bén je. There’s a lot more to it. In 2007 komen meerdere experts tot het Delphi Model waarin nog heel wat meer factoren naar voren worden gebracht. 

OYA-Delphimodel.jpg

Het is deze definitie waar ik mij het meest in kan vinden, omdat het de meest complete is die ik ken én vanuit eigen ervaring heel wat erkenning en herkenning oplevert:

Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker die complexe zaken aankan. Autonoom, gedreven en nieuwsgierig van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.

Een hoogbegaafd iemand is dus heel wat meer dan enkel slim. In het onderwijs zien we vaak terug dat er een focus ligt op het cognitieve aspect. Niet zo verwonderlijk, omdat überhaupt cognitieve ontwikkeling een groot aandeel kent in het onderwijs. Toch is deze focus onvoldoende voor hoogbegaafde leerlingen. Ja, ze hebben ‘leerhonger’, en ja, ze kunnen extreme behoefte hebben aan versnelling (zo is uit onderzoek gebleken dat kinderen van vier jaar op aspecten in hun ontwikkeling acht jaar kunnen zijn) maar dat is zeker niet het enige. Het complexe zijn vraagt ook wel extra aandacht om tot een evenwichtige volwassene te kunnen ontwikkelen. Om daar ruimte voor te creëren in het onderwijs, zullen we eerst wat misverstanden uit de weg moeten ruimen.

Misverstanden

Eén van de grootste misverstanden dat naar school gaan en goede schoolprestaties bij (uitzonderlijk) hoogbegaafde kinderen ‘wel vanzelf’ gaan, komt wel voort uit het clichébeeld van de intelligente leerling die een paar klassen overslaat of zelfs als negenjarige naar de universiteit kan: het genie. Hoewel dat beeld zeker voor sommige kinderen opgaat, klopt het niet voor het merendeel. Sterker nog: heel wat hoogbegaafde volwassenen komen er pas op latere leeftijd achter terwijl ze ‘slechts’ de havo hebben gedaan en ook lang gedacht hebben dat ze ‘dom’ waren. Een ander misverstand is dat ‘er wel uit komt wat erin zit’. Beide veronderstellingen kloppen niet. 

 
52f0ysSv.jpeg
 
9789401446884.jpg

Kieboom en Venderickx schreven er een boek over: ‘Meer dan intelligent. De vele gezichten van hoogbegaafdheid bij jongeren en volwassenen’ (2017). In dit boek behandelen ze zowel kenmerken van hoogbegaafdheid als ook valkuilen die dat met zich mee kan brengen. “Zonder goede aansturing en begeleiding is de kans groot dat het intellectuele potentieel van een hoogbegaafde nooit tot volle ontplooiing zal komen”, schrijven de auteurs in de inleiding van het boek (2017, p. 12). 

Het boek kan gezien worden als de opvolger van het boek van Kieboom in 2007, dat gaat over kinderen, wat voor veel ouders herkenning én erkenning heeft gegeven. In ‘Meer dan intelligent’ komen valkuilen aan de orde die hoogbegaafde jongeren en volwassenen kunnen ontwikkelen, zoals zichzelf als norm nemen, praten zoals ze denken, makkelijk denken over moeilijke dingen en moeilijk denken over makkelijke dingen, niet leren om te falen tot en met het gevoel te hebben een ‘alien’ te zijn. 

Kortom, hoogbegaafd-zijn is een package deal waarbij ontwikkeling tijd en ondersteuning vraagt. Dat het ook aanpassing vraagt van het onderwijs om effectief in te spelen op de behoeften van hoogbegaafde kinderen, daar schreef Willy de Heer een boek over. Het is een bewerking van haar proefschrift.

1615107645242.jpg

De Heer schrijft: “Hoe meer het intelligentieniveau van een leerling afwijkt van dat van een gemiddeld lerende leerling, hoe minder het reguliere onderwijs aansluit bij zijn leerproces. […] voor zeer makkelijke lerenden (Score hoger dan 130) is de aansluiting tussen het onderwijs en hun ontwikkeling veelal zoek” (2019, p. 46). Verderop schrijft ze: “Voor deze kinderen is het leren een bron van frustraties […] Zij ontwikkelen hierdoor leer- en gedragsproblemen” (2019, p.47).

Van oudsher biedt het onderwijssysteem gespecialiseerd onderwijs (speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs) voor kinderen die iets extra’s nodig hebben dan het regulier onderwijs kan bieden. Ook op reguliere scholen is er extra aandacht voor kinderen die moeilijker meekomen, bijvoorbeeld in de vorm van verlengde instructie. De Heer: “Voor zeer moeilijk lerenden is nog speciaal onderwijs opgericht, maar zeer makkelijk lerenden moeten zich maar zien te redden in het reguliere onderwijs” (2019, p. 53). Hetgeen opmerkelijk is, omdat volgens De Heer zowel de zeer moeilijk als zeer makkelijk lerenden een leerproces hebben dat zeer sterk afwijkt van hun leeftijdsgenoten. 

Onderpresteren

Wanneer hoogbegaafdheid niet tijdig onderkend wordt, en geen passend onderwijs wordt geboden, kan dat leiden tot onderpresteren. Uit een onderzoek van professor Ton Mooij bleek dat ongeveer één op de vijf hoogbegaafde leerlingen lijkt onder te presteren (2007). Het gevolg van ondervraging. Naast teruglopende prestaties belemmert het ook de ontwikkeling van metacognitieve vaardigheden. Wanneer kinderen niet het leeraanbod krijgen en niet de uitdaging krijgen die bij hen aansluit, ontwikkelen die functies zich minder goed. Dat zien we ook terug bij uitval van hoogbegaafde leerlingen op de middelbare school: kinderen hebben niet ‘leren leren’ en lopen vervolgens vast wanneer ze dat wel nodig hebben. Ook hebben ze nauwelijks de frustratiegrens die bij leren hoort opgezocht waardoor ze niet geleerd hebben om fouten te maken (De Heer, 2019, Kieboom & Venderickx, 2017). 

Met vroege screening kan een hoop leed én gemiste ontwikkeling voorkomen worden.

Mooij et al. (2007) pleiten voor screening van kinderen zodra zij naar school gaan, op vierjarige leeftijd, zodat hoogbegaafdheid vroeg kan worden gesignaleerd en er aanpassingen in het onderwijs kunnen plaats vinden. Hiermee kan een hoop leed én gemiste ontwikkeling voorkomen worden. Dat dit anno 2021 nog geen gemeengoed is, blijkt onder andere ook wel uit de recente korte uitzending van De Hofbar over de vele duizenden thuiszitters, waaronder dus ook (uitzonderlijk) hoogbegaafde kinderen.

Slim, maar zonder werk

Eenmaal een schoolloopbaan doorgeworsteld, want dat is het vaak: een worsteling, is dat nog geen garantie voor ‘succes’. Hoogbegaafde drop-outs halen niet altijd hun diploma maar ontwikkelen zich door learning on the fly of door zelfstudie. Ze kunnen desondanks moeite hebben om aan werk te komen. Ook in hun werk kunnen ze vastlopen. Noks Nauta, bedrijfsarts en psycholoog, werkte mee aan een onderzoek in opdracht van Instituut voor Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) over hun werkeloosheid. Harde cijfers zijn er niet maar wel een schatting dat er wel een paar duizend hoogbegaafde volwassenen zijn die zonder werk zitten. De onderzoekers zetten een vragenlijst uit onder ongewild werkloze hoogbegaafde volwassenen. Hieruit bleek dat ze hun hoogbegaafdheid zien als een belangrijke factor waarom ze geen werk hebben. Wat meespeelt is dat ze behoefte hebben aan inhoudelijk zinvol en uitdagend werk (die verder en dieper gaat dan voor de meeste mensen op gaat), niet altijd over de benodigde diploma’s beschikken of uitvallen uit werk als gevolg van conflicten. 

Tot nu toe heeft deze problematiek weinig aandacht van werkgevers en de politiek, zegt IHBV op haar website. Meer kennis over hoogbegaafdheid en ontwikkelen van (HR) beleid kan helpen. Het onderzoek biedt daarvoor handvatten. Maar ‘jong geleerd, is oud gedaan’ gaat hier ook op. Wanneer hoogbegaafde kinderen en jongeren zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs en hun vervolgopleiding, krijgen wat ze nodig hebben, zodat ze zich goed kunnen ontwikkelen én over de nodige tools beschikken om goed aansluiting te vinden, kan uitval op school én later op het werk worden voorkomen. 

Maatschappelijk belang

Meerdere onderzoekers en auteurs onderschreven het belang van het goed ondersteunen van de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen. Gister stond in het FD een artikel naar aanleiding van de nieuwe IQ test van Femke Hovinga die verder gaat dan de bestaande IQ tests en tot 200+ kan meten. Over deze hyper-hoogbegaafde kinderen zegt Hovinga: “Maak ruimte voor ze. Zij kunnen het verschil maken bij kankeronderzoek, nu bij het onderzoek naar Covid19, of de energieproblematiek.”

Ook De Heer en Kieboom zeggen in hun boeken iets vergelijkbaars. Voormalig staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker schrijft in zijn plan toptalenten 2014-2018:

Ook voor de samenleving als geheel is het benutten van alle talenten belangrijk voor ontwikkeling en groei. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schreef onlangs dat we talenten onvoldoende erkennen en benutten. Met een afnemende beroepsbevolking vanaf 2020, moeten we meer doen met minder mensen. Dat lukt alleen als de talenten en mogelijkheden van mensen maximaal tot ontwikkeling kunnen komen. Daarbij gaat het niet alleen om cognitief talent, maar ook ondernemend en praktisch talent. Voor een slim, vaardig, innovatief en creatief Nederland dat zich internationaal met de top kan meten, hebben we onze toptalenten hard nodig.

 
rZDzQp5M.jpeg
 

In de interviews die ik deed voor mijn boek, kwam dit punt vaak ook terug: Hoogbegaafde kinderen en jongeren zijn in staat complexe vraagstukken te overzien en te komen tot creatieve oplossingen. Gezien de toenemende complexiteit in de wereld en de vele vraagstukken waar we mee kampen, kunnen we het ons niet permitteren dat juist dit potentieel verloren gaat.

Welzijn staat voorop

1615109707121.jpg

Eén belangrijke kanttekening wil ik bij het bovenstaande maken. Er ligt namelijk op de loer om naar mensen te kijken als ‘human resource’ of zelfs ‘human capital’. De mens als grondstof voor prestaties en resultaten om zo een grotere welvaart te verkrijgen. Ik geloof niet dat deze ‘industriële’ visie nog van deze tijd is. Hoogbegaafden beschikken over een potentieel en het kan bijdragen aan hun gevoel van welzijn en geluk om dat potentieel te leven. Anders gezegd: ‘Om te doen waarvoor ik op aarde ben gekomen’. Voor deze dimensie van het hoogbegaafd-zijn heeft juist James T. Webb veel aandacht. In 2013 kwam zijn boek ‘Searching for meaning. Idealism, Bright Minds, Desillusionment and Hope’ uit. Bij Bright Minds ligt op de loer dat ze gedesillusioneerd raken (zoals ik vele vooral uitzonderlijk hoogbegaafden heb horen verzuchten: ‘Op welke planeet ben ik terecht gekomen?’).

“Bright people tend to be more intense, sensitive, idealistic, and concerned with fairness, and they are quick to see inconsistencies and absurdities in the values and behaviors of others”
— Webb, 2013, p.13



Webb gaat in zijn boek een stuk verder en dieper dan hetgeen Kieboom en Venderickx in hun boek behandelen. Hij bespreekt de existentiële worstelingen die horen bij een Bright Mind. Het legt de vinger op de zere plek én biedt perspectief. Disillusionment is de ‘first step toward wisdom’. Juist het voelen van alle discomfortabele gevoelens die bij de sensitiviteit en intensiteit van het hoogbegaafd-zijn horen, zijn noodzakelijk om tot ‘heightened development’ te komen (Webb, 2013, p. 101). Webb haalt in zijn boek de theorie van Kazimierz Dabrowski aan. Dabrowski was een Poolse psycholoog en psychiater die met zijn theorie juist ook handvatten biedt voor de persoonlijke ontwikkeling van de hoogbegaafde: juist omdat het recht doet aan de complexiteit.

Zijn theorie in het kort:

Het eigen potentieel leven en betekenis vinden in wat ze doen, is essentieel voor het welzijn en geluk van ieder mens, maar noodzakelijk voor de hoogbegaafde mens. Dit zou ten alle tijden voorop moeten staan. Zo kan welzijn en welvaart ook in een gezondere verhouding tot elkaar komen te staan. Iets dat de hedendaagse samenleving en mensheid wel kan gebruiken.

Wat is er nodig?

Terug naar het onderwijs. Nu er een paar misverstanden zijn geadresseerd en ook de gevolgen van niet-passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen aan de orde zijn gekomen, is de vraag: hoe verder?

Nederland zit met ‘Weer Samen Naar School’ in de jaren ’90 en de invoering van Passend Onderwijs vanaf 2013, op de lijn van inclusief onderwijs, waarbij kinderen zoveel mogelijk deelnemen in het regulier onderwijs, al dan niet met ambulante begeleiding. Dat dit nog niet goed werkt, blijkt wel uit de 25 maatregelen die minister Slob heeft aangekondigd. NRC meldt dat driekwart van de basisschoolleerkrachten vindt dat het niet werkt. Uit de vele gesprekken en interviews met ouders en ex-thuiszitters voor onder andere mijn boek, kwam duidelijk naar voren dat het vooral veel pleisters plakken is in het reguliere onderwijs. Ook Mooij et al. (2007) constateerden in hun onderzoek dat de school vaak pas in beweging komt met oplossingen wanneer ouders het aankaarten en/of kinderen vastlopen en leer- of gedragsproblemen ontwikkelen, hetgeen ook uit de vele gesprekken en interviews is gebleken. Nu heeft de tijd niet stilgestaan en is er heel wat voor handen. Van plusklassen, bovenschoolse klassen, begaafdheidsprofielscholen, voltijds- of parttime hoogbegaafdenonderwijs tot plekken voor hoogbegaafde drop-outs. Dat is een geweldige ontwikkeling.

Maar we zijn er nog niet. Want uiteindelijk ben ik drie ‘hoofdproblemen’ tegengekomen.

  1. Als eerste: niet in iedere regio is er voldoende ‘dekking’ in het aanbod (met andere woorden: soms moet een ouder wel twee tot drie uur per dag reizen om het kind naar een plek te laten gaan waar het tot zijn of haar recht komt).

  2. Als tweede: tekortschietende kwaliteit dat iets weg heeft van too little, too late. Er wordt gedacht vanuit de ‘reparatie’ gedachte in plaats van dat er sprake is van écht investeren. Van extra werkjes die in de plusklas worden gegeven en eerder wat weg hebben van bezigheidstherapie in plaats van echt individueel-gericht maatwerk dat bijdraagt tot ontwikkeling tot een voorziening voor wanneer kinderen uitvallen en het leed al geschied is. Niet zelden hoorde ik over kinderen met zware ptss (als gevolg van een schooltrauma) die eerst een jaar moesten bijkomen voordat ze weer tot leren konden komen.

  3. Tot slot, als derde: vaak is het hoogbegaafde onderwijs, in welke vorm dan ook (van plusklas tot hele school) een variant op het bestaande onderwijs en is het beperkt tot het ontwikkelen van cognitief talent. De aandacht voor de zijns-kant, de karakterologische kenmerken die horen bij hoogbegaafd-zijn, maar ook het creatieve talent en de behoefte om te creëren, ontbreekt of is te minimaal.

Anticyclisch investeren 

Gezien de ontwikkeling die de overheid heeft ingezet richting inclusief onderwijs, is het geen logische gedachte om te denken aan speciaal onderwijs voor hoogbegaafden. En toch is dat juist iets waar we over na moeten denken. We kunnen leren van dat wat ondernemers doen: anticyclisch investeren.

 
-vVmKmNR.jpeg
 

We hebben er alle reden toe. “Voor zeer moeilijk lerenden is nog speciaal onderwijs opgericht, maar zeer makkelijk lerenden moeten zich zien te redden in het reguliere onderwijs. Hun leerproces is echter vergelijkbaar afwijkend van gemiddeld lerenden als het zeer leerproces van zeer moeilijk lerenden” (De Heer, 2019, p.53). Waarom richten we wél onderwijs in voor zeer moeilijk lerenden maar niet voor de zeer makkelijk lerenden, zoals De Heer hoogbegaafde leerlingen noemt?

Er zitten meerdere voordelen aan wanneer we zoiets zouden gaan inregelen. Je kunt er een andere bekostiging voor neerzetten, net als in het s(b)o, waarbij je meer ruimte voor maatwerk mogelijk maakt. Ook geeft het de ruimte om écht op een andere manier het onderwijs in te richten. Iets nieuws neerzetten werkt nu eenmaal anders dan iets bestaands proberen te veranderen.

Gezien de verschillende ontwikkelsnelheden die hoogbegaafde kinderen kunnen hebben, zou ik willen pleiten voor onderwijs van 4 tot 18, de basisschool en middelbare school in één. Ook zou je erover kunnen nadenken of je niet kinderen al vanaf 3 jaar naar school kan laten komen.

Ook zou je veel meer kunnen insteken op het voorlichten en ondersteunen van ouders. Bij het opvoeden van een hoogbegaafd kind komt ook net wat meer kijken. Wat je denkt te weten over opvoeden, werkt bijvoorbeeld niet altijd. Maar ook hebben hoogbegaafde kinderen vaak minder slaap nodig. Je moet dat maar weten als ouder. We weten ook vanuit onderzoek dat hoe beter het thuis gaat, hoe minder de kans op uitvallen op school (Mooij et al., 2007).

Ook valt er veel te leren van ouders die de weg in zijn geslagen van thuisonderwijs: homeschooling. Dat gaat vaak verder dan thuis lessen verzorgen (of het afstandsonderwijs ten tijde van schoolsluitingen). Leren is losgekoppeld van scholen en ook het schoolse denken. Doe wat ondernemers doen: grote bedrijven leren ook vaak van de ‘new kids on the block’. Iedere sector kent nieuwkomers die voor disruptieve effecten kunnen zorgen. Denk aan Uber.

Tot slot. Het wil niet zeggen dat met het inrichten van speciaal onderwijs voor hoogbegaafden onderwijs dat daarmee de weg naar inclusief onderwijs definitief afgesloten is. Soms moet je ook eerst iets verbijzonderen om ervan te leren, alvorens te integreren.

Dit artikel is verschenen in het kader van de Week van de Hoogbegaafdheid, 6 t/m 14 maart 2021.

©2021, drs. Kim Castenmiller

Literatuur:

Boomsma, S. (2020). Thuiszitters tellen. Een ander perspectief voor thuiszitters. Uitgave van Oudervereniging Balans. Geraadpleegd 7 februari 2021: https://balansdigitaal.nl/wp-content/uploads/2020/09/Thuiszitters-Tellen.pdf

Heer, W. de (2019). Onderwijs aan zeer makkelijk lerenden of hoogbegaafden. Een overzicht van wetenschappelijke kennis. Utrecht, Nederland: Uitgeverij Eburon.

Kieboom, T. & Venderickx, K. (2017). Meer dan intelligent. De vele gezichten van hoogbegaafdheid bij jongeren en volwassenen. Tielt, België: Uitgeverij Lannoo.

Mooij, T. (2002). Learning for self-regulation: Impriving instructional benefits for pupils, teachers, parents, schools, and society at large. Heerlen, Nederland: Open Universiteit. Geraadpleegd 5 maart 2021: https://www.academia.edu/596039/Mooij_T_2007_Learning_for_self_regulation_Improving_instructional_benefits_for_pupils_teachers_parents_schools_and_society_at_large_Inaugural_address_Heerlen_The_Netherlands_Open_University_in_The_Netherlands_OUNL_?auto=download

Webb, J.T. (2013). Searching for meaning: Idealism, Bright Minds, Disillusionment, and Hope. Tucson, Verenigde Staten: Great Potential Press Inc.

Read More
Dirk Anton van Mulligen Dirk Anton van Mulligen

Bipolair of toch gewoon hoogbegaafd?

Aan gedragslabels geen gebrek in deze tijd. Zo krijgen veel hoogbegaafden onterecht het label ADHD opgeplakt. Of Autistisch Spectrum Stoornis. Misdiagnoses komen zoveel voor, dat er een boek van 390 pagina’s aan gewijd is*. Daarin komt ook de bipolaire stoornis voorbij en voor mij is juist dát label is nou niet zo verwonderlijk. In de vele jaren dat ik hoogbegaafden begeleid, heb ik een patroon kunnen vaststellen dat er namelijk sterk aan doet denken, maar in wezen nauw verbonden is met het hoogbegaafd zijn zelf…

Aan gedragslabels geen gebrek in deze tijd. Zo krijgen veel hoogbegaafden onterecht het label ADHD opgeplakt. Of Autistisch Spectrum Stoornis. Misdiagnoses bij hoogbegaafdheid komen zoveel voor, dat er een boek van 390 pagina’s aan gewijd is*. Daarin komt ook de bipolaire stoornis voorbij en voor mij is juist dát label is nou niet zo verwonderlijk. In de vele jaren dat ik hoogbegaafden begeleid, heb ik een patroon kunnen vaststellen dat er namelijk sterk aan doet denken, maar in wezen nauw verbonden is met het hoogbegaafd zijn zelf.

 

Disclaimer: ik ben geen arts en geef dan ook geen medisch advies. Wel deel ik in deze blog mijn kijk en ervaring als zelfexperimenterend onderzoeker, als iemand die op zoek gaat naar natuurlijke oplossingen voor een typisch HB verschijnsel. Voorbeelden van relevante research** die ik daarbij ben tegengekomen, vind je onderaan dit artikel. Het is aan jou wat je met deze informatie doet en overleg uiteraard altijd met je arts/specialist over wat verstandig is in jouw specifieke situatie, bv. wanneer je al bepaalde medicijnen slikt.

 

Hoogbegaafden zijn geen doorsnee mensen. Gedreven, intens, creatief en betrokken, zijn ze in staat om urenlang op een hoog niveau te presteren. Met een enorme focus. Voor een buitenstaander kan het lijken alsof deze mensen op de een of andere manier bovenmenselijk zijn en verwachten dat ze hun speciale gaves naar believen kunnen gebruiken. Maar de werkelijkheid is vaak anders.

Jaren geleden was ik voor een assessment bij de toenmalige Rijkspsychologische Dienst in Den Haag (meer over deze ervaring lees je hier). Ik verkeerde de hele dag in een flow-staat en de beste manier om te beschrijven hoe dat voelt is: wakker, levendig, gefocust, hyperalert en zelfverzekerd. Daardoor werkte ik geconcentreerd en zeer snel. Mijn concentratie bleef de hele dag optimaal. Tijd krijgt een hele andere betekenis voor je, wanneer je in zo’n toestand bent. De uitkomst van het assessment was ver boven mijn verwachting.

Wat ik niet had verwacht, was dat dit soort extreme prestaties een prijs vragen. De dagen erna voelde ik me als een leeggelaten ballon en allesbehalve zelfverzekerd. Het leek er zelfs op alsof ik een deel van mijn intelligentie bij het assessment had achtergelaten. Waar was toch die hoogvlieger gebleven? Alsof ik in slechts één dag weken hersenbrandstof had opgebruikt.

Veel hoogbegaafden hebben me toevertrouwd dat ze soortgelijke ervaringen hebben. Velen van hen begonnen zelfs te denken dat ze bipolair waren. De ene dag manisch en de volgende dag totaal depressief. Waarom konden ze toch het ene moment zo moeiteloos presteren en zich daarna zo uitgeput voelen? En belangrijker, waarom konden ze niet de hele tijd op een constant hoog niveau presteren? Sommigen schamen zich hier zo voor, dat ze hun 'keerzijde' proberen te verbergen voor hun collega's en zelfs voor hun partners.

Hoe groot de impact hiervan kan zijn, blijkt wel uit het feit dat sommige hoogbegaafden maatschappelijk gezien niet goed uit de verf komen, juist omdat ze geen grip kunnen krijgen op dit 'flow > uitputting > flow > uitputting >…'-patroon. Een patroon dat doet denken aan bipolaire stoornis maar het niet is. Daarvoor wisselen de polen elkaar te snel af en zijn de pieken en dalen veel minder extreem dan bij een echte bipolaire stoornis.


 

NB: een klein deel van de hoogbegaafden vertoont daadwerkelijk symptomen die overeenkomen met een bipolaire stoornis. In het boek Misdiagnosis* wordt het DSM-5 aangehaald en de stoornis onder meer zo beschreven:
”In manische periodes zijn de highs dan zo high, dat ze worden gekarakteriseerd door gevoelens van grandiositeit, zelfoverschatting, expansief denken, grenzeloosheid, extreme energie en geïrriteerdheid die tenminste een week aanhoudt. Dagen en nachten gaan voorbij met weinig slaap. De symptomen zijn zo extreem, dat ze het vermogen om normaal te functioneren, ernstig hinderen. (…)
De down periode is een diepe depressie waarin niets meer zinvol of aangenaam lijkt. Alsof alle plezier en kleur zijn verdwenen. Een periode ook van grote vermoeidheid en problemen met denken, beslissen en concentreren.”

Herken je jezelf hierin, aarzel dan niet met het zoeken van professionele hulp.

 

 
 

Wanneer ik mijn cliënten vertel dat veel uitzonderlijk creatieve en baanbrekende kunstenaars precies hetzelfde patroon ervaren, geeft dat vaak opluchting. Maar het hebben van een grote creatieve dadendrang hoeft niet te eindigen met het afsnijden van je oor. De echte oplossing voor dit probleem is te vinden aan het begin van deze blog: hoogbegaafden zijn niet gemiddeld. En hun hersens zijn dat namelijk ook niet.

Hoogbegaafden zijn niet gemiddeld. Onderzoek, o.a. met fMRI scans, toont aan dat hun hersenen dat ook niet zijn.
— Zie: The Gifted Brain Revealed - Unraveling the Neuroscience of the Bright Experience

Om de hersenen in perspectief te plaatsen: ze wegen ongeveer 2% van je totale lichaamsgewicht, maar gebruiken tot wel 25% van je lichaamsenergie. Bovendien is het hoogbegaafde brein een intense metaboliseerder: het verbruikt bij wijze van spreken een vrachtwagenlading micronutriënten in the process. Wanneer je langdurig in een intense flow-staat werkt, raken je hersenen op dat punt uitgeput. Daarom crash je achteraf: je hebt tijd nodig de benodigde voedingsstoffen weer aan te vullen. Waarna je weer in een voor jouw prettige flow kunt komen. Waar de bipolaire stoornis een heen-en-weer gaan tussen de polen ‘manie’ en ‘depressie’ kent, is er hier sprake van het heen-en-weer gaan tussen de polen ‘flow’ en ‘uitgeput’. Een hoogbegaafd mens in de flow ziet er voor een gemiddeld mens wellicht uit als manisch, maar is het niet. Het is het normaal van een hoogbegaafde die in de flow zit. Gedreven en intens? Ja. Maar manisch? Nee.

En er is meer. Hersenactiviteit veroorzaakt vrije radicalen waar je lichaam van af moet om schade te voorkomen En de intense hersenactiviteit van een hoogbegaafd brein in volle actie veroorzaakt een lawine ervan. Een grote hoeveelheid vrije radicalen in je hersenen kan je ernstige hersenmist (de bekende brainfog) bezorgen. Het kan zelfs leiden tot ontsteking van de hersenen. Er is dan ondersteuning nodig om ze kwijt te raken.

Hoogbegaafden, zeker zij die hoog scoren op de overexcitabilities van Dabrowski, beschikken over een zeer sensitief zenuwstelsel dat snel overbelast kan worden. Het is alsof de zenuwen scherper staan afgesteld. Ze krijgen meer te verduren. Een trigger happy zenuwgestel al met al en daarmee zeer gevoelig voor een vitamine B12 tekort. Menig ‘nerveus aangelegde’ hoogegaafde heb ik zover gekregen te stoppen met vegetarisch of veganistisch eten, vlees en eieren bevatten nu eenmaal van nature veel B12, en ze geven stuk voor stuk aan zich beter te voelen. Geaarder, rustiger en meer in control. Zeker op termijn is dit cruciaal voor een blijvend goed mentaal functioneren. Uiteraard kun je hiervoor ook een B12 supplement nemen, de keuze is uiteraard aan ieder voor zich, maar er zijn meer voordelen aan het eten van vlees en eieren verbonden.

 
 

Voor mij is het inmiddels duidelijk dat wanneer je je brein onder de knie wilt krijgen, je gewoon verder moet kijken dan wat werkt voor de gemiddelde mens. Ik negeer, zonder te overdrijven en met oog op potentiële toxiciteit, routinematig de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Deze zijn namelijk gericht op het vermijden van ernstige ziekten bij een gemiddeld persoon onder normale omstandigheden, niet op het leveren van topprestaties door uitzonderlijke mensen onder de druk van de moderne samenleving. We zouden er niet over peinzen om een ​​moderne Ferrari hypercar te onderhouden als een Mercedes-200D uit de jaren ‘80, maar we doen precies dát met onszelf.

Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH) zijn gericht op het vermijden van ernstige ziekten bij een gemiddeld persoon onder normale omstandigheden. Niet op het leveren van topprestaties door uitzonderlijke mensen onder druk.
yamaitrop-vioreenlack-nbQmZk_rs8c-unsplash.jpg

Wat werkt in mijn ervaring? Onsteking remmen, afvalstoffen afvoeren, zenuwcellen beschermen en tekorten aanvullen. Dat kan met behulp van regelmatig saunabezoek en voldoende slaap. Maar ook met behulp van voeding en het nemen van bepaalde supplementen. Dit helpt de diepte van de crash te verminderen en het herstel te versnellen. Ook het verbeteren van de darmgezondheid helpt. Je darmen zijn echt het tweede brein van je lichaam en een goede gut health vertaalt zich direct naar beter mentaal functioneren.

Zelf heb ik hele goede ervaringen met:

  • Hoogwaardige probiotica voor het verbeteren van je darmflora,

  • Vitamine B12 voor het ontlasten en beschermen van je zenuwen,

  • Fosfatidylserine voor het beschermen van zenuwcellen in de hersenen en ondersteuning van het algehele functioneren ervan,

  • Mineralen in orotaatvorm, met name lithium orotaat (niet te verwarren met het lithium carbonaat voorgeschreven door psychiaters!),

  • N-Acetyl Cysteïne (NAC) voor het ontgiften van je lichaam en

  • Visolie/omega-3 en/of kokosolie/MCT om ontstekingen te verminderen.

En zo zijn er nog veel meer mogelijkheden. Als je eenmaal je weg hebt gevonden naar een supplementregime en -dosering die voor jou werken, kun je versteld gaan staan ​​van het verschil dat het in je leven maakt. Dat doet het voor mij en stelt me ​​in staat om op een ontspannen manier op hoog niveau te presteren.

Zo heb je meer controle over jezelf en je prestaties en hoef je niet meer bang te zijn voor een crash. Als gezegd heeft ook je voedingspatroon invloed op je mentaal-emotioneel. Daar zijn nog veel dingen over te vertellen, maar dat is iets voor een andere blog. Mocht je zelf nog ervaringen en tips hebben, dan hoor ik ze graag.

Dirk Anton van Mulligen

 *) Misdiagnosis and Dual Diagnoses of Gifted Children and Adults: ADHD, Bipolar, Asperger’s, Depression and Other Disorders - James T. Webb Ph.D. et al.

**) Een selectie van bronnenmateriaal:

  1. Over probiotica en de gezondheid van je hersenen: http://newsroom.ucla.edu/releases/changing-gut-bacteria-through-245617

  2. Over de vele mentale voordelen van N-Acetyl Cysteine: https://www.psychologytoday.com/blog/evolutionary-psychiatry/201201/problems-i-have-nac

  3. Over fosfatidylserine en onze hersenen: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25933483/

  4. Over B12 tekort en het beschermen van zenuwen: https://www.b12-vitamin.com/nerves/

  5. Over visolie en het remmen van ontstekingen: http://umm.edu/health/medical/altmed/supplement/omega3-fatty-acids

  6. Over orotaten: http://oawhealth.com/article/orotates-and-the-mineral-transporters-of-dr-hans-nieper/

  7. Over kokosolie en het remmen van ontstekingen: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20645831/

  8. Over gifted brains: https://lifearchitect.ai/brains-on-fire-the-multimodality-of-gifted-thinkers/

Read More
Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen Nederlandstalig Dirk Anton van Mulligen

Hoogbegaafd, een vloek en een zegen (autobiografie)

Ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid in 2020 heb ik mijn ontdekkingsreis naar het in mijn leven integreren van hoogbegaafd zijn, opgeschreven. Hoogbegaafd zijn is zoveel meer dan alleen beschikken over een goed stel hersens, het is een wijze van zijn die je leven doordrenkt tot in de haarvaten. Vandaar de titel: ‘hoogbegaafd, een vloek en een zegen’. Blij verrast was ik dat deze ‘wide open kimono’ bij zoveel mensen voor herkenning heeft gezorgd en hen kon helpen om dingen bij zichzelf te plaatsen die voorheen nog een raadsel waren. Duidelijk is dat er nog een wereld te winnen valt rond hoogbegaafdheid. Iets waar ik graag mijn steentje aan bijdraag…

Ter gelegenheid van de Week van de Hoogbegaafdheid in 2020 heb ik mijn ontdekkingsreis naar het integreren van hoogbegaafd zijn in mijn leven, opgeschreven. Hiermee hoop ik de drempel om voluit voor hoogbegaafdheid uit te komen, te verlagen. En om hoogbegaafden aan te moedigen zichzelf niet te verstoppen achter het generaliserende ‘neurodivers’ of het eufemiserende ‘anders bedraad’. Hoogbegaafd zijn is zoveel meer dan alleen beschikken over een goed stel hersens, het is een wijze van zijn, die je leven doordrenkt tot in de haarvaten. Vandaar de titel: ‘hoogbegaafd, een vloek en een zegen’. Blij verrast was ik dat deze ‘wide open kimono’ bij zoveel mensen voor herkenning heeft gezorgd en hen kon helpen om dingen bij zichzelf te plaatsen die voorheen nog een raadsel waren. Duidelijk is dat er nog een wereld te winnen valt rond hoogbegaafdheid. Iets waar ik graag mijn steentje aan bijdraag.

Hoogbegaafd

Helemaal uit het niets komt het niet. Mijn moeder heeft tijdens en direct na de oorlog HBS-B gedaan, in die tijd niet bepaald standaard voor een meisje. Ook was het niet standaard voor het gezin waar ze uitkwam, zodat studeren (Frans had haar voorkeur) er voor haar niet inzat. Later is ze alsnog logopedie gaan studeren, heeft daarin les gegeven en is een eigen praktijk gestart. Mijn vader heeft ondanks een pittige PTSS en zeer zware dyslexie de HTS Electrotechniek succesvol afgerond. Om daarna nooit meer een boek aan te raken. Dat zou bij mij wel anders zijn.

Dirk Anton lagere school.jpg

Ondanks jeukende coltrui in mijn element.

Als klein kind was ik vooral levenslustig, leergierig en gevoelig. Ik zoog de informatie als het ware op uit mijn omgeving, verwerkte die en vergat vrijwel niets. Het leren ging vanzelf. Mijn gevoeligheid maakte dat ik snel en diep geraakt kon worden door mensen en gebeurtenissen. Wat anderen makkelijk konden afschudden, kon mij uit het veld slaan. Ook zoiets simpels als een kledingetiket kon mij zodanig irriteren, dat ik niet verder kon totdat het eruit geknipt was. Mijn gevoeligheid maakte me daarmee afhankelijk van mijn omgeving om mij veilig en goed te voelen. En dat was dan weer dé voorwaarde om te komen tot leren, creëren en presteren. Die ondersteunende omgeving trof ik gelukkig aan op mijn lagere school.

Lagere school

Achteraf gezien was het een groot geschenk dat ik terecht kwam op de CNS Jason in Eindhoven. Een kleine school met zeer integere en kundige leerkrachten. Simpel gezegd, erg fijne mensen met oog voor kinderen en het hart op de goede plaats. Voor mij sprong één leraar eruit, Nic Goederond. Hij bracht zijn eigen didactische creativiteit mee de school in en liet ons bijvoorbeeld luisteren naar het album Ummagumma van Pink Floyd. Om ons daarna de beelden die we daarbij kregen, te laten schilderen. Geweldig.

Als dromerig type had ik aan die beelden geen gebrek. Wel aan de vaardigheid om wat mijn geestesoog zo helder zag, te kunnen overbrengen op het papier. Ik kon sowieso veel meer concipiëren dan realiseren. Dat leverde mij veel frustratie op. Geduld was niet mijn sterkste kant. Wanneer ik iets helder voor ogen had en dat niet meteen perfect kon omzetten of wanneer dat lang zou gaan duren, liet ik het er vaak bij zitten. Dit gegeven hielp me ook niet echt bij mijn pianoles, alhoewel het talent daarvoor zeker aanwezig was.

Erg prettig was dat ik op school de ruimte kreeg om mijn eigen interesses te volgen. Wanneer ik het verplichte werk in de klas afhad, mocht ik naar het documentatiecentrum gaan; een soort papieren kruising van Google met Wikipedia. Dat motiveerde mij enorm. Ik hoefde alleen maar zo snel mogelijk mijn taken af te maken en dat lag me wel. Dat mij die ruimte geboden werd, was fantastisch. Enerzijds hoorde ik volledig bij de klas, anderzijds kon ik mijn anders-zijn, mijn eigen interesses, de vrije loop laten. Boeken waren daarbij een bron van rijkdom. Ik ben altijd al een zeer snelle lezer geweest en kon doorgaans aan de bladspiegel al zien waar de voor mij belangrijke informatie stond.

Mijn schoolresultaten waren erg goed zonder dat het enige moeite kostte. Mijn ouders zijn daar nog over wezen praten op school met de vraag "moeten we er wat mee?". Het enige dat ik daar als kind van gemerkt heb is dat ik, ondanks dat ik een jonge leerling was, samen met een paar anderen in een hogere klas terechtkwam. Een schakelklas heette dat destijds. Zo kon het gebeuren dat ik in de vijfde klas, de huidige groep 7, al een proef CITO-toets kon maken. Dat leverde mij de maximale score van 550 punten op, net als een jaar later in de zesde klas toen het er echt om ging. Ik was daar wel trots op, maar ook gefrustreerd door de fouten die ik toch nog had gemaakt. Dat bleef knagen. Het maakte in ieder geval wel de weg vrij om naar het goed aangeschreven Lorentz Lyceum in Eindhoven te gaan.

Middelbare school

De vrijheid voor het volgen van mijn interesses viel op de middelbare school weg en dat had invloed op mijn resultaten. De school was erg prestatief ingesteld en in die tijd erg kil. Precies dat wat mij niet pastte. In de derde klas van het Gymnasium overleed bovendien mijn moeder, wat de grond onder mijn voeten volledig wegsloeg. Uiteraard had dit grote impact op mijn resultaten. Vanuit school was er geen enkele support in deze heftige periode en aan het einde van het jaar werd ik voor de keuze gesteld: zittenblijven of naar het Atheneum gaan. Ik koos voor het laatste.

Voor mij was de ontnuchterende conclusie van die stap, dat ik dus niet zo slim was als ik wel dacht. Achteraf gezien onzin natuurlijk, maar zo voelde het wel. De rest van mijn middelbare school heb ik zonder noemenswaardige inspanning met onopvallende resultaten gehaald. Op geen enkel moment heb ik daarbij hoeven leren te studeren. Werken voor repetities en proefwerken deed ik pas op het allerlaatste moment. Niet zelden pas in de pauze vooraf. Dan was de druk tenminste hoog genoeg om mij te concentreren om nog een uitdaging voor mij te vormen. Later heb ik begrepen dat ik zo de hyperfocus in mijzelf opriep waar hoogbegaafden om bekend kunnen staan.

 

Een observatie na vele jaren: Terugkijkend was het op het Lorentz Lyceum dat ik omringd werd door de meeste, en meest begaafde, hoogbegaafden gedurende mijn leven. Ik had zoveel slimme klas- en schoolgenoten dat voor lange tijd hun intellectueel niveau mijn base line expectancy (of wellicht hoop) was voor mensen. Ik dacht oprecht dat dát normaal was. Je kon een grote diversiteit aan onderwerpen bediscussiëren zonder dat je elk detail hoefde uit te leggen. En de meerderheid had een hoge mentale snelheid. Hoe kil de school verder ook was, onder gelijken zijn was in dit opzicht echt een verrijking voor me.

Pieken qua prestatie deed ik nog wel in de vijfde klas. Ik zat beter in mijn vel en had in een klasgenoot een ideaal maatje (hoi Edwin!) om mee op te trekken. We motiveerden elkaar tot snel en goed werken. Vooral wiskunde werd een plezier daardoor. In die tijd heb ik geleerd dat ik geen solo-speler ben, ook geen echte teamspeler, maar vooral een duo-speler. Sparrend met een gelijkwaardige partner haal ik het beste uit mijzelf en weet ik ook de ander te laten uitblinken. Iets waar ik later mijn beroep van gemaakt heb.

Een mooi voorbeeld uit mijn middelbare schooltijd dat mij veel geleerd heeft over hoe lastig het soms is om hoogbegaafd te zijn, was mijn mondeling Nederlands.

De_tranen_der_ac_4e3a9b9e6e90a-1.jpg

Nadat 'De tranen der Acacia's' van W.F. Hermans bij mij was ingeslagen als een bom, ben ik veel meer van hem gaan lezen. Helaas mocht je officieel geen twee boeken van dezelfde schrijver op je boekenlijst hebben staan. In overleg had ik evenwel akkoord gekregen op een WFH-gecentreerde boekenlijst. Wel met de eis vanuit de docent dat ik mij ging verdiepen in de verbanden tussen de boeken en de schrijver zelf. Daar ben ik volledig voor gegaan en wist uiteindelijk meer te vertellen over de boeken, Hermans en het Scheppend Nihilisme dan de docenten zelf. Mijn cijfer? Een magere 7. Ik zie het zure gezicht van één van de twee nog steeds voor me. Met boven het maaiveld uitsteken maak je je niet per sé populair in Nederland, zoals passend genoeg W.F. Hermans zelf ook ondervonden had.

Jaren later was ik per toeval in Berlijn toen aan de Freie Universität een avondcollege van de studie Nederlands gewijd werd aan Hermans. Met mede-Hermansliefhebber Vincent Campman ben ik daar naartoe gegaan. We waren welkom en hebben een geweldige avond gehad. Vrije discussie, gedeelde passie, diepgang, analyse en ruimte voor alle aanwezigen. Precies dat wat academisch onderwijs zou moeten zijn, maar wat ik zelf niet tijdens mijn studie ervaren heb.

Universiteit

Ik had werkelijk geen idee wat ik moest gaan studeren. Met mijn vakkenpakket had ik een ruime keuze, maar niets sprak mij echt aan. Uiteindelijk ben ik gaan doen wat zo velen van mijn jaargang deden: Economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Vol verwachting ging ik, nog net 17 jaar oud, naar Rotterdam en het leven op kamers beviel mij direct erg goed. Alleen kwam ik er in mijn propaedeusejaar al achter dat zelf nadenken niet echt de bedoeling was. Zelfs niet aan de universiteit die Cedo Nulli ('ik doe voor niemand onder') als credo heeft. Destijds in elk geval.

Voor het vak Inleiding in de Wijsbegeerte moest een werkstuk geschreven worden op basis van bepaalde literatuur. Ik ben er eens goed voor gaan zitten, heb mijn eigen gedachten geformuleerd en een werkstuk geschreven. Dat was duidelijk niet de bedoeling. Ik ontving voor mijn door student-assistenten nagekeken stuk een niet-onderbouwde 6, terwijl mede-studenten die een platte samenvatting van de literatuur aanleverden, een 7 of hoger scoorden. Alleen al voor de moeite had ik meer verdiend.

Later dat jaar had ik een aanvaring met een bullebak die Macro-economie gaf. Het concept fractional banking voor het scheppen van geld leek mij kwetsbaar en onverantwoordelijk risicovol. Ik kon mij niet voorstellen dat het serieus zo werkte, dat er bij niemand een lichtje was opgegaan dat dit vragen om grote problemen was. Zijn reactie was dat ik het principe dus niet begreep. Hoe kon ik zo dom zijn. Dit was uiteraard ruim voor de bankencrisis van 2008 ;-). Na dit voorval was ik inwendig wel klaar met mijn studie.

Scan tentamen EUR.jpg

Ook tijdens mijn universitaire periode heb ik niet hoeven leren te studeren. Ik volgde zo min mogelijk college's en ging mijn eigen gang. Vooral veel praten, lezen (non-fictie) en muziek luisteren. Pas vlak voor tentamens deed ik mijn boeken open en ging aan de slag. Dat mijn resultaten daardoor niet briljant waren, mag duidelijk zijn. Hoogtepunt was nog wel het halen van het tentamen Financiering en Belegging dat zó slecht gemaakt was, dat het de krant nog heeft gehaald.

Juist op de universiteit was mijn gevoel fundamenteel anders te zijn dan anderen het grootst. Groter dan op mijn lagere en middelbare school, terwijl ik er omringd was door zonder meer slimme mensen. Achteraf heb ik begrepen dat het meer te maken heeft met de karakterologische kant van hoogbegaafdheid, dan met IQ. Voor mij in elk geval.

Voor veel van mijn jaargenoten was een baan bij een multinational als Shell, ABN Amro, Unilever of een van de toonaangevende consultancy firms dé grote ambitie. Die deelde ik niet. Ook nu had ik eigenlijk geen idee wat ik echt zou willen gaan doen. Mij leken de meeste banen vooral erg saai. Mijn toenmalige vriendin kwam een advertentie tegen van het Ministerie van Economische Zaken en ik dacht "Kom, ik schrijf een sollicitatiebrief. Eens kijken wat er gebeurt.". De eerste brief na mijn afstuderen en prompt werd ik aangenomen. Maar niet voordat ik een uitvoerig assessment bij de Rijkspsychologische Dienst (RPD Advies) had ondergaan. Een verplichting voor aanstaande rijksambtenaren met een academische graad.

Assessment

Het assessment, waar een intelligentieonderzoek deel van uitmaakte, besloeg een hele dag en vond plaats bij het Rijkspsychologisch Instituut in Den Haag. De assessor was dhr. Hardenberg, een oudere man die richting het einde van zijn loopbaan liep. Ik had er veel zin in en heb de hele dag in hyperfocus kunnen werken. Het resultaat mocht er wezen: één subtest kreeg ik volledig afgerond binnen de tijd en een andere exact bij het aflopen van de tijd. Iets wat eigenlijk niet zou moeten kunnen.

Ook door de andere onderdelen fietste ik fluitend heen en blijkbaar maakte ik erg weinig fouten. Voor wat betreft intelligentie had ik naar zeggen van dhr. Hardenberg de hoogste score die hij in zijn 30-jarige loopbaan bij de RPD had gezien. Zijn oordeel was dan ook: uitmuntend, met een IQ-score die boven de 145 uitkwam (de gehanteerde test kon boven die grens geen harde uitspraak meer doen).

Afgezet tegen de academische normgroep zat mijn minst goede subtestscore bij de top 5%. Mijn beste subtests behoorden tot de absoluut beste scores die waren gemeten. Ook over de andere assessment onderdelen (Sociaal gedrag, Uitdrukkingsvaardigheid, Stabiliteit en Werkinstelling) was hij al even lovend. Dat mijn profiel zo uitgesproken harmonisch was, was voor hem een openbaring. Voor mij was het eerder verbijsterend. Dit had ik oprecht niet verwacht gezien mijn cijfers op de middelbare school en universiteit.

Het assessment ontlokte dhr. Hardenberg de uitspraak: "Meneer Van Mulligen, met uw capaciteiten kunt u worden wat u wilt.". Zelf wist ik niet zo goed wat ik met die uitspraak moest. Het zorgde er in elk geval wel voor dat ik aangenomen werd bij Economische Zaken en dat was mooi meegenomen. Echt een succes werd dat overigens niet. Goede beoordelingen en geweldige collega's ten spijt, ontwikkelde ik daar achteraf gezien een bore-out. De onderprikkeling en het gevoel totaal niet op mijn plek te zitten, werden te pijnlijk om nog langer te verdragen.

Innerlijke onrust en demotivatie leidden ertoe dat ik op eigen initiatief een volledig loopbaan assessment heb gedaan in Leerdam bij een voormalig assessor van Shell. Ik hoopte nu wél duidelijkheid te krijgen over wat voor werk en werkomgeving specifiek bij mij zouden passen. De uitkomst was vrijwel indentiek aan die van het eerdere assessment. Ditmaal kreeg ik te horen dat "wanneer u bij Economische Zaken blijft, u vanzelf Secretaris-Generaal wordt.". Voor mij een horrorscenario dat heeft bijgedragen aan mijn beslissing om ontslag te nemen. De enige bruikbare nieuwe informatie die ik ontving, was dat mijn profiel erg goed zou passen bij een rol als consultant.

Het enthousiasme dat beide assessors ten aanzien van mijn persoon hadden, resoneerde totaal niet bij mij van binnen. Het is niet iets om jaloers op te zijn. Want de paradox leert dat wanneer alles kan, er doorgaans niets kan. En hoe vind je in Aeon’s naam je plek in een wereld wanneer je zo ver afstaat van de norm...

Een vloek

Over de keerzijde van het hoogbegaafd zijn, de vloek, kan ik wel een boek schrijven, maar dat voert te ver voor dit drieluik. Wanneer ik terugkijk op mijn weg tot het hier-en-nu, zijn de belangrijkste negatieve reisgenoten deze geweest: irritatie, frustratie en eenzaamheid. Ik heb ze bewust in de volgorde van voor mij toenemende impact gezet. Irritatie blijft redelijk aan de buitenkant van je persoon steken, maar frustratie en zeker eenzaamheid raken je tot in de kern van je wezen.

Irritatie

Ik ben enorm gevoelig voor prikkels, iets wat mij vatbaar maakt voor ergernis en irritatie. Ik noemde in al eerder de labels in mijn kleding als kind. Maar ook een jeukende coltrui of schoenen die nét niet goed zitten zijn zaken die zo mijn aandacht kunnen opeisen, dat ze eerst verholpen moeten worden voordat ik weer verder kan. Maar er is meer. Wat voorbeelden:

Harde en schelle geluiden. Ongeïnspireerde, puur voor het geld gemaakte muziek. Logisch-inconsistente modellen. Stapels waarvan je kunt weten dat ze gaan omvallen. Schrijvers die één enkel inzicht oppompen tot een boek van 240 bladzijden met fluf. Auto's en fietsen zó parkeren dat ze anderen hinderen. Zwerfafval. Nieuwsprogramma's vol meningen. Reclame-, marketing- en influenceronzin. Intellectuele luiheid van scenarioschrijvers. Vals sentiment. Narcisten. Luid geëtaleerde domheid. Gedweep met het koningshuis, sporters en politici. Belgische huizenbouw in de grensstreek...

En zo kan ik nog wel even doorgaan ;-). Ik denk dat het de keerzijde is van het beschikken over een zeer gevoelig zenuwstelsel. Zonder dollen, het is echt geen feest om in een prikkelrijke samenleving zo triggerhappy te zijn. Met de jaren kreeg ik er meer en meer genoeg van om mijn zielerust zo te laten beïnvloeden door zaken waar ik nauwelijks invloed op heb. Daarbij hielp het volgende inzicht me enorm:

Jezelf ergeren is jouw kostbare energie verliezen aan de (vermeende) tekortkomingen van anderen. Het gaat ten koste van jezelf en de ander gaat er echt niet beter van functioneren.

Ik ben bovendien gaan nadenken over wat mijn irritaties over mijzelf zeggen, want daar zou ik mogelijk wél wat in kunnen aanpassen. Ze zeggen me dat ik enorm veel waarde hecht aan integriteit, echtheid, oprechtheid, diepgang, orginaliteit, maturiteit, respect en zorgvuldigheid. Zaken waaraan ik niet in staat ben gebleken om echt concessies te doen, ook al zou dat mijn leven vele malen makkelijker gemaakt hebben.

Mijn strategie voor het omgaan met mijn irritaties is dat ik probeer zo veel mogelijk het in mijn ogen goede voorbeeld te geven en mijzelf tegelijkertijd afscherm van al te grote ergernissen. Zoals Doe Maar al zong, "er zit een knop op je tv". Het beeld dat ik voor mijn copingstijl gebruik, is dat van een celmembraan. Doorlaatbaar voor wat je voedt, gesloten voor wat schadelijk is. Een semipermeabele levensstijl dus. ;-)

Voor mij is het belangrijk om met mijn omgeving in verbinding te blijven. Het overgrote deel van de mensen is van goede wil en mij van hen afsluiten, zou me alleen maar ongelukkig maken. Daarvoor hou ik teveel van mensen. De op een na beste zet van mijn leven is in dit verband het verhuizen naar een klein bosrijk dorpje in De Kempen. De mensen en omgeving passen me als gegoten. Aimabele mensen. Niet voor niets dat het begrip 'De contente mens' hier vandaan komt. De prikkels opzoeken kan ik altijd nog.

Het onderwerp irritatie is niet compleet zonder te praten over mentale snelheid. Wanneer die hoog is, zoals bij mij, ligt irritatie aan de relatieve mentale traagheid bij anderen op de loer. Snel schakelen, abstraheren, combineren en concluderen is waar ik van hou. Graag zonder allerlei gewauwel eromheen. Direct naar de kern van de zaak en dan hop weer door. Wanneer ik in het verleden gedwongen werd om onder mijn 'processorsnelheid' te opereren, irriteerde me dat enorm. Dat ging ten koste van mijn scherpte en ervaarde ik als kostbaar tijdverlies. Dan was ik snel klaar met het onderwerp of de persoon en gingen mijn gedachten naar hele andere zaken.

Op veel scholen en werkplekken is hoogbegaafd zijn als het gebruiken van een sportwagen voor taxiritjes naar het vliegveld. Daar is deze niet voor gemaakt. Je zult niet genoeg snelheid kunnen maken voor de benodigde ‘downforce’ die je aan het asfalt doet kleven. Dit is een paradox van begaafdheid:
Hoogbegaafden zijn pas stevig geaard,
op snelheden waar anderen hun grip verliezen.

De vergaderingen bij het ministerie van Economische Zaken vormden daardoor een grote uitdaging voor me. Regelmatig heb ik moeten vechten tegen de slaap. Letterlijk. Daarnaast horen bij het ambtelijk werk zaken als 'voorstellen in de week leggen', 'masseren' en 'uitruilen'. Alleen al de termen waren mij een gruwel. De vertraging die het aan processen gaf, evenzeer. Uiteraard snap ik dat het nu eenmaal zo werkt, maar paste mij gewoon niet. Ik hield, en hou, van geconcentreerd, snel en oplossingsgericht werken om daarna weer vrij te zijn voor andere zaken. De stap om weg te gaan bij het ministerie was dan ook een goede. De rol van consultant paste mij inderdaad beter (zie Hoogbegaafd hierboven). Ook zijn tijden van crisis en intensiteit hierdoor meer aan mij besteed, dan tijden van going concern.

Het klinkt misschien paradoxaal, maar dit heeft bij mij niets te maken met ongeduld. Onder omstandigheden kan ik juist enorm veel geduld opbrengen. Daarnaast heeft het ouder worden als voordeel gebracht, dat het makkelijker wordt om te accepteren dat mensen zijn zoals ze zijn. Met al hun quirks & features. Wanneer het op de echt belangrijke zaken in het leven aankomt, liefde en blijdschap & dood en verdriet, zijn we allemaal gelijk. Daarnaast kan ik niet van een ander verwachten dat diegene sneller gaat dan hij of zij kan, dus is het mijn verantwoordelijkheid om te vertragen en begrijpelijke taal te spreken. So be it. Anderen accepteren zoals ze zijn, vraagt overigens allereerst om jezelf te accepteren zoals je bent. En dat is niet altijd makkelijk,

Frustratie

Begin jaren '00 gaf ik college aan Master Stressmanagement & Organisational Health van het Benelux Universitair Centrum. Een module die ik verzorgde had ik als titel meegegeven 'Dehumanisering van de samenleving' over de maatschappelijke impact van de combinatie van technologie, media, neoliberalisme en globalisatie. Dat leverde nog wel eens wat meewarige blikken op. Zo'n vaart zou het allemaal toch wel niet lopen? Wanneer ik nu de oude syllabus opensla en kijk waar de mensheid nu staat, had ik het toch aardig gezien.

Het goed kunnen voorspellen, ofwel connecting the dots looking forward in life, is wat meer hoogbegaafden goed kunnen. Tijdens mijn studietijd keken we in de gezamenlijke huiskamer nog wel eens naar het Rad van Fortuin, waarbij ik meer dan eens het antwoord al had geraden nog voor er een letter zichtbaar was. Dat is geen vorm van helderziendheid, maar gewoon een educated guess op basis van patroonherkenning in combinatie met bliksemsnelle, grotendeels onbewuste, kansrekening.

Om patronen te herkennen heb ik maar weinig punten nodig. Probleem is alleen dat niet iedereen dat kan. De meeste mensen gaan het totaalplaatje pas zien, wanneer er nog maar een enkel puntje verbonden hoeft te worden. Dat heeft als consequentie dat je niet geloofd wordt, wanneer je té vroeg vertelt wat je ziet aankomen. Ook niet wanneer dat in het belang van die mensen zelf is. Deze frustratie staat ook wel bekend als de Vloek van Cassandra.

In real life A-students always end up working for C-students.
— Robert Kyosaki in: Rich dad, Poor dad

Tijdens mijn middelbare schooljaren dacht ik dat de slimste het het verst zou schoppen in de samenleving. Ik heb inmiddels geleerd dat het niet zo is en dat Robert Kyosaki het bij het rechte eind heeft. Voor IQ geldt in dit opzicht de Wet van de afnemende meeropbrengst. Een hoger IQ geeft maatschappelijk veel voordelen, maar dit effect kantelt zo rond de 130 punten (educated guess alert!), om daarna flink af te nemen. Zeker wanneer je meer generalistisch bent ingesteld dan specialistisch in een gevraagd specialisme.

Om succesvol te zijn in deze samenleving zijn executieve functies en zelfvertrouwen doorgaans belangrijker dan de inhoud en kwaliteit die je levert. En zoals Marcel Boekhoorn pleegt te zeggen "de massa is kassa". Allemaal zaken waar ik, en vele inhoudelijk gedreven hoogbegaafden met mij, niet zo in thuis zijn. We behoren niet tot de massa en worden regelmatig geplaagd door twijfel. Is het wel echt goed genoeg wat ik doe en ben ik zelf wel goed genoeg?

Bertrand Russell.jpg

Het is zonder meer frustrerend om te zien hoe anderen met veel aplomb en succes hun diensten verkopen, terwijl jij het met een in jouw ogen inhoudelijk hoogwaardiger aanbod het lastig hebt. Perfectionisme en het vermogen tot in detail scherp te zien, leiden onvermijdelijk tot (zelf)twijfel, wat niet bevorderlijk is voor het succesvol aan de man brengen van je idee, product of dienst. De meetlat waar je jezelf langs legt is dan zo hoog, dat deze verlammend kan werken. Je zet dan niet door of begint niet eens aan zaken, omdat je weet dat ze nooit kunnen voldoen aan het ideaalplaatje dat je voor ogen hebt. De chargerende quote van Bertrand Russell spreekt boekdelen in dit verband.

Mij heeft twijfel lang in de weg gezeten. De massa is inderdaad kassa en voor mij is de conclusie na vele frustrerende jaren: word een niche speler. Het (internationaal) werken met hoogbegaafde professionals is zo'n niche voor me. De herkenning over en weer helpt enorm.

De allergrootste frustratie van hoogbegaafdheid is voor mij evenwel het maar zeer beperkt verwezenlijkt hebben van mijn potentieel. Ik had het maatschappelijk gezien veel verder moeten schoppen dan ik gedaan heb, veel beter moeten kunnen piano spelen dan ik nu kan, meer talen moeten kunnen spreken et cetera. Dat vind ik zelf in elk geval. Eén enkel uitgesproken talent hebben, is in deze zin een stuk praktischer dan voor veel zaken een bovengemiddelde aanleg hebben. Zeker rond middelbare leeftijd wordt de realiteit dat veel van je potentieel altijd dat zal blijven, ronduit pijnlijk. Je hebt voor de verwezenlijking simpelweg niet meer genoeg tijd en energie over. Ook zul je de tijdgeest mee moeten hebben voor het realiseren van sommige zaken.

Ik begeleidde eens vastgelopen multitalent. Om hem weer in beweging te krijgen, heb ik hem door een rouwproces heengeloodst. Hem afscheid laten nemen van dat wat had kunnen zijn, maar niet geweest is. Om daarna in de ontstane ruimte vooral weer te kunnen gaan kijken naar wat nog wél mogelijk is. Dat heeft hem enorm goed gedaan. En mij ook.

Eenzaamheid

Er bestaat een simpele lakmoesproef voor het bepalen van hoogbegaafdheid: ben je fan van House MD of niet. ;-) Een onvoorstelbaar goed en gelaagd in elkaar zittende ziekenhuisserie rond de zeer begaafde, zij het sociaal nogal onaangepaste, hoofdpersoon Gregory House; een rol op het lijf geschreven van hoogbegaafd multitalent Hugh Laurie. Ik was altijd al fan, maar helemaal sinds de aflevering Ignorance is bliss.

Deze aflevering gaat over een fietskoerier die wordt opgenomen in het ziekenhuis. Het blijkt een (voormalig) genie te zijn dat zo werd gehinderd door zijn intelligentie, dat hij zichzelf dommer medicaliseerde. Om zo eindelijk gewoon eens gelukkig te kunnen zijn, met een liefdevolle relatie. Onderstaande videoclip laat het beter zien dan ik het kan vertellen.

In een verdunde vorm is het dilemma van deze man herkenbaar voor me. Nu spiegel ik me zeker niet aan hem, want daarvoor is dit veel te extreem aangezet, ben ik niet intelligent genoeg en word ik door veel meer gedefinieerd dan alleen mijn intelligentie. Mensa lidmaatschap is aan mij niet besteed en ik teken zeker geen flux capacitors in mijn vrije tijd. Bij mij is de bepalende factor bewustzijn. Ik ben me te allen tijde bewust van mijzelf en mijn omgeving, deelnemen en toeschouwen zijn in mij met elkaar verweven. Ik doorzie de dingen hierdoor vanuit meerdere standpunten en dat geeft een gevoel van afstand tot meer in het hier-en-nu verkerende mensen, mensen die voornamelijk 'deelnemen'. Dat velen zich niet kunnen voorstellen dat zoiets überhaupt bestaat en pijnlijk kan zijn, is terug te vinden in de reacties onder de video. Proving the whole point of the episode, ironisch genoeg.

Het concept a spiritual being having a human experience is voor mij tastbare realiteit. Dit, meer dan mijn intelligentie, is wat mij vaak zo eenzaam deed voelen. En wat mij jaloers maakte op mensen die er gewoon op los leken te kunnen leven. Ignorance heeft me lang zonder meer bliss geleken. Met een glas Italiaanse rode wijn kreeg ik er in elk geval een gevoel bij van hoe dat zou moeten zijn. Het is dat ik niet verslavingsgevoelig ben, want anders...

Ook, of misschien wel juist, als spiritual being having a human experience is het cruciaal om gezien te worden. Om erkend en herkend te worden. Om jezelf teruggespiegeld te krijgen via de mensen waar je van houdt. Ik noemde al mijn op een na beste zet in het leven. Mijn beste zet is in dit verband zonder meer mijn partner. Zij zit net zo verantwoordelijk en bewust in elkaar als ik. Wanneer ik zou moeten kiezen tussen gelukkig zijn of gelijk krijgen, kies ik zonder aarzelen voor geluk. Mijn gevoel van eenzaamheid is definitief verleden tijd.

Berlijn, November 1989: Samen met Vincent bij de Potsdamer Platz.

Mijn verhaal over de eenzaamheid als keerzijde van hoogbegaafdheid zou niet compleet zijn zonder het noemen van mijn beste vriend en soulstar mate Vincent Campman. Zijn aanwezigheid in mijn leven heeft mijn gevoel van eenzaamheid tot hanteerbare proporties teruggebracht. Hij is, om een hb term te gebruiken, mijn ontwikkelingsgelijke en vanaf dag één, alweer zo'n 35 jaar geleden, was de wederzijdse herkenning er. Ons contact is altijd extreem intensief geweest, ook al woont hij al sinds jaar en dag in het buitenland. De volledige scope van onze interesses kunnen we bij elkaar kwijt.

Met niemand heb ik zo veel gelachen, bijzondere dingen meegemaakt en diepzinnige gesprekken gevoerd als met hem. Omdat we elkaar volledig begrijpen, kunnen we enorm snel schakelen, combineren en vrij associëren. Wanneer anderen ons wel eens bezig zagen, was het alsof ze water zagen branden. Onze wekelijkse telefoongesprekken maakten de eenzaamheid dragelijk. Een wekelijks shot herkenning en bevestiging waardoor we er alle twee weer even tegen konden. Samen de komeetachtige opkomst van Kruder+Dorfmeister en Jazzanova in de Berlijnse scene onder het genot van iets teveel Hefeweizen of Caipirinha’s meemaken, was geweldig. De gesprekken bij Zucca aan de Hackescher Markt, memorabel. Bedankt Vincent, voor je buitengewone vriendschap, op naar de volgende 35 jaar en wat ons daarna nog te wachten mag staan.

Het boek voor begaafde bouwers aan toekomstbestendige organisaties dat Kim en ik hebben geschreven.

Professioneel heb ik de eenzaamheid kunnen verlichten door de samenwerking te zoeken met mijn begaafde collega en onafhankelijk denker Kim Castenmiller, mijn heerlijk snel schakelende en intense boeken- , Your Evolving Self- en organisatiemaatje. Mijn advies voor wie zulke mensen niet in zijn omgeving heeft, blijf zoeken en heb je deze eenmaal gevonden, hou ze in ere!

Een zegen

Humor

Kun je plezier hebben van hoogbegaafdheid? In mijn geval is het letterlijke antwoord op die vraag: ja. Veel plezier zelfs. Al van jongs af aan zie ik de humor in van veel wat om mij heen gebeurt en zelfs van wat niet gebeurt. Humor, wat iets anders is dan leuk doen overigens, is voor mij onmisbaar. Het maakt mijn leven levendiger en heeft me enorm geholpen om te gaan met minder fijne gebeurtenissen.

Van mijn middelbare schooltijd kan ik me goed herinneren dat ik regelmatig voor mijn geestesoog dingen zag gebeuren, die de saaie setting enorm zouden doen opknappen. Vaak met een absurdistisch karakter. Een beetje in de trant van "als nu x-of-y zou gebeuren, dan zou dat toch geweldig zijn.". Dan kon ik inwendig enorm lachen. Het hebben van oog voor alternatieve scenario's en onwaarschijnlijke voorvallen, is wat hier zeker achter zit.

bisociation1.jpg

In zijn boek The Art of Creation heeft Arthur Koestler het concept humor diepgaand onderzocht en kwam daarbij tot het plaatje hiernaast. Geheel in lijn met mijn ervaring. Té leuk om dit hier juist niét verder toe te lichten. Mocht ik nog eens een lezing geven over hoogbegaafdheid, dan zal ik dat wel doen aan de hand van deze geweldige sketch van Koefnoen. Een sketch die overigens ook de kunst van het weglaten laat zien. Altijd fijn wanneer er ruimte gelaten wordt om zelf in te vullen.

Mijn gevoel voor humor helpt me niet alleen zelf, ook in mijn werk is het een belangrijk instrument om de soms zware kost lichtverteerbaar te houden. Het kunnen lachen om een heftige ervaring, is een teken dat deze in volle omvang geïntegreerd kan worden. Het plaatje is compleet. Niets kan de donkerte zo goed verdrijven, als de lach die een proces van (zelf)reflectie afrondt.

Associatief denken

Nauw aan humor verwant is associatief denken. Het vermogen daartoe kenmerkt mij zeer. Mijn geest is veelvuldig aan het associeren en daar beleef ik veel plezier aan. Doordat ik veel gelezen en anderszins tot me genomen heb in mijn leven, beschik ik over een groot kennisreservoir om mee te associëren. Juist associaties met niet direct tot het onderwerp verbonden zaken, zijn een sterkte waarvan ik veelvuldig gebruik maak in brainstorm- en ontwikkelsessies. Regelmatig ben ik aangeschoven bij openbare brainstormsessies, zoals bij een CERN Hackathon op de High Tech Campus, puur voor mijn plezier.

Associatief denken helpt me niet alleen om met nieuwe ideeën te komen waar anderen hopelijk wat aan hebben, maar ook om in mijn dagelijks werk complexe situaties van klanten met één beeld te kunnen pakken. Eerlijkheid gebiedt me overigens te zeggen, dat het verder ontwikkelen van een idee tot een concreet product of zelfs een onderneming, mij niet zo boeit. Kansrijke ideeën genereren, een visie ontwikkelen en op gezette tijden adviseren of sparren tijdens het vervolg, past mij beter.

Bewustzijn

Wat mij wel blijvend boeit is om zaken op het hoogste abstractieniveau te analyseren, dat van het bewustzijn. Zoals velen met mij, word ik gedreven door de vraag waarop het antwoord 42 is. Wat er achter de schermen speelt, is voor mij vele malen interessanter dan the issue at hand. De zin der dingen, de waarom-vraag, is uiteindelijk het hoogste niveau waarop je een probleem kunt benaderen. Wanneer je op het hoogste niveau de juiste duiding vindt, is het oplossen van het issue zelf ófwel niet eens meer nodig, ofwel een zaak van eenvoudige uitwerking. Wanneer de klik in het bewustzijn daar is, herschikt zich het onderliggende patroon fundamenteel en blijvend. Ik kan voelen wanneer zoiets gebeurt. Het is wat Christopher Fuchs, de grondlegger van het QBism, noemt collapsing the wave function by updating your beliefs. Bewust gebruik ik hier het woord 'voelen', want dit gewaarworden is geen mentaal fenomeen. Hiermee behept zijn, ervaar ik echt wel als een gave.

Intuitive grasp

Een andere gave waar ik veel plezier van heb, is die van de intuitive grasp. Intuitief weten hoe iets zit. Soms zelfs of iets waar is of niet, want waarheid is aanzienlijk minder subjectief dan de meeste mensen denken. Voor die intuïtieve greep hoef ik de tussenliggende stappen niet per sé te begrijpen, het inzicht is er gewoon ineens. Daardoor kan ik de essentie halen uit zaken waar ik verder de finesses niet van ken of begrijp. Zoals van hierboven genoemde Q(uantum)B(ayesian)ism. Wanneer ik gevonden heb wat ik zoek, interesseren mij de details, de tussenliggende stappen, niet meer. Dat maakt mij ongeschikt voor de wetenschap zoals die doorgaans bedreven wordt: reductionistisch, lineair en teveel linker hersenhelft gedreven. Uitleggen hoe ik tot een bepaald inzicht kom, is niet altijd makkelijk voor me. Maar daar echt mee zitten, doe ik niet. Voor mij is het volkomen helder dat van alle quantum mechanische interpretaties QBism de meest kloppende is en daarmee is het voor mij klaar.

SupergeneralisME

Ook ervaar ik het als een zegen om als een soort supergeneralist in staat te zijn aansluiting te vinden met mensen uit heel verschillende vakgebieden. Van alfa- tot gammawetenschappen, maar ook met een ceo, kunstenaar, topsporter, sjamaan, sufi of kabbalist. In mijn werk is dit een groot pluspunt. Om op een wat hoger niveau mensen te kunnen begeleiden en adviseren, moet je hun werk kunnen begrijpen en je kunnen inleven in hun belevingswereld. Een generieke adviseur of coach schiet dan altijd tekort. Vaak heb ik hoogbegaafde mensen begeleid, die opgelucht en blij waren dat er eindelijk iemand was die snapte waar ze het over hadden, uit eigen ervaring kon begrijpen hoe ze zich voelden, ze kon volgen en kon verwoorden wat ze dachten. Daar kan geen certificaat, doorgaans toch al niet meer dan een bewijs dat je protocollen kunt volgen en door gewenste hoepeltjes kunt heen springen, tegenop.

Persoonlijke wens van FA Popp.jpg

Persoonlijke boodschap van F.-A. Popp in een van zijn boeken in mijn boekenkast

Alweer bijna 20 jaar terug had ik het genoegen om een voordracht te mogen geven aan het International Institute of Biophysics in Neuss. Daar heb ik uitgebreid gesproken met de biofysicus Fritz-Albert Popp over de essentie van gezondheid vanuit energetisch perspectief: coherentie. Weinig mensen hebben mij zo aan het denken gezet als deze visionair en hij was blij dat iemand begreep waar het hem om ging. Hij had zonder meer de gave om ineens te zien hoe iets in elkaar zat, maar was nog wel eens wat gehaast in zijn bewijsvoering, wat hem wetenschappelijk gezien niet onomstreden maakte. Zulks is wel vaker het lot van de ware vernieuwers. In staat zijn dit soort gesprekken te hebben, is een enorme verrijking van mijn leven.

Geheugen

Veel profijt heb ik verder van mijn geheugen. Het onthouden gaat vanzelf, al is mijn geheugen met de jaren wel selectiever geworden. Nu is het meer afhankelijk van of iets mij interesseert of niet. Uiteraard was dit erg handig op school en later de universiteit, maar minstens zo prettig is het in het sociaal verkeer. Wanneer je persoonlijke zaken van mensen onthoudt en daar bij weerzien aan refereert, is dat voor de ander vaak een aangename verrassing. Veel van mijn vakbroeders noteren schriften vol tijdens, of direct na, gesprekken met cliënten. Ik heb dat geprobeerd, vond dat ik dat ook moest doen want dat was 'professioneel', maar ik heb het nooit ingesleten gekregen. Reden is dat ik graag tijdens gesprekken mijn volle aandacht erbij houd en dat ik erop kan vertrouwen dat wanneer ik mijn gesprekspartner(s) weer zie, de informatie er gewoon weer is. De keren dat ik in mijn leven te horen heb gekregen "dat je dat allemaal nog weet!" of "ik ben jaloers op jouw geheugen" zijn niet te tellen.

Voor mij is het alsof files automatisch weer online komen in een bepaalde setting of bij een bepaalde gesprekspartner. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat je geheugen zich niet in je hersenen bevindt, maar in een informatieveld om je heen dat wordt geraadpleegd via je hersenen. Dat is in elk geval hoe ik het beleef.

intens genieten

Saving the best for last... De grootste zegen die hoogbegaafdheid in mijn leven brengt, is het vermogen om intens te kunnen genieten. En dat strekt zich uit over werkelijk alle levensgebieden. Het is de positieve kant van de combinatie sensitiviteit, intensiteit en complexiteit. Er is zoveel om van te genieten in het leven, maar dan moet je er wel oog voor hebben. Daar begint het mee. Daarnaast is het ook een kwestie van resolutie, de hoeveelheid informatie/details die je kunt waarnemen. Het is net alsof die bij mij hoger is dan gemiddeld. Ik heb bijvoorbeeld in mijn leven veel wijnproeverijen bijgewoond en daarbij gemerkt dat de rijkdom en de onderlinge verschillen die ik kon proeven, niet door iedereen werden waargenomen. Idem dito met high end audio apparatuur, waar kleine tweaks kunnen leiden tot een volledig andere luisterervaring. Maar natuurlijk ook het genieten van mijn kinderen wanneer ze opgaan in hun spel, door de sproeier in de tuin lopen, me verrassen met een uitspraak, een goal maken met hun 'verkeerde' been of iets bereiken waar ze hard voor gewerkt hebben. Dat soort zaken raakt me diep en maakt me erg gelukkig.

De intensiteit waarmee ik zoiets ervaar, ik zuig de ervaring als het ware op, maakt wel dat ik sneller verzadigd raak dan een ander. Lange sessies van om het even wat, zijn dan ook niet aan mij besteed. Ik zal altijd gaan voor kort/weinig/kwaliteit boven lang/veel/kwantiteit. Maar dat heb ik nooit als een probleem gezien. De jacht naar het orginele en unieke, hoe klein ook, is voor mij veel bevredigender.

Patience.jpg

Zo stuitte ik eens op een dun boekje van J. Ruth Gendler, The Book of Qualities. Daarin beschrijft ze kwaliteiten als personen met een korte situatieschets. Dat alleen al is een briljante gedachte. Maar hoe ze vervolgens de kern van een kwaliteit met een paar pennenstreken exact weet te pakken, is voor mij een klasse apart. Een ander zal nu wellicht onbegrijpend gaan hoofdschudden, maar ik word hierdoor echt geraakt. Pure wijsheid verpakt in een beeldend aforisme. Na het tot me nemen van één zo'n kwaliteit, kan ik er weer even tegen.

I recall when I was small, how I spent my days alone,
The busy world was not for me, so I went and found my own.
— uit: The Caves of Altamira, The Royal Scam - Steely Dan

In De Vloek van dit drieluik sprak ik over de eenzaamheid die ik zo vaak en zo lang ervaren heb. Net als ieder ander is het voor mij ook van belang om me verbonden te voelen, te weten dat ik niet alleen sta in hoe ik de wereld ervaar. Een grote doorbaak op dit vlak had ik tijdens mijn studietijd in Rotterdam. Via Henri, de broer van de eerder al aangehaalde Vincent, was ik in aanraking gekomen met het album Can't buy a thrill van Steely Dan. Dat vond ik een verademing om te horen. Muziek die echt goed in elkaar zat en me enorm aansprak. Al wist ik toen nog niet precies waarom. Bij boekhandel Donner (bestaat die nog?) ging ik op zoek naar andere albums van Steely Dan. Ik kwam uit bij The Royal Scam en die CD werd voor me opgezet om te kunnen beluisteren. Zo ging dat toen nog, aan een balie met een hoofdtelefoon op je oren. Die ervaring zal ik nooit vergeten. Ik was blown away en letterlijk tot tranen toe geroerd, zo paste deze muziek bij mij. Het gaf me het gevoel dat wanneer je muziek zou kunnen maken van mijn DNA, het zo zou klinken. Vol ongeloof stond ik te luisteren. Dat er mensen waren die dit überhaupt konden maken, daar was, en ben ik nog steeds, enorm blij mee.

Wat mij zo aanspreekt in de muziek van Steely Dan is dat er onder een soms simpele eerste indruk, een wereld van diepte, complexiteit en harmonie schuilgaat. Hun muziek is enorm gelaagd, er is veel aan te beleven. Vele lijnen worden door elkaar geweven tot een coherent geheel. Inclusief cryptische teksten vol acerbic wit. Ook het vakmanschap staat op eenzame hoogte, zowel qua compositie en arrangementen als qua uitvoering. Complex harmony en harmonic complexity is wat hun muziek kenmerkt.

Een mooi voorbeeld hiervan is het nummer Josie, een pakkend en op het oor eenvoudig nummer, waarin meer akkoorden verwerkt zitten dan in het complete oeuvre van de meeste artiesten. In de deconstructievideo hieronder vertelt Donald Fagen, de meester zelf, over de opbouw en de gebruikte akkoorden. Zonder overdrijven zijn er jaren voorbij gegaan waarin ik dit nummer dagelijks beluisterd heb. En nog steeds word ik enthousiast van de akkoorden sequentie vanaf 01:30min..

Wie het nummer als geheel wil horen, vindt hier een live uitvoering met de buitengewoon coole, maar helaas te vroeg overleden Walter Becker op gitaar.

A lot has to do with feel...
— Donald Fagen

Deze uitspraak van Fagen tegen het einde van de video zegt veel over wat voor mij hoogbegaafd onderscheidt van hoogintelligent. Iets kan nog zo knap in elkaar zitten, maar het doet me niets if it ain't funky. Je moet het kunnen voelen. Muziek moet je energie geven en een goed gevoel, je blij maken. Net zoals het bij hoogbegaafdheid om meer gaat dan intellect, de knappe abstractie of het scherpe inzicht alleen. 

Intelligence is soulless without (he)art.

Voor mij is hoogbegaafd zijn een totaalervaring die hoofd, hart en handen met elkaar verbindt. Of je wilt of niet. Uiteindelijk is de uitdaging voor iedere hoogbegaafde om in jezelf, letterlijk ín je lichaam, de volledige breedte, diepte en complexiteit van je persoon te verenigen tot een coherent geheel. Eenvoudig is dat doorgaans niet. Mij heeft in elk geval zo'n 30 jaar gekost om uit te komen op dat punt, maar: I’ve found my Home at Last.

Dirk Anton van Mulligen

Read More